5 april 1985 – 14.40 Goede Vrijdag

“Ziet hier de Lijdende Godmens !”
Een mens die lijdt omdat Hij God is ? Hoe is dat mogelijk, een God kan toch niet lijden ? Deze gedachten passeren zo vaak de gedachten der mensen.
De mens gelooft alleen wat hijzelf gezien heeft of meegemaakt.
Neen kinderen, geloof Mij, als u dit bloedige tafereel van Uwen Heer had aanschouwd, waaronder de geseling, zoudt gij uw ogen gesloten hebben, omdat ge er niet tegen kon. De vele martelingen, de opengereten delen van Zijn Heilig Lichaam, Zijn bloedige, opgezwollen Ogen, als u dit alles aanschouwde, zoudt gij uw ogen gesloten hebben, omdat u er niet tegen kon. Gij zoudt vluchten en uw oren sluiten om het gejoel en gekrijs van de beulen niet hoeven op te vangen.
Als deze Godmens niet geleden zou hebben, hoe had Hij dan deze klacht kunnen uiten : “Vader, indien het mogelijk is, laat deze kelk aan Mij voorbijgaan !”
Herinnert u Zijn bloedig Zweet, Zijn beste vrienden, de Apostelen, die Hem alleen lieten omdat de slaap hen overmande.
Hoe zou een mens kunnen rusten als zij hun Broeder zagen lijden of hun kind, dat in de allergrootste nood verkeerde ?
De gevangenneming en gesleept worden van de ene rechter naar de andere, van Pilatus naar Herodus. Hij wordt geboeid en een wrede geseling achtervolgt Hem, de kroon van doornen, Hij wordt veroordeeld.
Dit alles is u bekend, want het wordt u gezegd en het staat geschreven. Maar wie Hem liefheeft en met de ogen des geloofs dit alles aanschouwt, zal nadenken over dit nameloos wee, de allerbitterste verlatenheid, de onterende mishandeling, de naaktheid. Hij wordt met de balk beladen, Zijn Eigen Kruis, waaraan Hij sterven zal, het Kruis dat uw redding werd.
“Wij aanbidden U Christus en loven U, omdat Gij door Uw Kruis de wereld verlost hebt “. Hoevelen op deze wereld bidden dit vandaag? Tallozen uiten deze kreet, maar het wordt eerder gezegd dan begrepen. Het wordt een sleur, men denkt er niet eens bij na.
Deze woorden heeft men geleerd, het is een sleur geworden.
Aan Het Kruis heeft Jezus Zich verloofd met de Kerk en uit die Vereniging zijt gij geestelijkerwijze geboren.
Bemin en aanbidt den Oorsprong van uw leven, den Bewerker uwer zaligheid. Jezus toont u Zijn Wonden, niet zozeer om medelijden bij u op te wekken, als wel en veel meer nog, opdat gij u zoudt verheugen het voorwerp van zulk een grote liefde te zijn.
Hij vraagt u om in Zijn Liefde te blijven, Hem naar Calvarie te vergezellen, uw kruis, het kruis van deze dag, zelfs van dit ogenblik, in vereniging met Zijn Kruis, waaraan Hij gestorven is en Zijn Hart liet doorboren, te dragen en het steeds met liefde te omhelzen, waar en op welke wijze het u wordt aangeboden.
Bidt Jezus u te leren het kruis bereidwillig te dragen en aan te nemen.
Het Lichaam van Onzen Heer Jezus Christus beware uw ziel ten eeuwige leven. Deze woorden spreekt de Priester tot u als u de H.Communie ontvangt. Hebt gij ze ooit ernstig overwogen ?
En toch, hoe verheven zijn zij en hoe troostvol van inhoud.
Moet het Lichaam van Jezus uwe ziel bewaren, dan wordt het u ook niet als in het voorbijgaan geschonken tot uw duurzame troost, blijvende sterkte en voortdurende persoonlijke nut en kracht.
En omdat er geen dag voorbijgaat waarop Zijn Gekruisigd Lichaam u niet bewaart en geen ogenblik waarin gij niet gesterkt wordt door de kracht van Zijn Bloed, ontvangt gij zulk een grote liefde tot Hem als u wenst te bezitten en nodig is om u geheel aan Hem toe te wijden.
Gij ziet Hem als bloedig slachtoffer overgeleverd aan de handen van de beulen en iedere dag kunt gij Hem ontmoeten als slachtoffer van liefde in de handen van de Priester.
Dan leert u dat Goddelijk Woord begrijpen : “Geen grotere liefde is er dan te sterven voor degene die men liefheeft “.
Jezus, Hij vergeet Zijn Lijden als gij maar weent aan Zijn Zijde; Zijn Wonden als Zijn Hand de uwe maar kan helen ; Zijn Smarten als de uwe maar worden verlicht. Zijn Hart bemint u met een onbaatzuchtigheid die de edelmoedigste gevoelens in het uwe moesten opwekken, welke bij iedere H.Communie nog moesten toenemen en slechts door den dood konden worden uitgedoofd.
Komt, ziet de plaats waar zij Hem gelegd hebben.
Hij is gestorven, Hij is niet meer en toch zal Zijn ontzielde Lichaam weer doen herrijzen.
Bidt den Heer voor uw vijanden, voor hen die u vals beschuldigen, opdat ook zij door Zijn Kostbaar vergoten Bloed aan het Kruis, verlost zullen worden.
Bidt voor het ongeboren leven, want ook dit tere wichtje is uit elkaar gerukt. Hoe laag is de moeder gevallen, die dit heeft kunnen doen.
Kan en mag zij nog moeder genoemd worden ?
“Heer vergeef ons onze schuld, zoals ook wij willen vergeven !”
Deze woorden vraagt Jezus aan u te blijven bidden met een diep geloof.
Dan pas kunt gij met Hem het vreugdevolle Paasfeest tegemoet gaan en leven in vrede.
“Blijf Hem getrouw tot in de dood !”

Aanmelden voor de nieuwsbrief