27 september 1981 – 07.50

Hoor Mijn dochter, want opnieuw kom Ik naar de plaats die Ik aan het
voorbereiden ben. Mijn kinderen, weet dat Ik voor u allen kom en niet
voor enkelen. Moge de Boodschap die gij zojuist vernomen hebt u aan het
denken zetten. Telkens opnieuw verlangt de mens naar nieuw geestelijk
voedsel, terwijl hij het oude niet of nauwelijks heeft aangeraakt.
Hoevele malen verklaart men, dat Ik geen zuivere talen spreek, hetzij
hier of in een ander land. Zou Uw Hemelse Moeder niet de taal der mensen
moeten spreken die allen verstaan ? Zou de mens beter luisteren als
vroeger, toen hij aan dat ene woordje mens er nog twee letters aan
toevoegde ? Wie zorgt ervoor, dat het letterschrift met de jaren maar
eens een verandering moet ondergaan? Hoe vaak klinkt het in kleine
gezelschappen : “Neen, zo kan de Moeder Gods Zich niet hebben
uitgedrukt, want Maria zou nooit zulke taal gebruiken !” Of met andere
woorden : “Zou Zij het Nederlands wel goed kunnen uitspreken ?” Komt het
bij enkelen niet ietwat gebrekkig over ? Waarom stoort men zich telkens
aan het taalwerk ? Is het niet veel belangrijker, dat iedereen Mijn
Boodschappen verstaat ? En als Ik Mijn Woorden anders liet
neerschrijven, zou men dan beter luisteren ? Zalig zijn de ogen die de
taalkunst niet bekritiseren, maar meer op het inwendige gevestigd zijn.
Als men minder zocht naar verbeterende taalkunst hield men meer tijd
over om die te benutten zijn medemens te helpen. Want daarvoor word Ik
door de Vader naar de aarde gezonden. Niet om u mede te delen de letters
te verfraaien of te wijzigen, maar om de mens te beteren. Velen vragen
zich af : “Zouden deze Boodschappen wel van Maria zijn?” Luister goed
wat Ik u zeggen ga ! Ook al zouden deze niet door Mij zijn uitgesproken,
kan men dan hier nog verbeteringen van verwachten ? Schrijf, lees, bidt
en verdraag de wederwaardigheden van het heden, want in het eeuwige
leven is alles grootser. Eens zal er vrede zijn op een dag die de Heer
bekend is en er zal geen dag, geen nacht of uur zijn gelijk aan deze
aardse tijd, maar een eeuwig licht, eindeloze klaarheid, vaste vrede en
veilige rust. Deze tekst vindt ge in het boek wat Thomas à Kempis
neerschreef. Dit deel Ik u mede, om misverstanden te voorkomen, dat deze
wel eens genomen konden zijn uit de boekjes “Navolging van Christus”. Al
deze woorden, die Ik u mededeel verstaat ge, volgt die raad dan op en
betuig, dat gij van goede wille zijt. Luister niet naar verkeerde boze
inspraken, want deze zijn van de aartsvijand. De ondervinding hiervan
zou u oneindig veel berouwen, maar dan kon het te laat voor u zijn, al
zou deze verrader van uw zielen de taalkunst wellicht beter kennen !
Bidt vaak het Rozenkransgebed en beveel daarbij Uwen Opperherder Paus
Joannes Paulus aan. Want Hij is degene die op aarde Mijn volk leidt en
bestuurt. Ga dan in vrede en Uw Heer en Zijn Moeder met Vader Jozef aan
Haar Zijde, zullen altijd met u zijn !

Aanmelden voor de nieuwsbrief