9 mei 1982 – 03.30

Als Moeder van alle kinderen wil Ik tegenover u niet langer meer zwijgen en wens daarom Mijn Woorden tot u te richten.
Alhoewel u dacht, dat Ik u niet verstond, heb Ik aldoor geluisterd naar hetgeen u Mij te zeggen had. Uw verlangen, uit te zien naar een Moeder, Die u wat bieden zou, streelde Mij.
Ieder vonkje, dat Ik uit uw aller harten zag ontspringen uit liefde tot Mij, is als een vuurzee geworden en deze barst nu los als een orkaan om als een vuurbal uiteen te spatten en al deze stralen te doen weerkaatsen op hen, die deze met zoveel zorg en liefde bijeen hadden vergaard.
In Mijn zielsvreugde hebt gij weten door te dringen, daar Ik Mij verheug over de zegepraal Gods die in deze wereld gebleven is.
Ik beschouw daarom niet de zegepraal als nog moetende komen, maar als reeds te zijn behaald.
Al lijkt voor velen de wereld aan grote macht te bezitten, Ik zie haar hoe langer hoe meer verslagen worden, neergeworpen en door Jezus Christus zegevierend !
Werp met Mij, op den Allerhoogste steunend en met Jezus in uw harten, een blik op de wereld.
Hoe klein is zij, vergeleken bij de eeuwige woningen ! En hoe verschijnt zij thans aan u in een geheel andere gedaante dan op den dag, waarin de bedriegelijke glans harer ijdelheden zich aan uw ogen vertoonde !
Dit komt, omdat het Licht des Hemels dat u bestraalt de menselijke dingen geheel anders doet inzien.
Het drukt de hoogmoed der wereld en haar ingebeelde grootheid neer, maar verheft de eenvoudigen en ootmoedigen van hart.
Leer met Jezus de wondere tegenstelling tussen God en de wereld bevroeden, wat zeggen wil begrijpen, vermoeden.
De wereld schept er genoegen in om alles wat van de Hemel komt te vernederen, maar God schept er behagen in om alles wat de wereld hoogschat teniet te doen.
Welke is nu de ziel die God verheerlijkt ? Een in onbekendheid levende, zich over niemand beklagende en in zichzelf vergetende ziel.
Treedt met alle ernst in de gedachten van Uw Moeder en acht gelijk Zij, de ijdele oordeelvellingen der wereld voor niets.
Dring nog dieper door in de Goddelijke Geboden en gij zult bemerken, dat al uw handelingen, zelfs de beste, oneindig ver nog van de volmaaktheid verwijderd zijn en dat gij de geboden Gods ternauwernood naar de letter onderhoudt.
De grootste vreugde van Mij was, te gevoelen in een Zuivere Schoot, de Verlosser, Uwen en Mijnen God innig met Mij verenigd.
Ook u is het gegeven in de zoete omhelzing der liefde van Jezus Christus de reinste vreugde te smaken. Want is Hij niet geheel ook de uwe ? Is Hij niet in u, geheel Hij het was in Mij ?
Maak de gevoelens van Ruth tot de uwen en zeg : “Neen Heer, ik zal U nooit verlaten, maar gaan waarheen Gij wilt !”, vastbesloten als ik ben op het innigste met U verenigd te blijven, zal ik U beminnen in het leven en in de dood !
Uwen Wil zal ook de mijnen zijn, want Gij zijt mijnen God !
Mijn kinderen, overal zie Ik u bloemen plukken om te plaatsen bij Mijn Beeltenis. Het zijn kleine witte kelkjes, vermengd met rozen, die door hun aangename geur elkander opvangen en door het ineenstrengelen een zee vormen van zoete innerlijke liefde.
Deze wereldwijdse bloemenpracht wordt overspoeld door het heldere licht der kaarsen, die als een warmtebron de knoppen doet ontluiken die nog gesloten waren, doch die niet langer door de blaadjes het hart geïsoleerd houden, doch hun warmte laten kaatsen, door zo de wasem te verspreiden om de kilte te weren, die de kwade geest aan het kweken was.
Als gij Mij zegt te beminnen, laat deze liefde dan overvloediger zijn, zodat deze uit zal vloeien naar Het Hart van Jezus Onze Zoon. Want Moeder en Kind blijven onafscheidelijk met elkaar verbonden.
Let niet zozeer op het schrijfwerk, met misschien wat kleine foutjes, die blijkbaar voor enkelen een addertje onder het gras betekenen, let evenwel eerder op de inhoud van de Woorden, Die een Moeder spreekt tot al Haar kinderen.
Ook zult u nimmer op de ongerechtigheden van anderen letten, maar toon veeleer uw goede voorbeeld om daardoor duidelijk te maken, dat het ook anders kan.
Leef als broeders en zusters onder elkaar, aan in vreugde en verdriet, aan in het streven naar het goede, want dan zult ge een Moeder ontmoeten, Die u belemmeren zal het kwade na te jagen.
Weet, dat ge rusten kunt aan een Zuiver Hart, dat naar elkeen Haar liefde zal blijven uitstralen, totdat Het al Haar hulpzoekenden veilig weet en scharen zal naar de eeuwige Woontent van Haren Verlosser, Jezus Christus.
Want door Zijn Geboorte mocht Ik de Voedster zijn voor Deze Bron, Die Haar Wateren gebood vruchtbaar te worden voor de Boom des Levens om alzo de kinderen voort te brengen van gerechtigheid en zaligheid.
Daarna zal Ik voor u zijn de Deur des Hemels, Die de Poorten openen zal van de Toren die uit Davids Stam werd voortgebracht.
En met de Wijsheid, waar Zij Haar Zetel houdt, zal Zij Haar kroost verzamelen om zo het heil te brengen voor allen, die nog verre verwijderd zijn van Haar Moederhart.
Trek daarom samen ten strijde om aan elkeen de overtuiging te geven, dat Ik hun Moeder ben !
Ik mag u allen zegenen door de Vader, Zoon en H.Geest en u ruimschoots met Hunne Genade overladen !
Dan zal de vrede met u allen zijn !

Aanmelden voor de nieuwsbrief