3 mei 1984 – 14.15

Wanneer ge Mij zult roepen zal Ik heel dicht bij U zijn om U te overstelpen met Mijn Liefde.
Het is goed dat iedereen het weet; als Ik U zeggen wil, dat het Hart van Mijn Zoon Jezus verlangt, dat gij het alle vrijheid zoudt geven om tussen Zijn Hart en het Uwe een zodanig contact tot stand te brengen, dat gij in Hem zult leven, zonder ook maar in iets nog te leven voor Uzelf.
Hij wil dat gij in Zijn Hart rust, zonder U onnodig bezorgd te maken.
Ik vraag U als Moeder, om te leven in harmonie en eensgezindheid onder elkaar, vrede en onderlinge verdraagzaamheid.
Men doet al zoveel om eenheid te brengen onder alle volkeren. Men helpt vluchtelingen, denkt aan de mensen van de derde wereld en geeft met milde hand. Men wil helpen om een kind voor enkele weken op te nemen, men leest het van de gezichten der mensen af dat zij hulp willen bieden waar die nodig mocht zijn.
Men voelt het hart van slag gaan bij de gedachten als iemand geen hulp zou bieden aan de mens in nood. Het moet nu eenmaal, men is toch op de wereld om elkaar van dienst te zijn.
Als het gevoel spreekt, zegt men, moet ik mens zijn onder de mensen. Het moet, want wij zijn broeders en zusters door en omwille van de Kruisdood van Jezus Christus.
Ja toch, er is nog mildheid te vinden als er een beroep wordt gedaan op de vrijgevigheid van de mens. Want als hij geconfronteerd wordt met de nood dat er hier en daar in de wereld nog bittere armoede heerst, laat hij door zijn spontaniteit voelbaar merken dat hij zijn medemens lief heeft.
Liefde geven aan anderen die in nood verkeren; aan hen, die er ernstig aan toe zijn, wil hij zijn dienst bewijzen.
Die hulp gaat hij hem bieden. Men heeft er dringend behoefte aan. En waarom zou hij stilzitten als hij de noden in de wereld kent ?
Men zit niet stil, maar men barst los om de mens in wording af te voeren naar een donker dal waar hij nimmer het levenslicht aanschouwen zal.
De lente is begonnen, de vruchtbaarheid van elke boom of plant is aan te zien door de lumineuze bloesempracht, van welk soort dan ook. De rozen zijn met hun knoppen reeds in aantocht om te ontluiken, door het hartje te laten zien hoe deze bloem der liefde er in de kern uitziet.
De mens als klein zaadje nog, wordt die kans onthouden om als een knopje open te bloeien.
En wanneer het te laat wordt ontdekt, dat het knopje toch reeds gevormd is om te gaan ontspruiten, wordt het geluk van dit liefdesbloempje wreed verstoord en het knopje wordt geknakt, de blaadjes op brute wijze afgerukt en de stengel wordt afgebroken om zijn kans om nog open te bloemen geheel te willen ontnemen.
Meimaand ! De meesten vieren in deze bloeimaand de dag van het Moederschap. Hoevelen verdienen deze titel nog met waardigheid ?
Als de wet de vrouw zelf de beslissing laat nemen over het leven dat zij in zich draagt, wekt dat herinneringen op aan duistere tijdperken en situaties.
Als men durft op te komen voor de derde wereld, moet het kind van de vierde wereld, zoals Ik het noemen wil, dan zonder meer maar opzij geschoven worden ? Kan men dit nog liefde noemen als men zijn eigen kind doodt ?
Indien zij, die willen geloven en die leven, bereid zullen zijn het ogenblik van de Goddelijke Gerechtigheid af te wachten, de kracht willen hebben om te weerstaan en te overleven, moeten zij zich afkeren van deze zondige vermaken. Vele woorden heb Ik gesproken en hoeveel dringende Boodschappen zijn er reeds geweest en toch blijven de meesten van Mijn kinderen onverschillig, alsof het een ijdele oproep was tot tijdverdrijf om U weer enig leesgenot te verschaffen.
Bidt en blijf bidden om dit kwaad af te weren. Ave !

Aanmelden voor de nieuwsbrief