Vader Jozef wijst ons de plaats waar het schilderij in de kapel moet worden opgehangen (28.02.81)

Vader Jozef: “Door de hemelse Vader is het mij vergund, hier te mogen vertoeven, naast uw aller moeder. Weinige woorden zijn nodig omtrent de plaats aan te wijzen, die Maria toekomt in de bidruimte. Want zoals zij gedurende het stervensuur van onze Zoon, Hem ter rechterzijde bijstond, is het nu onmogelijk haar deze ereplaats te ontnemen.
Maria mijn lieftallige, kuise bruid zal daarom door William worden aangebracht op de plaats, waar nu het heilig aanschijn van onze Zoon prijkt. Het heilige gelaat, dat op het doek van Veronica achterbleef, zal de andere zijde van zijn kruis ontvangen.
Wanneer men later een beeld wil plaatsen van haren bruidegom, zal opnieuw en levendig, de heilige familie daar voor allen te zien zijn.
Dank en groet allen, die mij gedurende deze maand als toonbeeld van het huiselijk leven aanroepen. Uw zorgen zullen ook de mijne zijn!”

Aanmelden voor de nieuwsbrief