6 januari 1981 – 05.45 – Driekoningen

Komt allen die geroepenen zijt, want de ster brengt u in herinnering,
dat de Verlosser Geboren werd. En wie zou met het woord geroepene
bedoeld zijn? Waarom ziet gij elkander nu aan? Behoort gij dan niet
allen tot Mijn verwanten? Als gij u noemen wilt broeder of zuster van
elkaar zijt gij het ook van Jezus de Messias. En zo bezit gij dan
tezamen aan Vader en aan Moeder. Gij kinderen zijt door Gods Genade tot
Christus geroepen. In Zijn Kerk zijt gij opgenomen en daarom met Hem in
liefde verenigd. Moest gij God niet danken, dat gij de Gave van het
Heilig Geloof bezit? Sluit u dan aan bij de Herders en de Wijzen uit het
Oosten, want zij hebben de weg gevonden die tot verering en aanbidding
leidde. Wanneer gij aanvoelt, dat niet allen geschaard zijn in de kring
van aanbidders, bidt dan tot uw Heer, dat allen het licht mogen vinden
en de duisternis achter zich laten. Want als niet allen het licht willen
zien, zal Jezus opnieuw moeten vluchten, want de kinderen van uw
kinderen worden reeds gedood. Volg daarom de kleine kudde die de ster
nog durft te volgen al zult gij er alleen vinden het tranendal en het
lijden, de vernedering en het gebed. Ontvlucht het lijden niet en ga
niet alleen op zoek om het geluk te vinden, want dan zult ge ontdekken,
dat ge aan de wereld behoort. Deze wegen zult ge kennen aan de genoegens
en vermakelijkheden en ge vindt ze met bloemen bezaaid. De wereld is op
weg om zichzelf tot heerser uit te roepen, want de Stem, die hen op de
achtergrond wordt ingefluisterd wil men niet vernemen. Maar hoe kan men
die Zachte Stem vernemen als men staat temidden van het gewoel der
wereld? Jezus kwam te middernacht om ongemerkt te verschijnen en niet op
te vallen. Hij groeide op in onbekendheid tusssen Zijn Ouders. Het
Huisje van Nazareth hulde Zijn Goddelijke Persoon als in een dichte
sluier. En tot die leeftijd gekomen, waarin de vermogens van de geest
zich beginnen te ontwikkelen bij de meesten, koos Hij de onderworpenheid
boven de uitoefening der macht. Als gehoorzame Zoon vervulde Hij met
kinderlijke Liefde al de wensen van Zijn Vader en Moeder. Zijn Zending
volbracht Hij door Zijn aanhoudend gebed. En Zijn voortdurende
verzameling des geestes was een terugkerende hulde aan God. Elke staat
legt plichten op, die inspanning vorderen, doch uw voorbeeld maakt de
vervulling ervan gemakkelijk. De natuur schuwt haar, doch met de hulp
Zijner Genade kunt gij trachten er tot het einde toe in te volharden!
Door de aandachtige beschouwing van Jezus’ Verborgen Leven kan men zich
de Deugden voorstellen welke Hij gedurende dertig jaren beoefende. Een
innerlijke werking des Heren zal u altijd en overal volgen. Ge ontwaart
ze in de gewetenswroeging, die u kwelt in het lijden, dat u loutert, in
de inspraken die u tot nieuwe ijver opwekken. Er is geen groter beletsel
dan de hoogmoed, die volgens een diepzinnig Woord van de H.Schrift,
niets anders is dan een afval van God, een weigering aan God te
gehoorzamen. Wanneer gij uw ziel voor de hoogmoed opent, sluit gij haar
voor Gods Liefde. Gevolg hiervan is de verlaging van uzelve en de
daarmede gelijke tred houdende verwijdering van God. Ziedaar, waartoe
iedere neiging, die niet wortelt in de Liefde Gods, de mens brengt. Uw
land, uw regering is op weg om het Gebod van de Schepper van al het
bestaande te vernietigen. Als gij zegt, dat gij uw vader en uw moeder
liefhebt, hoe kunt gij dan uw eigen kind verstoten? Dan eert gij noch uw
vader, noch uw moeder, want zij zouden het leed, wat zij verduren
moesten, niet kunnen overleven. De Heer heeft niet alleen gezegd: “Gaat
en onderwijst”, tot Mijn Priesterzonen, maar tot hen, die tezamen aan
vlees willen vormen: “Gaat en vermenigvuldigt u”. Als een man een
nageslacht niet schroomt, doch de vrouw wenst dat niet, is zij schuldig
aan het kwaad wat aan hartstochten bedreven wordt.

De vrouw die gehuwd is, zal vruchtbaar zijn tot een zekere grens en
volgens Gods Plan. Vrees daarom niet om uw huwelijksplichten te
vervullen. Een mondje meer aan uw tafel zal u niet verarmen. Eén zieltje
meer zal de Hemel verrijken, maar zal ook u voeren naar de hoogste top
der volmaaktheid. Waarom zoekt gij steeds naar gezelschap, doch verstoot
uw eigen zaad? Denk niet, dat er geen einde zal komen aan uw wellusten
des vleeses. Want eenmaal zult ook gij uw laatste tocht afleggen en dan
zal uw Heer vragen: “Wat hebt gij met Mijn kinderen gedaan. Hebt gij ze
onderdak verschaft en liefdevol opgenomen in uw huis of hebt gij ze
niet willen kennen?” Hoe kunt gij zeggen, dat, die gij niet kent, ook
niet beminnen zult. Hebt gij uw Heer lief, al hebt gij Hem nimmer in
Zijn Persoon ontmoet. Hoe durft gij ja te zeggen als gij iets, wat van
uzelf kon zijn, verafschuwt om te ontmoeten. Wee degene, die aan van
deze kleinen niet alleen verstoot, doch zijn leven ontneemt, het ware
beter dat hij zelve verstoten was. Mijn kinderen, laat Mij niet langer
meer roepen en bidt tot God de Vader, dat Hij Zich ontfermt over hen,
die verstoten of verstoten worden. Deze tijd brengt u voortdurend in
herinnering tot het Goddelijk Kind. Laat dat Jezuskind niet in de kou
liggen, maar geeft Hem alle liefde, die Hij waardig is, door in Hem en
met Hem, elkaar die vrede door te geven. Vreest niet om uw Heer al uw
zwakheden bloot te leggen en durf dan te kloppen op uw borst en met
stille overtuiging: Heer ik ben niet waardig, dat ik Uw kind mag zijn!
Hij kent al uwe ellenden en weet, dat Hij Zelf het Leven uwer ziel is en
ze met Zijn Deugden als een kleed zal bedekken. Wenst gij de Zegen te
ontvangen, maak u dan nederig en klein en durf knielend te betuigen:
“Mea Culpa!” Mijn Moederhart houd Ik voor u allen geopend. Kom dan en
verschuil er u geheel en al, opdat de Zegen op al Mijn kinderen rusten
zal! Moge het zo zijn, nu en in alle eeuwigheid!

Aanmelden voor de nieuwsbrief