9 juli 1980 – 07.30 uur- Koningin van de Vrede en O.L.V. ter Wonderen.

Men verwachtte, dat er toch zeker vandaag een Boodschap uit de Hemel zou komen, want immers vandaag wordt op talloze plaatsen de feestdag gevierd als Koningin van de Vrede, maar ook O.L. Vrouw ter Wonderen. De meesten zien dan ook uit naar een bovennatuurlijk gebeuren. En hoort men bij toeval dat de artsen geconstateerd hebben, dat het ziektebeeld van deze mens plotseling een ommekeer heeft teweeg gebracht, waar ook doktoren verstomd van staan, dan wordt er gesproken van: Ja, de Wonderen zijn de wereld nog niet uit! En waarom zouden zij de wereld uit moeten zijn? Christus is nog zoals voorheen, altijd en overal! En steeds blijft Hij weldoende rondgaan. De ene hoeft alleen maar te roepen: “Heer, Heer help mij!” Terwijl de anderen jarenlang gebeden hebben. Hoe komt dat, vraagt men zich dan af, dat hij of zij wel geneest en ons laat de Heer maar in de steek? Het hoeft niet altijd te liggen aan het gebed, maar aan uw karakter. Doet gij wel genoeg voor uw medemens? Hebt gij wel voldoende liefde en begrip voor uw evennaaste? Of denkt ge bij uzelve: “Och elke mens moet maar voor zichzelf zorgen en God voor ons allen!” Deze uitroep wordt heel vaak gebruikt. Als de ene mens de andere helpt, wordt dit gebaar als een schakel gevormd en past ook altijd in elkaar. De ketting blijft steeds zoeken of er nog een schakel te vinden is, want de band van eendracht en liefde moet groeien! Men kan er nog meer tegenkomen, die hulp nodig hebben. En zo wacht de Heer totdat ook gij de nood gelenigd hebt. De ene mens wordt met rijkdom overladen, de andere met talenten, maar alle twee moet men ze goed weten te benutten. Want niet alleen het eerste moet men toepassen op zijn medemens, ook van het andere wordt verwacht, dat gij er gebruik van maakt deze gave met anderen te delen. Met andere woorden, iemand te gaan helpen waar nodig is. Soms spreekt men over: “Ik heb geen tijd!” Waarom zo’n drukte? Is het omdat u zo’n drukke praktijk hebt? Wees dan nimmer moe en breng hulp waar of die nodig mocht zijn! Deel van uw talenten, zodat ook anderen van u leren kunnen. God heeft ze u geschonken om ze goed te gebruiken, maar niet om er bij te rusten. Ook Hij, Die u dit alles gegeven heeft, kent geen rust. Altijd is Hij bezig met de mens, want overal wordt er een beroep op Hem gedaan. Want als ge Mij aanroept om verhoord te worden, dan gaat uw verlangen uit naar God! De Vader, Die Goedertieren genoemd wordt, zal Zijn Dochter toch immers niets weigeren? Neen, Hij zal Mij geen enkele gunst onthouden als het ook Zijn Heilige Wil is! Mijn verlangen is gelijk aan het Zijne. Ik heb geen begeerte buiten Hem om. Enkel en alleen doen Wij alles overeenkomstig. Wel wordt van de ene mens een groter offer gevraagd dan van de ander, doch in feite wegen zij even zwaar. Wel wordt er vaak op mensen gewezen, die niet bidden en ook niet ter kerke gaan, maar dat hij meer geluk heeft dan wie ook. Dacht ge, dat hij kon doen wat hij wil? Zal er van hem niet hetzelfde gevraagd, neen geëist worden, dan van jou Mijn kind? De Heer laat hem zijn vrije wil, doch niet voor altijd. Ook dit schepsel zal eens rekenschap moeten geven wat hij met zijn gave of zijn rijkdom heeft gedaan. Hij kon niet bidden, had het nooit geleerd, maar had wel een hart gekregen om te delen! Elke mens bezit liefde als men niet verblind wil zijn. Hierbij hoeft ge uw ogen niet wijd open te sperren, want in elke naaste omgeving wacht iemand op u! En als ge hem niet zien kunt, omdat het licht uit uw ogen is, hoort ge hem roepen. Mocht ge ook het gehoor verloren hebben, dan blijft er toch een hart over, dat gevoelig kan zijn voor de noden van uw evenmens. Mocht ook dit hart niet gevoelig zijn, dan bent gij een arm mens, dan kan men u beklagen. Want weet, dat gij een harde Leermeester hebt al is Hij de Goedheid Zelve, al wordt Hij een Liefdevolle Vader genoemd, Hij heeft een Hart, Dat boven alle liefden uitstraalt, maar datzelfde Hart is verhard door Rechtvaardigheid. En wie niet luisteren wil naar deze Woorden, Die Ik gesproken heb, zal af te rekenen hebben bij de oordeelsdag! Ook noemt gij Mij Koningin van de Vrede! Zou uw Moeder alleen deze Vrede moeten schenken. Gij kunt zorgen, dat er overal rust en orde komt als ge bij jezelve begint. Kijk niet naar wat je buren doen, maar zie naar je eigen manieren en probeer aan te vullen als ge voelt, dat de maat van de liefde opraakt. Sta niet stil, want de tijd is kostbaar! Wel moogt ge genieten als ge aanvoelt, dat ge voldoening hebt over al je goede werken, over het gebed, maar vooral over de liefde. Want waar liefde heerst, daar hoeft men niet te smeken om vrede! Als men dit laatste woord op zichzelve kan toepassen zijn er geen oorlogen meer, is er geen armoe, doch ook geen lijden. Dan is men gekomen op de plaats waar God heerst. En daar alleen is liefde, vrede, eenheid en geduld, maar bovenal de zalige rust! Men mag van het leven genieten als men maar deelt van zijn eigen geluk. Dan pas is er de vrede, dan ziet men de wonderen en vindt men de ware geest van eendracht. En als ge dit alles bekomen hebt, voelt ge de liefde in u. Opnieuw roep Ik, neen smeek Ik dan: Geef elkander de hand en hou die vast om Hem nooit meer los te laten! Dan zal alles nieuw worden en samensmelten tot éne ware offergeest, één van hart en één van liefde! De Heer, Die allen Liefheeft, Zegene u! Maar houdt Zijn Hand dan vast om Hem nimmer te laten gaan! Dag kinderen!

Aanmelden voor de nieuwsbrief