4 juli 1990 – 14.07

Kinderen, velen van U zijn niet iedere maand hier, maar houden hun Bedetocht op de dag, wanneer er genoeg pelgrims per touringcar mee kunnen gaan.
Veel Boodschappen heb Ik U reeds doen toekomen.
Niet allen van U zijn in het bezit van deel drie Mijner Boodschappen.
De Woorden, die U daarin vindt, steken bij vele andere werken gunstig af zowel door oorspronkelijkheid en rijkdom van gedachten als door schoonheid van vorm. Het is niet alledaags, het is een werk van studie, dat bij de meesten beter te vermelden is.
Ik kan wel zeggen, dat de daarin uitgedrukte gevoelens werkelijk zijn gevoeld. De Godsvrucht, welke er uit spreekt, is innig en teder, maar tevens solied en vrij van elke sentimentaliteit.
Bij de overweging van Mijn Leringen en Lessen heeft U nu het stof tot rustig nadenken, vindt de Verlichte Devotie een krachtig Voedsel.
Het werk is evenzeer voor meditatie als voor gebedenboek geeigend.
Niet alleen Priesters en of Religieuzen zal dit boek tot hun eigen stichting, zowel als tot Lering van anderen, maar ook voor elke mens, met vrucht gebruiken.
Het is een boeiend Boek, ja al Mijn Woorden zullen zijn, dat de gelovige ziel den Vertrouwelijke Omgang leert met Jezus in Het H.Sacrament, dat vooral uitnemend geschikt is om de vrome christen tot de H.Communie voor te bereiden. Ga Mijn Woorden aan het slot dezer van zoveel waardering getuigende recensie in vervulling! Het Woord zal zeer velen stichten.
Is dit Woord door den Goddelijke Mond gesproken door Jezus Christus via Mij, dan heeft elke poging, welke U nader tracht te brengen tot Hem, zonder Wien gij niets vermag, zeker aanspraak op waardering.
Mijn Woorden hebben die waardering in ruime mate ondervonden. De zo spoedig nodig gebleken 3de uitgave is daarvan het ondubbelzinnigste bewijs.
Gelukkig dat bij al het geschrijf en geredevoer over sociale en politieke vraagstukken ook eens een boekdruk is verschenen, dat U op elke bladzijde heenwijst naar Hem, in Wien alleen het heil is te vinden en zonder Wien niemand iets vermag, naar
‘s-Heren Eigen Getuigenis: “Zonder Mij kunt gij niets doen”.
Kinderen, U hebt met dit derde deel er toe bijgedragen door Uw gulle hand, dat het onder de Mijnen komt. Ook de paarse prentjes en de Heilige Kruisweggebeden kwamen mede door Uw bemiddeling van de pers gerold en kunnen nu voor het grote deel aan de belangstellende worden gebracht.
Ik dank U daarvoor, maar ook voor de prachtige bloemenhulde die U Mij geboden hebt.
Zij kwamen uit Uw hand naar deze plaats, omdat U vond, dat U daarmee Uw Moeder naar best vermogen, hierdoor vereerden.
Dank namens Mij, Uw Moeder, en de Zegen van de Almachtige zal Uw gebaar met Hem Verenigen.
Bidt kinderen, bidt om goede Roepingen voor Christus’ Kerk en voor Die van Uw Moeder de H.Kerk.
Bidt voor Uw Bisschoppen, dat zij zullen weten en moeten ervaren, dat de Toren van David ook over hen Haar Licht zal spreiden.
Ik mag Mijn Hand voegen naar het Gebaar van Mijn Priesterzoon. Vrede zij U !

Aanmelden voor de nieuwsbrief