Wanneer ge Jezus weer eens ontvangen mocht door de H.Communie, overweeg dan in het bijzijn van Hem deze eenvoudige vraag: Wat doe ik hier? Heeft Jezus niet dikwijls tot mij gesproken? Hoeveel goede ingevingen en krachtige opwekkingen der genade ontvang ik niet na mijn Communieën?
Wat doet gij hier? spreekt Jezus tot u. Waar zijn, na u met Mijn Vlees en Bloed gevoed te hebben, uwe gevoelens van aanbidding en van liefde?
Wat doet gij tot Mijne Verheerlijking en wat om zielen voor Mij te winnen? Waar zijn uw goede voornemens en uw werken?
Als gij op uw verleden terugblikt, zou Onzen Goddelijke Verlosser er dan niet kunnen bijvoegen: Wat hebt gij tot dusver voor uwe zaligheid gedaan? Wat deedt gij om de zonden te vermijden, om dat gevaar, die gelegenheid van u te verwijderen?
Welke deugden hebt gij beoefend?
Met welke inspanning en door welke gebeden hebt gij u voorbereid tot de Heilige Communie?
Gij zult moeten antwoorden: Heer vol schaamte over mijzelve en mij diep vernederend weet ik U niets te antwoorden.
Hoe groot uwe ellende ook moge zijn, God is geen boeman, maar een waarachtig Barmhartige God.
Vraag aan de Priester die om u heen is of hij uw zonden wil vergeven, dan zal God bereid zijn dit alles in genade om te zetten.
Vraag hem om door Zijn Allesomvattende absolutie de zegen te bekomen door de Handen van de Vader, Zoon en H.Geest en die van Uw Aller Moeder Maria.