2 februari 1982 – 03.00

Opnieuw mag Ik u allen groeten ! En wetende, dat gij van goede wil zijt, maar dat de wereld u voortdurend bezighoudt met al het mooie wat zij u te bieden geeft, wil Uw Hemelse Moeder u den heiligen vrees inboezemen voor het kwaad, die het begin der liefde is, maar bovenal de nodige kracht schenken om het menselijk opzicht te trotseren, het juk der verkeerde gewoontes af te leggen, door aan de bekorende en betoverende macht des satans weerstand te bieden. Voor al deze gevaren zal Ik trachten u te behoeden, biedt Mij dan de zuiverheid en vastheid van geloof, de liefde tot God en de vrijmoedigheid om de plicht die Hij voorschrijft openlijk te durven beoefenen om eindelijk den vasten wil te verkrijgen datgene te blijven doen waartoe Gods Genaden u geroepen heeft, namelijk een oprecht en ijverig Christenmens te zijn en blijven.
Door al Mijn veelvuldige Boodschappen en waarschuwingen hebt gij vernomen, dat Ik u zonder maat bemin en hoe gij de uwen moet liefhebben.
Gij hebt uw kinderen en kindskinderen opgedragen aan de Heer en daarmede het voorbeeld gevolgd van Uw Hemelse Moeder, Die Haar Kind in de Tempel opdroeg aan de Vader, Die Haar Dezen Zoon geschonken had, Die op Zijn beurt tijdens Zijn laatste doodstrijd Zich aan allen die de wereld bevolken als Broeder schonk en Mij daardoor de opdracht gaf u allen aan en dezelfde Moeder te geven.
Op deze dag viert de Kerk “Lichtmis” wat betekent, u allen de weg te wijzen door het donkere dal, dat u voeren zal naar de Hemel. Ontsteek daarom het licht van een kaars die gewijd is, zo zult gij niet vrezen door die nauwe steeg te moeten gaan. Want dan zal zij u haar licht doen stralen, zodat gij de Hemel vinden zult en ook bereiken, dat gij in het Vaderrijk moogt binnengaan.
Doch daarvoor zult gij nodig hebben iemand die u de weg wijst. Gij kunt verwachten, dat Jezus en Uw Moeder en tevens Vader Jozef u zullen begeleiden. Maar vraag er dan zelve om ! Als gij niet roept weten Wij niet of gij verlangt naar hulp. Bidt en smeek daarom door heel eenvoudig het Rozenkransgebed te bidden.
Verstaat gij echter uzelve niet meer doordat de aanhoudende Weesgegroeten een sleur van gebeden voor u worden, bidt dan de Engel des Heren, maar evenwel met de grootste eerbied en aandacht ! Mochten ook deze aanroepingen u niet het gevoel geven van uw grote nood uit te spreken, doe het dan met uw eigen woorden of met de gebeden die Ik u steeds heb gegeven.
Wanneer gij op 11 februari, de dag van Mijn Verschijning als Turris Davidica de medaille draagt die onlangs geslagen en gezegend werd, zult gij vele genaden bekomen die nodig zijn om een goed Christen te worden en te zijn. Wordt uw ziel door onrust of door bekoringen gekweld en beangstigd, de Rots van Calvarie heeft u een veilig toevluchtsoord te bieden, waar de stormen der wereld u niet kunnen bereiken. Maar verheft de storm der boze neigingen zich in uw hart, dreigend u te doen vergaan, begeef u dan in het bewustzijn uwer zwakheid naar het Tabernakel en hoor het Woord uit Jezus’ Mond: “De vrede zij met u !”
Ontvang dan dien vrede zonder nog den wens te koesteren, dien ook te gevoelen.
Zoek Jezus met ootmoedigheid. Want de aarde verlatend, heeft Jezus in Zijn Eucharistisch Leven u een nieuw middel nagelaten het leven uwer ziel te onderhouden.
Gelijk Ik, zegt Hij, door den Vader leef, zo zal ook hij, die Mij eet door Mij leven ! Het leven van den Vader en den Zoon wordt dus de Bron en het Toonbeeld van uw leven na de Heilige Communie.
Tracht van uw leven een voortdurende voorbereiding te maken op de eindtijd, die u spoediger zal passeren dan menigeen denkt !
Niet allen geloven, dat er een einde zal komen aan dit aardse bestaan, maar dat dit tweeduizendste jaar nog op een nieuwe eeuw wacht.
Gij kent dag noch uur van uw leven of dood. Maar bereidt u voor, zodat gij door uw goede voorbeeld een levende fakkel zult zijn voor uw medemens. Een kaars, die elke wind trotseert om zich te laten doven, maar die branden blijft om het heilig vuur over te brengen als een nieuwe lichtgever aan anderen, die niets anders meer zullen doen dan het licht volgen, dat hen wakker schudt.
Bidt tot de H.Geest, dat Hij uw harten zal ontsteken met het Licht Zijner vurige Liefde. Dan zal het branden van ijverende naastenliefde, die steeds met volkomen onderwerping aan den Wil van God gepaard gaat. Dit zijn de bewijzen van liefde welke Ik in uw harten wens te vinden om u daardoor te kunnen zegenen door de Almacht van God de Vader, de Wijsheid van de Goddelijke Zoon en de Liefde van de H.Geest !
Dan zal het Licht opnieuw gaan schijnen over alle volkeren der aarde en de lichtbundels zullen aan brandende fakkel zijn, die nimmer meer dooft.
Ik groet u wederom !

Aanmelden voor de nieuwsbrief