Dit was de dag waarop ik het moederschap mocht ontvangen van de H.Geest, door het bezoek, dat mij door de engel gebracht werd met de vraag of ik mij dienstbaar wilde maken voor deze heilige taak en mijne schoot wilde vrijmaken voor het goddelijk Kind.
Door velen werd ik tijdens mijn aardse leven benijd, daar ik de uitverkorene was geworden en géén vrouw die uit vooraanstaande familie voortkwam.
De Vader nam de allerminste aan onder zijn schepselen om zijn Zoon aan haar toe te vertrouwen. Velen in die tijd zagen deze maagdelijkheid als bedrog waarvoor ik gekozen werd.
Doch de Vader besliste, niet ik ! Alleen liet Hij aan mij de keus het “jawoord” te geven. Na dit uitgesproken te hebben aan de bode van God wist en voelde ik dermate welke zware taak mij te wachten stond. Zelfs voor mijn maagdelijke echtgenoot Jozef moest ik mijn gegeven woord nog verborgen houden. Ik begreep echter vanaf dat ogenblik, dat hij, wanneer mijn moederschap merkbaar was, dit als een teleurstelling moest verwerken. Was het soms ongewoon, dat hij bij het aanschouwen van de omvang mijner schoot hevig geschokt was in de ontrouw zijner bruid Maria? Was dit niet één van de vele smarten die wij verduren moesten ? Ik word genoemd de levende vorm Gods, daar in mij alleen natuurgetrouw de Godmens gevormd werd, zonder dat Hem ook maar ooit één enkele trek der Godheid ontbreekt. Altijd zullen er in de geschiedenis mensen zijn, die niet geloven, dat ik de maagdelijke moeder werd van Jezus de Zoon van de levende God. Evenzeer zullen niet allen aannemen, dat ik boodschappen naar de aarde zend, omdat zij van mening zijn, dat deze niet door de hemel werden uitgegeven.
Dat kan toch immers niet ! De moeder Gods zal toch zo niet spreken in het leven van de mensen. Dit is komedie, een zuiver toneelspel, een waar verzinsel. Hoe lang en veelvuldig zijn immers deze Boodschappen? Neen, aldus de mensen, dat kunnen geen hemelse woorden zijn, die de moeder Gods zou gesproken hebben.