Kinderen, weet dat de Hemel Zich verheugt met Mij daar U zo trouw deze plaats bezoekt. Velen van U hebben Mijn Boodschap van 22 april vernomen, de dag waarop de Kerk Beloken Pasen vierde.
Uw mening was, dat de berichtgeving over het Woord “Passiezondag” niet door Mij gezegd kon zijn en dat Elisabeth dat beslist verkeerd heeft genoteerd.
Waarom zou Ik toch haar dit “Woord” hebben laten schrijven. Luister dan nu, want dan zult U Mijn uitleg ervan horen. De volkeren dezer tijd raken steeds verder van het goede pad af en pijnigen hiermee het Goddelijk Hart van Jezus. Zij beweren, dat er na de dood geen eeuwig leven meer is, maar dat het dan voor iedereen ophoudt nog te bestaan – zij geloven niet in God.
De mens heeft het voor het zeggen, want er bestaat geen hel, noch vagevuur zegt hij, maar gelooft wel in reïncarnatie, wat echter nooit in Gods Plan zal voorkomen.
De 40-daagse Vastentijd was een Lijdensweg voor Jezus Mijn Zoon, doch dit Lijden heeft gaan einde en daarom, zolang het kwaad op de wereld is, zal het ook steeds een “Passie” blijven voor Uwen Verlosser.
Zelfs al spreekt de H.Schrift over de “Verrijzenis” van de Heer zal het voor Hem een aanhoudende Passie blijven.
Voor allen heeft Hij den Kruisdood ondergaan. En niet alleen vloeien nog de Tranen uit Zijn Ogen, maar ook Zijn Bloed stroomt nog ieder ogenblik op de aarde.
Zou de mens alleen geschapen zijn om door God Veroordeeld te worden tot de helse straffen?
Gij smeekt en bidt om wonderen, Jezus vraagt U alleen om Uw geloof en waarom dan zo wankelbaar?
Jezus vernedert de ziel om haar te verheffen. Hij heeft haar op wonderen laten wachten, teneinde dit van het lichaam tot de ziel uit te strekken.
Hij openbaart U door dat Woord, welk een macht jullie goede werken uitoefenen op Zijn Hart en Toont U allen, dat, geduld en ootmoed de beste en de zekerste middelen zijn om verhoord te worden.
Erken de Heer in alle ootmoed, dat Hij het Geloof, hetwelk bergen verzet, niet in jullie vindt, ofschoon er dagelijks op Het Offeraltaar grotere Wonderen geschieden dan die, welke de natuurlijke orde verstoren. Hebt U een oprecht verlangen dat Geloof te verkrijgen? En zou het niet levendiger worden door de herinnering aan de Weldaden, waarmee Zijn Liefde Uw levensdagen Tekenen en U als het ware naar de Hemel trekt?
Getroffen door Zijn Goedheid, die, om U uit uw lauwheid op te wekken U altijd weer nieuwe weldaden schenkt, moet gij Hem uw besluit aanbieden, U voortaan met een levendig geloof en een vuriger liefde tot het Ontvangen van Zijn Aanbiddelijk Sacrament voor te bereiden.
Hij zal uw voornemens Zegenen en al uw handelingen, die aan de H.Communie voorafgaan, met zulk een geest van Godsvrucht laten verrichten dat gij, indien Hij U ondervraagt, kunt antwoorden: “Ik ben bereid alles aan te nemen wat Gij Heer van mij Verlangt.”
Lijdt met Hem mee, want daar Zijn “Passie” Hem treurig maakt omwille van het kwaad dat blijft voortduren, zullen Zijn Tranen Uw zielen zuiveren en U deelachtig maken in Zijn Koninkrijk.
Bidt veel voor het ongeloof, dat de mensen hun Schepper aandoen en gij zult kunnen vertrouwen op Zijn Goedheid, als gij welwillend Zijn Lijden met Hem deelt.
Ontvlucht geen enkel kruis, want dit zal Vertrouwen opwekken in Zijn Goedheid en Liefde voor U en allen die gij bemint.
Zoek door de naastenliefde te beoefenen uw vertrouwen weder op te wekken en uw verlangen naar Jezus te verlevendigen.
Zo helpt U mee om de deuren te ontsluiten van het Vagevuur om voor die zielen Het eeuwig Geluk te laten bekomen.
Bidt veel om goede en trouwe zonen voor Christus’ Kerk, maar dat zij dan ook ware apostelen zijn voor de mens die hulp nodig heeft. Mogen zij dan de reinheid afstralen en de eerbied van hun schapen verkrijgen.
Velen menen “Geroepen” te zijn, doch zij zetten hun lamp onder de korenmaat en klampen zich te veel aan wereldse vermaken.
Een Woord van Dankbaarheid is minstens op zijn plaats aan hen, die hun steun en gaven blindelings aan Mij hebben toegezegd voor het nieuwe paarse prentje en de vele uitgaven die nog gedaan moeten worden.
Weet kinderen, dat U wederom de Genade bekomt met de Zegen van deze Priesterhand, maar gedenk ook, dat Uwen Heer en Zijn Moeder hem zullen volgen met dit Heilige Gebaar.
Mogen deze dan ook Uw deel zijn.
Wij groeten U én zij die verhinderd zijn om deze plaats te bezoeken en moge de Vrede met U allen zijn.