Wat moeten wij doen om de werken Gods te verrichten?
Vóór de H.Communie moet ge deze vraag aan uzelve stellen met het oprecht verlangen om God te verheerlijken, tot Jezus richtend ook zeggen : Wat zal ik voor Jezus doen die Zich heden aan mij wil schenken?
Het voortreffelijkste werk van Gods Hand is de H.Eucharistie.
Afgezien van de H.Communie, die het einddoel is van dit Sacrament, woont ge dan ook Het Allerheiligste Offer, de H.Mis bij.
Telkens wanneer gij ter H.Tafel nadert schenkt Jezus u Zijn Eigen Vlees en Bloed en doet dit met ziel en lichaam, met mensheid en Godheid.
Uwerzijds moet gij u met een levendig geloof, met een van dankbaarheid doordrongen ziel, met een ootmoedig, rouwmoedig, aan Gods Wil overgegeven hart tot Hem begeven.
Uwen Zaligmaker is niet met vruchteloze gevoelens tevreden.
Hij wil, dat gij iets doet om u tot de H.Communie voor te bereiden en niet vluchtig uw handen ophouden en uw ogen naar alle richtingen laat gaan wanneer gij u naar uw plaats begeeft.
Herinner u bij het nuttigen van de H.Communie, dat Jezus Christus het Heilig Sacrament des Altaars onder de gedaanten van brood en wijn heeft ingesteld om u een altijddurend afbeeldsel van Zijn Lijden na te laten. De tarwekorrels worden gemalen en tot brood gekneed, de wijn komt voort uit de onder de wijnpers platgedrukte druiven.
Aldus werd het Lichaam van Jezus gedurende Zijn Lijden gebeukt, met voeten getreden en dermate verbrijzeld, dat het Bloed uit al de openingen Zijner Wonden vloeide.
Desgelijks wil ook God, dat gij bij de Sacramentele deelname aan het Heilig Offer, Zijn folteringen en versmadingen gedachtig zij, uwen geest met de bittere smarten van Zijn Lijden voede, uw hart door oprechte boetvaardigheid vermorzele ; Hij wil zelfs, dat gij erin toestemt veracht te worden, ja, dat ge u met voeten laat treden indien dit Zijn Wil is.
Veel hebt gij gebeden in de afgelopen maand van het jaar 1983 tot Uw aller Hemelse Moeder. Nu zijn de dagen gekomen, dat gij meer tot Jezus zult gaan. Jezus heeft Zich aan u gegeven om in uw ziel de leegte aan te vullen die de dood van dierbaren daar heeft achtergelaten en u in het leed, met dit leven onafscheidbaar verbonden, te troosten.
Zorg er in deze uwe verlatenheid voor, niet enkel op de bevordering van uw eigen zieleheil bedacht te zijn, zonder u om het eeuwig welzijn van anderen te bekommeren.