26 februari 1984 – 14.42

Wederom ben Ik hier om bij Mijn biddende kinderen te zijn.
Ik ben echter niet gekomen om alleen degenen toe te spreken die van dichtbij, ja zelfs van heel veraf deze plaats hebben opgezocht.
Ook niet voor hen alleen, die een jubileum of een of andere feestelijke gelegenheid te vieren hebben. De Vader heeft Mij naar deze plaats gezonden om Mij te richten tot al Onze kinderen.
Maak het leven van Jezus tot het uwe door de beoefening Zijner deugden. Hij is altijd bereid u te vergeven en om u genade te schenken. Beschouw Zijn gedrag ten uwen opzichte in deze of die omstandigheid, na deze of die fout, na deze of die ongetrouwheid welke gij misschien nog tot op dit ogenblik laat voortduren.
Welk geduld, welke niet genoeg te bewonderen barmhartigheid oefent Hij jegens u !
Vanuit het Tabernakel ziet Hij u strijden, slaat uw struikelen en vallen gade en zonder Zijn Almacht, die de wereld geschapen heeft te tonen, stelt Hij tegenover uwe koelheid, tegenover uw oneerbiedigheden misschien, slechts de majesteit van Zijn stillen en onveranderlijken vrede.
Uw gesprekken, als ge het moeilijk hebt, moeten de weerklank zijn der gesprekken van Jezus tijdens Zijn leven op aarde ; Hij sprak weinig en het weinige altijd met bescheidenheid, bedachtzaamheid en goedertieren liefde. Uw handelingen moeten het kenmerk dragen van vastberadenheid. Vervul al uw plichten, die elke staat met zich meebrengt, met ijver en nauwgezetheid, wetend, dat niet de belangrijkheid van het werk dat gij verricht, maar de manier waarop gij het verricht een beloning waardig wordt gekeurd.
Ban uit uw gedrag, zelfs uit een toon uwer stem alle bitterheid, ongeduld en ruwheid, die het spel der hartstochten verraden.
Kunt gij u ooit zo diep vernederen als de staat, waarin Zijne Liefde Hem gebracht heeft ? Verneder U zo diep gij kunt bij de gedachten aan de wonderen die de Goddelijke Liefde in u gewrocht heeft.
Breng eerbiedige, doch met liefde en dankbaarheid gepaarde hulde aan de Allerheiligste Drievuldigheid, aan den Vader, Die u Zijn Welbeminde Zoon heeft gezonden, aan den Zoon, Die Zich met Zijne Heilige Mensheid innig met u verenigd heeft en aan den Geest van Liefde, Die het Allerheiligste Lichaam, hetwelk gij altijd opnieuw weer ontvangen moogt, gevormd heeft. Luister naar de inspraken van uw hart. Gij zijt misschien vaak moedeloos, daar gij naar uw mening altijd te strijden hebt; uw lichaam dat de ergste pijn te verduren heeft en het geestelijk lijden waarmede gij steeds geconfronteerd wordt. Als kind al dacht gij – toen je geest aan zijn ontwikkeling was begonnen – alleen maar geluk te vinden op deze aarde. Je ouders gaven je alles wat mogelijk was. Zij hielden van jou, gij waart immers hun bezit. Gij dacht het geluk gevonden te hebben met uwen levensstaat, maar het kwam meestal koel en hard over.
Noemde men dit geluk ? Was dit hét doel wat u voorbestemd was ? Hoe kan God zeggen : “Ik heb je lief, want ook voor jou Mijn kind heb Ik Mijn Kruisdood gevonden !”
Terwille van jouw geluk ben Ik mens geworden en heb de offers aanvaard die elk mensenleven met zich meebrengt. Gij vindt uzelve zo’n biddend mens en hebt alles over voor de evennaasten.
Ook als men van u een bijdrage verwacht om een genadeoord mee op te bouwen ofwel een noodlijdende mens bij te staan, reikt u uw hand om in de nodige behoefte te zullen voorzien.
Nu de Opperherder, Paus Joannes Paulus, zijn plan heeft kenbaar gemaakt uw land te willen bezoeken, zien sommigen van u met vreugde zijn komst tegemoet, terwijl het bij de meesten een minder prettige mededeling is.
Als men dezen H.Vader liever ziet verdwijnen dan komen, hoe zal men dan de wederkomst van Jezus Christus aanvaarden ? Als men deze Paus zijn bewegingen met de ogen heeft waargenomen per Eurovisie, dan wel persoonlijk en men heeft er totaal geen behoefte aan, dat dezen Herder uw land zal aandoen, hoe kan men dan enige verwachting koesteren de Heer te ontmoeten, dien gij niet kent, omdat gij Hem nimmer persoonlijk ontmoeten mocht ?
“Ongekend is onbemind”, is een uiting waarvan u allen ongetijfeld gehoord zult hebben. Jezus zal u toespreken : Kent gij de gaven des Hemels Mijn kind ! Deze gave is Mijn Liefde !
Indien Hij ver van u verwijderd ware, zou uw ziel een ontzettende leegte in zich ontwaren, want al kan zij zijne volmaaktheden ook niet kennen in al haar uitgestrektheid, hare vermogens zeggen haar toch, dat zij behoefte heeft aan het oneindige goed om vrede te vinden.
Kinderen geeft elkaar de hand als gij nog in onvrede leeft met uwen broeder of zuster. Zijt gij degene die deze nederigheid reeds meermalen hebt aangeboden, bidt dan voor hen en de vrede van uw hart zal ervan genieten als gij oprecht voor uw vijanden bidden kunt.
Moge elke Priester die gij ontmoet u zegenen als gij vrede gesloten hebt met uw ziel en de Armen van Uw Hemelse Moeder zullen Zich openen om u allen te sluiten in Haren Omvang en te bergen in Haar Moederhart. Ook Mijn Priesterzoon die u allen steeds voorgaat in gebed, zal Mijn Moederzegen ontvangen.
Dag kinderen !

Aanmelden voor de nieuwsbrief