9 augustus 1990 – 14.05

Mijn geliefde kinderen !
Waarom zou Ik U na zo’n lange pelgrimsreis niet tegemoet willen komen. De meesten hebben hun vacantietijd goed besteed, maar er zijn altijd kinderen die Jezus, Mijn Zoon en Zijn, en Uw Moeder, pijn hebben gedaan.
Toen Jezus nog op de aarde vertoefde Spuwde Hij eens bij een blinde in zijn ogen.
Deze Handeling van Jezus is Geheimzinnig.
Hij schijnt de mens daardoor te willen aanduiden, dat de ogen der ziel dikwijls minder door onwetendheid dan door onreinheid gesloten zijn.
Gij Mijn kinderen moet ze allereerst reinigen van hetgeen ze ongeschikt maakt om het licht in zich op te nemen.
In de nacht der zonde is de ziel van alle steun beroofd; zij is eenzaam en verlaten als in een duistere woning, die zij zou willen ontvluchten, indien het in hare macht stond.
Wellicht trekken sommige, weinig in het oog vallende, maar toch wezenlijke gebreken niet genoeg Uw opmerkzaamheid, voordat U tot de H.Tafel nadert.
Al hebt gij U geen grote overtredingen te verwijten, hebt U toch altijd zwakheden te belijden en te boeten.
Gij moet U zonder veinzen beoordelen, U vernederen en niet zwijgen gelijk de blinde van Betsaïda, wiens onverschilligheid de genezing zozeer bemoeilijkte en vertraagde.
Het Speeksel, waarmede de Zaligmaker de ogen van den blinde bevochtigde, is verder het afbeeldsel van de Wijsheid welke Zijn Tegenwoordigheid U altoos schenkt.
Wanneer gij Mijn kinderen zo dikwijls de Heilige Communie gaat ontvangen, leg dan minstens een van Uw onvolmaaktheden af: een boze luim onderdrukken, een verkeerde gewoonte laten varen, een nietswaardige genegenheid willen opofferen, zou Uwe ziel, langzamerhand wijzer geworden, Jezus een aangenaam Verblijf aanbieden.
In de Persoon van Jezus is alles Zegenrijk; Zijn Hand, Zijn Woord en Zijn Blik naar U.
Alvorens den blinde te genezen, wilde Jezus hem door de Vraag: “of hij iets zag”, eerst zijn ongeluk doen inzien en erkennen. Zo Handelt Jezus ook met U.
Hij laat U, voordat Hij U vergiffenis van zonde of andere Gunsten Schenkt, eerst Uwe ellende levendig gevoelen, opdat Zijn Gaven U niet hovaardig maken.
De mens schat de goederen, welke hij bezit, eerst dan naar waarde, als hij door het verlies ervan hun waarde heeft leren kennen. De zieke toont hem, hoe kostbaar de gezondheid is. De herinnering aan de verloren goederen doet hem des te vuriger verlangen naar die, welke Jezus allen Beloofd heeft.
Blijf moed houden en vertrouw op Zijn Hulp door het Rozenkransgebed. De waarde ervan is groot en staat niet veraf van het bijwonen der H.Mis en je hart schenken door Hem daarin te ontvangen.
De ondervinding van het tegenovergestelde is altijd de beste leermeesteres.
God onthoudt U van tijd tot tijd Zijn Gaven om U de Grootheid ervan te doen beseffen.
Kom, zodra Mijn Priesterzoon U Zegent, zal Mijn Moederliefde U bereiken en treffen. Ik groet allen !

Noot : In deze Boodschap wordt verwezen naar de genezing van de blinde van Betsaïda. Dit vindt U in het H.Evangelie volgens Marcus Hfdst. 8, 22 – 26.

Aanmelden voor de nieuwsbrief