28 mei 1981 – 08.10

Mijn geliefden, door de dood van Jezus, zijn Hemel en aarde opnieuw met
elkander verbonden en kunnen Onze kinderen wederom met de Hemel
verkeren. De gedachten aan Jezus en de herinnering aan Zijn woorden,
moeten u gedurende den dag die u beleeft, vergezellen. Zelfs des nachts
moet het u bijblijven en bij het ontwaken en opstaan u bezighouden. Want
dan kan er geen enkel kwaad in uw harten schuilen. Zo krijgt de duivel
geen kans om bezit van u te nemen. Als gij de woorden van Jezus in uw
geheugen grift, spoort Hij u aan tot meer waakzaamheid en wapent u tegen
het begaan van nieuwe misslagen. Hoe zorgvuldig is de liefde waarmede
Hij u omringt. Vandaag is Uw Heer opgevaren ten Hemel. Plotseling
ontging Hij aan de ogen van Zijn leerlingen toen zij op de berg Galilea
bij elkander waren verenigd. Doch wees niet bedroefd als gij Uwen Heer
niet tegenkomt. Voor het oog van de mensen heeft Hij Zich verplaatst
naar Zijnen Vader, doch altijd leeft Hij voort onder u ! Wees daarom
oplettend, want eens komt de dag, dat Hij opnieuw onder u komt. Doch
wees niet bezorgd, dat gij Hem niet herkennen zult. Hij komt niet
opnieuw als mens, doch als Uwen Heer en Koning, vol majesteit. Ziet eens
terug op den dag, dat Hij u het leven schonk. Dit kunt gij u niet
herinneren, doch veel van uw jeugdjaren zijn u bijgebleven. Als gij dan
terugschouwt naar onaangename of prettige dingen die u passeerden, moet
gij zeggen : “Het lijkt als de dag van gisteren !” Zo zal het ook zijn,
wanneer Hij weder zal keren naar de aarde. Dan zal de mens zich
nauwelijks kunnen herinneren, dat Hij teruggekeerd is, want het zal hem
lijken, dat Hij altijd in hun midden vertoefde. Nu nog ontwaart gij elke
dag de duivel om u heen. Het doet zich voor, alsof Jezus hem vreest,
omdat hij alle geweld gebruikt om de mensen ten val te brengen. Velen
luisteren naar die verlokkelijke stem, ook gij laat u verleiden, al zijt
gij u er niet van bewust. Want welke hartstochten bevroedt de mens
waaraan hij dikwijls beantwoordt ? Vol met boosheid is uwe natuur, gij
misgunt een ander het geluk, dat gij begeert en zijt in een grote
menigte hartstochten verwikkeld. Gij noemt het “liefde tot elkaar”, maar
ge zijt op weg om de nieuwe morgen wederom met onkuise, onzuivere liefde
te bezoedelen. Gij ontkent dit wellicht, omdat ge altijd in uw woonstede
verblijft, doch in gedachten volgt gij die mens die u lief is, terwijl
ge voor uw leven gekozen hebt voor een ander. Wel is het aan te bevelen
aan elkeen ware liefde over te dragen. Doch gij verwart deze met de
liefde welke gij uzelve toekent. Voor Hem Die u de verlossing bracht
kunt gij al uw eigenschappen aan liefde kwijt. Want al de liefde die gij
in u hebt, zijt ge aan Hem verschuldigd. Deze kunt ge overdragen aan Hem
als ge alles om u heen met oprechte liefde bemint. En zo ontkomt gij aan
elke jalouzie die gij van nature meedraagt. Deze moet ge proberen te
overwinnen en uw ogen verheffen naar de bergen vanwaar hulp voor u komen
zal, de hulp van Haar, Die als genadevolle Moeder u de middelen zal
verschaffen die ervoor nodig zijn. De feestdag van Jezus Onzen Heer die
gij Hemelvaart noemt, staat immers in het teken van de Genadevolle
Moeder als Middelares. Want nu Hij opgevaren is ten Hemel, komt Zij, om
voor u op te komen om alle genade te verkrijgen die gij nodig hebt. Als
ge deze in uw gedachten houdt zult ge vrij zijn van elke ongerechtigheid
en moogt gij u ook gelukkig prijzen, want dan zult ge nimmer alleen
worden gelaten. Mogen Mijn woorden die Ik gesproken heb uw leven
kenmerken met Christelijke deugden. En mogen de Hemelvaart van Uw Heer
een blijvende herinnering bij u wakker schudden, dat ook gij zult
opstijgen naar Hem na een godsvruchtig leven. Mogen de Vader, Zoon en
H.Geest u allen zegenen !

Aanmelden voor de nieuwsbrief