Kinderen, luister goed wat Ik u nu zeggen zal.
Allen zijt ge op weg naar Goede Vrijdag, de Grootste Lijdensgang van Jezus Christus. Hebt u er zelve iets aan gedaan ? Bent u aan ogenblik met Hem den berg van lijden beklommen ? Hebt u misschien ook maar aanmaal den Kruisweg begaan, door aan uur vrij te maken door die ontroerende gebeden?
Hoe gelukkig zoudt gij wezen, wanneer de Gekruisigde Jezus zo zeer uw harten vervulde, dat gij aan niets anders dacht als aan Zijn Liefde en Smarten ! Hij heeft eens Zijn Leven gegeven en al Zijn Bloed vergoten om u allen te verlossen. Opnieuw moet Hij den Kruisberg betreden, want elke dag opnieuw doorboort men Zijn Hart, de wereld is vraatzuchtig naar haat en nijd voor elkaar en zet Hem voor de schuld die niet aanwezig is.
Het lijden en het ongenoegen wat de mensen elkaar aandoen wordt daarbij telkens de vraag gesteld : Waarom laat God dat toe en waarom zorgt Hij niet, dat zoiets niet gebeuren kan?
Wanneer iemand lijden moet om het verlies van die ander, waarom moet dat nou? Ja, stel uzelve eens de vraag : Waarom moest Jezus zo’n wrede geseling, zo’n onmenselijke pijnlijke doornenkroon en zo’n laffe Kruisdood ondergaan?
Zolang uw hart van alles verlangt en bezit, durft gij Uwen Goddelijke Verlosser, van alles beroofd, hangende aan Het Kruis, niet vrij aan te zien en zijt gij nog niet doorgedrongen in den zin van dat verheven woord : “die ter liefde van Mij het overbodige bezit niet deelt met die ander is Mij niet waardig “.
Deins niet terug voor de smarten die de hemelvreugde voorafgaan. Beschouw met de ogen des geloofs Uwen Verlosser. Kus in den geest de Wonden van Zijn Handen en Voeten. Nader eerbiedig tot de Wonde van Zijn Beminnelijk Hart. Vang enige druppelen op van Het Bloed, dat er uitvloeit.
Aan het Kruis heeft Jezus Zich Verloofd met de Kerk en uit die vereniging zijt gij geestelijkerwijze geboren.
Bemin en aanbidt den Oorsprong van uw leven, den Bewerker uwer Zaligheid.
Jezus toont u Zijn Wonden, niet zozeer om medelijden op te wekken, als wel en veel meer nog, opdat gij u zoudt verheugen het voorwerp van zulk een grote Liefde te zijn. Hij vraagt u in Zijn Liefde te blijven, Hem naar Calvarie te vergezellen, uw kruis, het kruis van deze dag, zelfs van dit ogenblik, in vereniging met Zijn Kruis, waaraan Hij gestorven is, te dragen en het steeds met meer liefde te aanvaarden, waar en op welke wijze het u wordt aangeboden.
Luister naar Mijn Boodschap die gij nu nog ontvangen moogt, want er zal een tijd komen, dat u Mijn Woorden niet meer horen zult.
Wees daarom blij, dat er deze Plaats is waar u Mij telkens ontmoeten kunt en voelt, dat Ik dicht om u heen ben.
U gaat wellicht naar verre landen waar Ik eens gesproken heb of waar Ik nimmer was, noch kom. Maar hier kunt u Mij van dichtbij weten.
Gaarne wil Ik u met Mijn Mantel der Liefde bedekken en mag dit doen op het ogenblik, dat Mijn Priesterzoon u allen zegent.
Wees verheugd met deze bijzondere, genadenrijke ogenblikken.
Ik groet u !