26 mei 1991 – 14.20

Kinderen, evenals de laatste maal Wil Ik ook jullie niet teleurstellen nu ook U de 100ste Bedevaart viert.
Wel vind Ik het diep treurig, dat er altijd kinderen bij zijn die Mijn Boodschap niet willen geloven en er zelfs de spot mee drijven, om aan anderen, ja zelfs aan Priesters te zeggen, dat Dit Genadeoord vals is, niet deugt.
Ook de criminaliteit is gestegen en blijft stijgen, dat is duidelijk, want alles mag en alles kan. Zelfs iemand vermoorden, als ze betrapt worden bij een overval of inbraak in de huizen.
‘n Vreedzame wereld bestaat niet.
Is er wat aan te doen ?
Is de misdaad de baas ?
Geweld is iets typisch menselijks. Daar moet je ‘n antwoord op vinden. Gewelddadigheid moet worden beteugeld.
Daar slaagt niet iedereen in.
Ze leven tegenwoordig vrijer als ooit tevoren.
Men moet zich allemaal afvragen waar men voor kiest.
Voor eigen belang of voor algemeen belang. Te veel mensen kiezen voor zichzelf. Als je alleen consequent daarvoor kiest zit je al op de rand van de criminaliteit.
Zeg maar gerust ‘n vreedzame samenleving daar moet elk mens voor zorgen.
Misschien moet je geweld en onrecht als ‘n ziekte beschouwen die elk mens moet overwinnen om er niet aan te gronde te gaan.
Maar denkt U dat dat lukt ?
Waar eens de vogels zongen sterft nu de mens aan weelde en criminaliteit. Steeds meer mensen worden ziek om de welvaart, van het stelen en moorden. Zij vinden het gewoon, want alles kan.
Ik Weet kinderen, dat het U treurt wanneer U zoiets overkomt en U vraagt dan : “Heer Ga niet Weg van mij, waar ik mij in een gezelschap bevind, waar Uw Aanbiddelijke Naam maar zélden genoemd wordt !”
Dank Hem, dat Hij U een onrustig hart Heeft Gegeven, dat buiten Hem geen rust kan vinden, en bid Hem dat die verborgen onrust in uw ziel, die naar de zuiverheid streeft, steeds levendiger wordt.
Maak uw levensgedrag bekend door De Liefde Die Hij U heeft Betoond.
Wanneer Uw harten de zoete herinnering aan Zijn Weldaden bewaren, zal de dankbaarheid U aansporen Zijn Oneindige Goedheid onophoudelijk te loven.
Als gij U over een Liefderijke Terechtwijzing of Wijze Raadgeving U terstond geraakt voelt, geeft U Hem daardoor geen bewijs, dat de beoefening der deugd U zwaar valt en Zijn Genade het U lastig maakt.
De gelegenheid om uzelven te vernederen is een grote Genade.
Gij komt in dankbaarheid jegens Hem te kort, wanneer gij Zijn Gaven als persoonlijk goed geniet en U daarop in ijdele zelfverheffing iets laat voorstaan; wanneer gij het gezicht Uwer zonden schroomt, of een heilige ingeving, die U tot Uwe verbetering Gegeven is, terugwijst, of ook wanneer gij er – hoogmoedigen – spijt over gevoelt, dat Uw gebreken bij deze of die gelegenheid aan het licht zijn gekomen.
Kinderen, bid veel voor de zieke zielen en noodlijdenden en ook voor hen die het niet meer kunnen, dan Krijgt U de Zegen van De Almachtige God, Vader, Zoon en H.Geest door de Gezegende Hand van Mijn Priesterzoon ! Ik groet U !

Aanmelden voor de nieuwsbrief