9 april 1989 – 14.07

Kinderen, verwacht nimmer dat Ik tevergeefs naar U luister in al Uw moeilijkheden en verdriet.
Zelfs, wanneer U Mij niet meer zou beminnen, blijf Ik U liefhebben en steeds achtervolgen om U wederom te winnen voor ons Heilig Geloof.
Weet, dat Uw ziel Het Eigendom van God is. Bij iedere Heilige Communie neemt Jezus er bezit van. De dood vereeuwigt Deze Bezitname.
Zeg dus uit liefde tot Hem : “Heer in Uw Handen beveel ik mijn geest !”
Breng den Heer grootmoedig, zonder voorbehoud, het offer van U-zelven. Heeft U tot dusver de moed ontbroken tot het inwendige offer, waartoe de Genade U opwekte, schenk het dan in dit ogenblik aan Het Hart van Uwen Verlosser.
Aanbidt den Heer met eerbied, ootmoed en vertrouwen …..
Kost het U in het ogenblik, waarin gij Hem als Rechter vreest, enige moeite, Hem met de Namen van Vader, Verlosser of Bruidegom aan te roepen, vlucht dan in Zijn Hart …. verberg U in de Wonde Zijner Zijde, wat reeds zolang Uw Geliefkoosde Schuilplaats is.
Het kan U niet moeilijk vallen te sterven, wanneer gij met Dit Goddelijk Hart verenigd leeft.
Waar kunt gij een troostvoller waarborg vinden voor Uw zaligheid?
Vraag Uwen Goddelijke Verlosser, dat Uw leven een onafgebroken oefening van liefde en Uw laatste snik een akte van volmaakte liefde moge wezen.
Neem de dood met zijn schrikwekkende gevolgen met rustig vertrouwen aan en zeg : “Ik zal geoordeeld worden door Dengene, Dien ik liefheb !”
Sluit het graf Uws harten zorgvuldig; stel een wacht aan Uw zintuigen, opdat Hij door deze niet van U heengaat. Wees daarom niet moedeloos, want Hij leert U het dragen van het kruis te beminnen en er met Hem aan sterven.
Als U te lijden hebt of dat Uw leven volgens Uw mening schijnt op te houden, zeg dan : “Ik sta op en ga tot mijn Vader ! Ik heb gezondigd en ben niet waardig U te zien, maar ik bemin U bovenal, ontferm U mijner ! O mijn God, het is mij zoet mijn leven aan U op te offeren. Kom O Jezus, neem het en Zegen mijn laatste snik”.
Uw verdiensten zullen groot zijn als ge dit dikwijls herhaalt.
Alleen God de Vader zal, als de tijd er is, U van het aardse leven benemen om U binnen te voeren in het Eeuwige Vaderhuis.
Daarom mag geen enkele arts of wie dan ook het leven beeindigen van een zwaar zieke mens.
Vandaar is dan ook passieve of actieve Euthanasie altijd moord en ook als de lijdende mens er om vraagt.
Telkens wanneer er iets op handen is wat de Heer van Hemel en Aarde niet toestaat te doen, durft iemand met zekerheid te getuigen, dat hij reeds vooraf weet waarover Ik hier spreken zal. Deze persoon zal moeten toegeven, dat hij dan ook, in die punten waarover Ik spreek, zelve daarin te kort schiet.
Vandaar dat Ik, Uw Moeder, hier op deze plaats met klem erover spreken moet.
Al weet de Kerkelijke Overheid, dat Abortus Provocatus en Euthanasie, op welke wijze dan ook verricht, het leven ontnomen wordt, durft zij er in het openbaar vanaf de Kansel met geen enkel woord over te spreken om op te komen voor het leven.
Een van Mijn Priesterzonen, die opkomt voor deze twee zaken wordt zelfs nog in het belachelijke getrokken.
Bidt daarom kinderen, dat zij durven op te komen voor het prille leven en de lijdende mens.
Ik zal en blijf U steunen bij uw gebed en offer. Ga in vrede !

Aanmelden voor de nieuwsbrief