2 juli 1979

Bid tijdens je leven veel voor de zondaars, of het uw vriend betreft of uw vijand, want wanneer deze ziel op tijd gered is zal men u helpen wanneer gij misschien zelve in nood verkeert.
Ik strek Mijn Handen naar u uit om u te verlossen, hoe ellendig gij er ook voor staat.
Bid dan: “Kom dan Moeder, kom, want buiten U heb ik geen blijde dag, ja staat er zelfs geen genoeglijk ogenblik te wachten.”
…Mijn lieve en trouwe gebedskinderen, velen onder u hebben een ware liefde tot Mij, dus ook voor zijn medemens. Maar toch geeft gij nog niet alles. Soms komt het Mij voor, dat gij het genoeg vindt wat gij gebeden hebt, omdat de slaap u overmant.
Overbrug deze laksheid met een nieuw begin en zeg: ik dank U, o God, voor deze mooie dag, voor al hetgeen Gij geschapen hebt. Waak over mij, opdat ik niet in de bekoring val.
Blijf Mij voortdurend zoeken, want Ik ben dichterbij dan gij wel denkt. Steeds ben Ik om u heen, want een goede Moeder blijft Haar kind achtervolgen, bang dat het iets overkomt.
Wanneer gij hier vaker je gedachten naar gericht houdt, zult gij bewust gaan voelen, dat Ik er ben, dat Ik eigenlijk nooit van je heenga!
Blijf trouw in gebed en Ik zal je nooit verlaten.

Aanmelden voor de nieuwsbrief