7 februari 1979 – 19.45

Mijn kinderen, de mens houdt niet op om onschuldige wichtjes te doden.
Weet, dat de Vader de Geest zendt, want in het lichaam van de vrouw wordt een nieuw leven opgewekt. Al degenen, die het kind doden voor hun geboorte, laden op zich het oordeel van leven en dood van een mens, een schepsel van de Vader, dat recht heeft om te leven.
Daarom blijft men schuldig aan overtreding van het Gebod, dat van de Vader komt “Gij zult niet doden”.
Misschien denkt de mens zich in onschuld te wassen, zoals Pilatus deed.
Hun handen wassen in onschuld voor het vergoten kinderbloed!
Elke vrouw, die deze ingreep heeft laten plegen zal vroeg of laat een psychische inzinking krijgen. Bij de aan komt de wroeging later dan bij de ander.
Het gebrek aan eerbied voor het leven van hun eigen kind is een aantasting van de eerbaarheid van het moederschap.
Abortus zal altijd het gevoel bij de vrouw verwekken, dat ze iets vernietigd heeft, dat toch als moeder haar levensdoel was!
Ze kan haar gestelde daad nooit meer ongedaan maken.
Het van kant maken, het uitmoorden van weerloze onschuldige, ongeboren kinderen kan niets bij brengen om het zalige genot.
Het zal hun blijven knagen en zij zullen zich altijd een opgejaagd mens voelen.
Bidt daarom Mijn kinderen, dat men gehoor geeft aan deze oproep.

Aanmelden voor de nieuwsbrief