31 december 1979 – 05.30

Je had Mij vanmorgen niet verwacht, maar Ik meende als Moeder van alle kinderen, ter afsluiting van het jaar, Mijn Moederliefde te bewijzen door voornamelijk weer Mijn Advies uit te brengen voor het nog nieuwe jaar.
Hoe was de afsluiting van het oude jaar? Wat kunt gij Mij straks hierop antwoorden?
Misschien had gij het wellicht anders gedaan als gij deze klok nog terug kon draaien. Of zegt gij: “neen, zo was het goed!”
Als gij er zelf over tevreden kunt zijn, heb Ik daar weinig aan toe te voegen. Doch Ik verwacht vrijwel van het merendeel van Mijn kinderen, dat men zeggen moet: “Inderdaad, het had beter gekund!” Het is niet erg, dat gij dit antwoord misschien geven moet. Ja, het is zelfs goed, als gij dit zelf hebt op-gemerkt, dat is een teken, dat gij u pas begint te kennen. Doch als gij denkt het goed gedaan te hebben, zult gij uzelve niet goed kennen.
Wellicht zijn de fouten van uw medemens u beter bekend, men kan ze immers gadeslaan, ja, telkens opnieuw.
Gij kunt niet steeds in de spiegel staan kijken hoe of het met uzelve gesteld is. Daar hebt ge ook de tijd niet voor. Gij moet vooruit, het leven is jachtig! En daarbij is het toch ouderwets om overal bij alle kleine dingen stil te staan, ja, er zo’n drukte over te maken. Neen, ik doe liever gewoon, ik wil niet worden nagewezen. Dat is goed voor diegenen, die tijd hebben om hele dagen op hun knieen te liggen.
Neen kinderen, dit wordt niet van hen, noch van u verwacht! Alleen de plicht doen zonder meer en niet telkens weer met het ene oog uw medemens bespieden.
Ziet ge dan niet in, waarom je Hemelse Moeder u allen telkens aanspoort de liefde hoog te houden.
Gij belooft het telkens opnieuw. Ik weet, dat het moeilijk zal zijn om steeds maar op alles ja en amen te zeggen, als het je niet goed uitkomt.
Laat je niet meesleuren als je ziet, dat je vrienden er andere ideeen op na houden.
Laat het niet teveel zijn om uw ja-woord te houden.
Gij vraagt u dikwijls af: “Wat zal het nieuwe jaar ons brengen?” Maar hebt gij uzelve wel eens afgevraagd: “Wat zullen wij de Heer brengen?”
Kunt ge ervoor instaan, dat gij maar aan dag in de week uw God en Schepper de Glorie kunt geven, die Hem toekomt?
Hoeveel dagen in de week blijven er dan voor uzelve nog beschikbaar?
Je hoeft Hem maar enkele uren te geven. Hij verlangt niet, dat ge Hem de hele dag prijst en dankt.
Zelfs toen Hij in Doodsstrijd verkeerde, vroeg Hij Zijn leerlingen: “Kunt ge dan niet aan uur met Me waken?”
Ook nu, Mijn kinderen, stelt Hij nog deze vraag, maar nu aan Zijn huidige apostelen: “Als gij Mijn volgeling wilt zijn, moet ge toch wel het voorbeeld geven!”
Want niet alleen Zijn Apostelen roept Hij bij naam, neen, allen geeft Hij de kans, al is het de laatste minuut van hun leven. Hij blijft roepen! En niet alleen achter de koude deur van het Tabernakel, maar ook in uw eigen warme vertrek: “Kunt gij dan niet aan uur met Mij waken?”
Vraag uzelve eens af hoe vaak men u in de kou heeft laten staan. Dat duurde geen dagen, zelfs geen uren, want altijd werd je door iemand opgemerkt, die u opving of een warme drank aanbood.
Gij gaat er dikwijls groot op, iets voor uw medemens te hebben kunnen doen. Maar hebt gij wel eens achteruit gezien, dat er nog meer wachten op uw hulp? Juist, de mens die u niet mag, daarvoor hield gij uw deur gesloten en toch is ook hij uw broeder.
Gij denkt God te kennen. Hij is toch immers een Goede Vader?
Hij heeft toch alle kinderen op de aardbol gezet?
Heeft Hij dan niet de plicht om voor hen te zorgen?
Inderdaad, gij hebt gelijk. Hij heeft ze geschapen, maar Hij heeft ze ook talenten meegegeven. Dat hebt ge niet van uzelve.
Maar heeft Hij u deze Gaven toegekend om er mee stil te staan? Neen, Hij heeft ze u te leen gegeven, opdat gij er ook anderen mee helpen kunt.
Kom, laat eens zien, dat gij dit nieuwe jaar niet alleen voor uzelve hebt, maar dat gij ook anderen meegeeft van uw verkregen talenten.
Zeg niet te snel, dat gij geen talenten hebt ontvangen van God. Elke mens kan dezelfde talenten uitoefenen n.l. de liefde.
Probeer er niet om heen te draaien, dat men u niet mag. Laat eerst eens uw eigen karakter zien. En al ontvangt gij niet direct wederliefde terug van uw medemens, dan is er altijd God nog en Zijn Moeder, Die u met Hun Liefdegaven verrijken. Het is beter van God te mogen ontvangen dan van de schepselen, maar beter is het aan beiden uw liefde vergelden.
Geef het Jezuskind niet uw zwakste liefde, die bij de eerste rukwind ontsteld wordt en in de storm als een vonk verdwijnt.
De Liefde van Jezus is vervuld met Licht en Kracht vol edelmoedige en verheven toewijding. Zij drukt op uw gedrag het zegel van geloof en Godsvrucht, waardoor het menselijk leven in een Bovennatuurlijk Leven wordt herschapen.
Vermijd met zorg uw menselijke zwakheden, waarin gij gevallen zijt door ze met een goed berouw uit te wissen.
Met bijzondere waakzaamheid moet gij letten op de fouten, die tegen de liefde strijden.
De Goddelijke Verlosser zal u niet van Zijn Leven doen leven, niet van Zijn Geest doordringen, wanneer gij met de liefde een tegenstrijdige geest van verdeeldheid en wraakgevoel in uw hart laat heersen.
Het middel om dit groot beletsel uit de weg te ruimen bestaat in het uitroeien der eigenliefde en in het aankweken van de ootmoed, die zo diep in uw hart moet gevestigd zijn, dat gij zelfs verkeerde handelwijzen van anderen ten opzichte van uw Heer moet verdragen.
In het algemeen wordt de mens, die Jezus ontvangt in de H.Communie, een inwendig geluk waar, daar zij alle vreugde der wereld overtreft.
Zolang de Israelieten het Manna aten, dat een voorafbeelding was van het Heilig Sacrament, was er niemand onder hen ziek.
Het Brood des Hemels heeft een nog veel grotere Kracht om uw Geestelijk Leven te onderhouden, dan het brood der woestijn, dat een versterking was voor het lichaam.
Richt de neigingen van uw hart, in plaats van ze tot uw eigen voldoening te gebruiken, zachtjes aan tot God.
Al hetgeen gij niet uit uw hart kunt verwijderen, moet men verzwakken, want de hoogmoed sterft niet eerder dan het lichaam.
Door elke overwinning, die gij behaalt met uw liefde, wordt het Leven van Jezus in u bevestigd!
Kom kinderen, sluit u aan bij de Drie Koningen! Dit feest herinnert u aan een drievoudige openbaring van Christus, Zijn Openbaring bij de roeping der Drie Koningen, waarin de Verlosser verschijnt als Heer en Koning van al het geschapene.
Kom, wacht niet, maar sluit u aan, want de aarde zal overdekt worden met de duisternis!
Sla uw ogen op en zie in het rond of gij uw medebroeder in nood ziet! Wacht niet tot een ander u zal voorgaan, want misschien is uw herhalingskans er niet en komt gij te laat, want een ander heeft uw kans genomen.
Elkeen krijgt genoeg tijd om aan te sluiten en te knielen bij de Kribbe om mee te jubelen het “Gloria in excelsis Deo”.
Zorg, dat dit kleine Wezentje, maar toch die éne Grote Godheid, een blijheid kan afstralen, die geen enkele mens u geven kan.
Moge het Jezuskind u allen Zegenen!

Aanmelden voor de nieuwsbrief