6 oktober 1985 – 14.15

Mijn geliefden, luister wat Ik u zeggen ga.
Met een eeuwige liefde heb Ik u bemind. Dit woord was het eerste wat Jezus onder het hulsel der H.Hostie verborgen tot u richtte.
Zijn voortdurende tegenwoordigheid in het Aanbiddelijk Sacrament des Altaars herinnert u aan die oneindige liefde, welke zich van eeuwigheid aan u wilde schenken.
De H.Hostie is het middel om dit doel te bereiken en u zelfstandig met Hem te verenigen. Zij is een reine, heilige, vlekkeloze, der Goddelijke Majesteit welgevallige Offerande, door welke Hij, na eerst aan God te zijn opgedragen in het H.Sacraficie der Mis in uwe nietigheid afdaalt. Hij komt dus onmiddelijk uit de Hemel tot u. Houdt u met deze gedachten godvruchtig bezig.
Voor Hij ging sterven heeft de Zaligmaker door de instelling van het H.Sacrament uw hart tot laatste rustplaats gekozen en Zijn Heilig, in het kleed der onsterfelijkheid gehuld Lichaam, voor u bestemd. De H.Hostie is de wolk, die Zijn glans verbergt, maar deze houdt noch zijn liefde, noch de uitstorting zijner genade tegen.
Aanbidt Hem met eerbied. Geef u geheel aan Hem. Verlaat u op Zijne trouw, die altijd dezelfde blijft en nooit verandert.
Hoe vaak bidt en smeekt ge niet zonder er bij na te denken.
Geef ons heden ons dagelijks brood. Zo luidt de bede die Hij op uwe lippen en in uw hart heeft gelegd en spoedig daarna geeft Hij u, om u nog begeriger naar dit Brood te maken, de verzekering, dat het Zijn Vlees is.
En vergeef ons onze schuld. Ja, alvorens gij Hem in uw hart ontvangen gaat moet gij u eerst zuiveren van alle smet. Van zuivere smart zoudt gij moeten wenen Hem beledigd te hebben, of van bezorgdheid Hem beledigd te zien door hen die gij liefhebt. Misschien zijn het uw kinderen die niet naar uwen goeden raad willen luisteren, of uw broers of zusters, die menen het beter te weten welke wegen in te slaan.
Gelijk ook wij vergeven aan onze schuldenaren. Als gij deze gebeden naar waarheid zoudt kunnen uitspreken, ware er minder dorheid.
Verlos ons van het kwade. Dagelijks vraagt uw hart hierom en toch valt gij telkens weer in dezelfde schuld. Waarom straft de Heer als gij Hem om vergeving smeekt ? Hij kastijdt de mens om hem tot volmaaktheid te doen geraken. En gij vraagt toch, waar blijven de rampen die voorspeld zijn door Uw Moeder vanuit de Hemel ?
Ziet gij dan niet, dat de Arm van Christus naderbij komt ?
Steeds heb Ik tot nu toe kunnen verhoeden wat op u lag te wachten. De natuurrampen laten u zien, dat God regeert, maar u vooraf waarschuwt om nog beter te leven, om nog meer uzelve op te offeren om het goede in die ander te bereiken, misschien wel in uw kind.
Bidt daarom veel om van dit geweld gespaard te blijven. Iedere mens wil leven, wil zichzelf redden. Maar hoevelen denken nog aan het lot van die ander, die ook wil leven ?
Het allerkleinste zaadje, het ontluikende leven, het beginnende mensje, hij hoort er niet meer bij. Voor hem is er geen plaats in deze maatschappij. Hij moet ruimen, want de kruimels van uw brood moesten hem eens in leven houden.
Bidt voor deze wereld, bidt voor de straffeloze mens, die geen kans ziet om lief te hebben, geen kans ziet om bemind te worden, geen kans ziet om nieuw leven te geven, geen kans krijgt om de wereld te leren kennen.
Wat… de wereld niet leert kennen ? Hij heeft reeds kennis gemaakt met de harde hand van zijn moeder, zijn moordenaars.
Vlecht een krans van rozen in deze oktobermaand voor hem, door deze kleine te tonen aan de wereld, omdat hij deze liefdeskrans nooit gekend heeft. Elke mens vraagt naar een beetje liefde, meer begrip, meer bescherming, meer genegenheid.
Vlecht den krans van rozen voor de lijdende mens, voor hem die gemarteld wordt. Vlecht hem voor uwen Opperherder, uw bisschop, dat hij beter begrepen wordt. Vlecht hem voor den Priester, die Jezus brengt aan de zieke, aan de noodlijdende mens. Vlecht hem voor Uw Moeder, Die hem zal aanbieden aan de Vader, om u van alle schuld te bevrijden en te verlossen van het kwade. Amen.
Moge het zo zijn en blijven. Dag kinderen ! Wees gegroet !

Aanmelden voor de nieuwsbrief