Gebed om vertrouwen

26 december 1991

Heer Jezus, bij U heb ik niets meer te vrezen, noch mijn zonden, die vergeven zijn, noch de toekomst waarin Uwe Gena­de mij zal ondersteunen.

Ik heb niets te vrezen, tenzij mijn te grote angst, welke mij verhindert dat ik mij geheel aan U overgeef.

Verdrijf mijn angst te midden van zove­le Weldaden, die ik aan de overmaat Uwer Liefde en aan de Verdiensten van Uw  Kos­tbaar Bloed te danken heb.

Wees Geloofd en Geprezen voor Het Ge­heim van Het Aanbiddelijk Sacrament, dat mij Deel Geeft aan Uw Leven, om het mijne geheel Hemels te maken.

Ik bid U niet om de Vreugde der Enge­len, maar om hun Vertrouwen en hun  Lie­fde.

Wees geloofd, dat Gij mij Geroepen hebt, de Gelukzalige Eeuwigheid met hen te delen, in weerwil mijner beledigin­gen, Uw Goddelijke Eer aangedaan en zo Won­derbaar Hersteld aan Het Kruis en op Het Altaar.

O mijn God Spreek dit zoete Woord : “Ik ben Het!” dat ik niet moede word te ho­ren, dikwijls tot mijn ziel, want doet Uwe Heiligheid mij sidderen, Uw Liefde Boezemt mijn vertrouwen in.

Ja, ik wil U beminnen en U niet meer vrezen.

Gij hebt mij met de Banden der Liefde aan U Vastgebonden en tot mij Gezegd: “Blijf in Mijn Liefde”.

Laat mij inzien met welke Ontferming Gij mijne ziel Behandelt, ondanks mijn te­genstand en mijn ondankbaarheid, op­dat ik mij geheel aan U overgeef.

Amen

Aanmelden voor de nieuwsbrief