8 december 1979 – 05.30 Maria, Onbevlekt Ontvangen

Elisabeth, vrees niet! Ik ben gekomen om te spreken tot de mensen.
Vandaag viert de Kerk de gedachtenis van Mijn Onbevlekte Ontvangenis!
Daarom moogt ge Mij nu aanschouwen als een Witte Lelie getooid met een bruidsschat van Genade, die gij als sieraden ziet hangen rond Mijn Maagdelijkheid. En onder Mijn Mantel der Gerechtigheid ziet gij de Vleugelen van een witte Duif, het teken van Mijn Onbevlekte Ontvangenis.
Ik ben gekomen om allen het Licht te brengen van de Heilige Geest. De Vader heeft door Mijn Onbevlekte Ontvangenis een woonplaats bereid voor Zijn Zoon.
Voordat de heuvelen er waren, ontving Ik het bestaan. Hij, die Mij zoekt, vindt het leven en ontvangt het eeuwige geluk van het bestaan.
Mijn kinderen luister naar Mij, de Moeder van God, maar ook uw aller Moeder, die in Lourdes aan Bernadette de verzekering gaf dat zij de Onbevlekte Ontvangenis gezien had, want Onbevlekt was Ik reeds vanaf den beginne.
Voordat de aarde geboren werd, was Ik geworden en voorbereid Moeder te zijn van de Allerhoogste, Die Verlosser voor Zijn volk zou zijn. Voor al het geschapene was Ik reeds bij Hem en beschikte alles met Hem! Het was voor alle eeuwen al bij de Vader bekend, dat de Maagd, Die Maria zou genoemd worden en voortgebracht uit Joachim en Anna, Medeverlosseres zou zijn.
Daarom, Mijn kinderen, luister naar het gesproken Woord, dat deze Onbevlekte u brengen zal!
Weet, dat God al Zijn Genade door Mij uitdeelt aan de mensen. Zijn Leven past Hij door Mij op de zielen toe!
Zijn Rijk zal Hij vestigen door het Mijne en voor eeuwig geeft Hij Mij aandeel in al wat Hij doet als Middelaar tussen God en de mens.
Hebt elkander lief, want dan alleen pas eert men God! Zonder dit Gebod betekent men niets.
Zelfs al zou de mogelijkheid bestaan, dat gij de wereld kon vastketenen aan de aardbol, dat gij de mensheid zoudt kunnen opwekken uit de doden, waart gij niets als gij de liefde niet bezat.

Indien de vrees niet van de liefde vergezeld gaat, kan zij de ziel hoogstens behulpzaam zijn, dat deze niet afwijkt van de Geboden Gods. Zij zal de ziel redden, maar haar niet opvoeren tot de heldenmoed, die de heiligen vormt. Zij laat te veel heerschappij over aan de eigenliefde, die haar van een boven-natuurlijke in haar oorsprong tot een natuurlijke maakt in haar werking.
“Vreest niet Maria”! dit waren de eerste Woorden, die de Engel Gabriel sprak tot de Onbevlekte!
Voor Zij ontvangen werd, waren deze Woorden nog niet gesproken, maar op hetzelfde ogenblik dat de Duif der Goddelijke Drieeenheid Haar de Vrucht in Haar Schoot plantte.
Nu zal Ik tot u allen roepen: Vreest niet, Mijn kinderen. Als gij zuiver van gedachten bent, voorzichtig in uw woorden, krachtdadig in al uw handelingen, medelijdend met het lot van uw evennaaste en ijverig in het gebed. Als gij waakt hoeft gij niets te vrezen!
Martha stelde zich alleen tevreden door te zeggen: “Heer, dien Gij Liefhebt is ziek”! Zij vroeg Hem niet om Lazarus te genezen, maar herinnerde Hem er alleen maar aan en de Heer wist voldoende. Hij kende haar verlangen.
Zo moet ook gij spreken tot Hem: “Heer, dien Gij Liefhebt is krank”! Op deze wijze moet gij Hem alles wat u aangaat vertrouwelijk mededelen, inzonderheid de vrees, die u weerhoudt te midden uwer kwellingen tot Hem te naderen. Aarzel niet langer Hem al uw gebreken te openbaren.
“Heer, dien Gij Liefhebt is ziek”!, want zij is vol van eigenliefde.
Hoe zelden kan men zijn harteleed gedurende geruime tijd toevertrouwen aan zijn vriend, zonder hem door de gedurige mededeling ener ontroostbare droefheid te vervelen. Gij moet u zelve wegcijferen en uitsluitend anderen opvoeren in het oog der mensen.
Te Nazareth werd Jezus nauwelijks door iemand anders gekend als door Zijn Ouders.
Gedurende Zijn Openbaar Leven troostte Hij de bedroefden, die tot Hem kwamen, slechts in het voorbijgaan.
In het Tabernakel is Hij alleen zichtbaar voor de Engelen, doch in de H.Communie deelt Hij Zich aan allen mede door en met de grootste Liefde!
Hoe dikwijls heeft Hij niet tot uw harten gesproken: “Ween niet, Mijn kinderen, want Ik heb u Lief, omdat gij het evenbeeld Mijns Vaders zijt”!
Ik bemin u omdat gij de tempel zijt van de H.Geest!
Niet alleen word Ik genoemd: Uitdeelster der Genade en Poort van het Hemelse Jeruzalem, maar de Witte Lelie in het midden der doornen.
Ja, de Dageraad der Zon van Rechtvaardigheid, de Grondvesting van uw geloof!
Op de dag, dat Hij Mij geheel Vlekkeloos en Zuiver vormde, verrijkte Hij Mij met de verhevenste Gave. Die ontzaglijke waardigheid ontving Ik reeds voor Mijn geboorte, Moeder van God te zijn en te worden Moeder van alle mensen.
Als gij, Mijn kinderen, de liefde, die Gij Mij geeft aan elkaar zoudt kunnen koppelen, stak dit niet uit boven de Liefde, welke Ik u elk afzonderlijk toedraag.
Ziet gij het leed in de wereld niet? Ziet gij ze niet hongeren en dorsten naar die ene vonk, die liefde heet?
Kom, groei aan in liefde tot elkander en haast u, want de dagen die nog resten om uw haat in liefde om te zetten bekorten zich!
Laat de Gerechtigheid zegevieren!
Wee hij, die de mens kwelt in zijn onschuld, hij zal de boom nooit aanschouwen, die de Vrucht voortbracht van Gerechtigheid en Zaligheid.
Zover het uitspansel zich uitstrekt zal Mijn Onbevlektheid de mens doen sidderen in de schaduwen des doods. Doch nimmer zal Ik hen verlaten, die tot Mij hun toevlucht nemen.
Ik zal zijn en blijven de Zoete Hoop der zondaars, maar de Spiegel voor hen, die berechten.
Al is het pad, dat gij bewandelen moet, zwaar, roep Mij dan bij Mijn Naam en het zal niet alleen lichter worden in de draagkracht, maar ook lichter worden als sneeuw, want gij ervaart dan de Zon der Gerechtigheid, de Spiegel der Wijsheid!
Moge de Allerheiligste Drievuldigheid het Zegel drukken op de Heilzame Handeling van Mijn duurzame Zegening voor u allen!
Ik zal u wassen met de Reinheid van Mijn Ontvangenis, dan zult gij juichen als gij de rechtvaardigheid verkregen hebt.
Ik keer terug tot Hem Die Mijn Onbevlekte Maagdelijkheid heeft voortgebracht.
Dag kinderen!

Aanmelden voor de nieuwsbrief