25 maart 1990
Heer ik neem alles aan, wat mij mocht overkomen of ten deel zal vallen volgens de Beschikkingen Uwer Wijze en Goedertieren Voorzienigheid en geef mij, o Koning der Liefde de verzekering, dat het mijn wil is, U van zó nabij mogelijk te volgen waarheen Gij Gaat, terwijl ik door Uw Voorbeeld het lijden en de wederwaardigheden des levens geduldig en kloekmoedig zal verdragen!
Hier ben ik Heer! Beschik over mij, want ik zal Uw Oproep niet langer weerstaan Die ik vernam, want alles aan U trekt mij naar U: de Schoonheid Uwer H.Mensheid, Uw Smarten, Uw Verwond Hart, Uw Doorboorde Handen en Voeten, Uw met doornen Gekroond Hoofd en de Stromen Bloed, Die uit Uw Verscheurde Ledematen Vloeien.
Gij vergiet nog steeds Uw Bloed op aarde, Gij laat het Nedervloeien in mijn hart.
Lijdt Gij nog Heer? Gij voegt mij de Verdiensten van Uw Lijden toe.
Gij Offert Uw Dood voor mij op en Schenkt mij, – teneinde mijn moed en vertrouwen steeds levendig te houden, – altijd door Uw Hart, Uw Liefde, Uw Heilige Wonden en Uw Oneindige Verdiensten.
Geef Genade voor mijn ziel! Genade wegens mijn berouw over mijn gebreken en ongerechtigheden, maar ook Genade voor allen, die mij lief zijn!
Laat niet toe Heer, dat ik ooit vrijwillig terugval in de zonden, die Gij mij Vergeven hebt.
Laat Uw Bloed Stromen voor allen die U dierbaar zijn, vanaf Het Kruis in de Kelk en dat Het voor allen de vrede brengen zal.
Moge het zó zijn Heer, ik dank U, wees Gij mij Genadig.
Amen.