26 april 1979 – 07.00

Mijn kinderen, ge bent in de veronderstelling, dat ge voldoende bidt en enigszins vraagt ge zich zelf misschien af: Haalt bidden wel wat uit, bereikt men daar wel mee wat we eigenlijk wensen?
Hoevele offers kent ge in dit leven en wat je alle moed ontneemt.
Blijf echter volharden en bid gerust zoals Jezus: “Vader laat deze kelk aan mij voobij gaan”, maar blijf dan niet steken, maar durf ook te zeggen: “doch niet mijn wil maar de Uwe geschiede”.
Het doet er niet toe in welke vorm dan ook je gebeden zijn, zelfs praten is de Vader zeer aangenaam.
Waarom bent ge zo bang om te lijden? Weet, dat Hij meer dan welke mens ook de ergste pijnen heeft gekend, maar dat daardoor voor elke mens de Verrijzenis wacht, die hen, na goed geleefd te hebben, brengen zal naar Zijn Rijk.
De Heer is in de Hemel, maar toch leeft Hij midden onder u en zelfs op die plaatsen waar ge Hem niet verwacht aan te zullen treffen.
Want, als ge te lijden hebt, is u de mening toegedaan door Hem verlaten te zijn, dat Hij afwezig is. Maar juist daar waar droefheid en lijden is, is God je het meeste nabij.
Je leven is een proces van vallen en opstaan, maar wees dan niet wanhopig, wend je niet af als iemand die reddeloos om hulp wacht om alles te zien van de zwarte kant, maar bid onophoudelijk, dan bouw je aan je eigen geluk!
Blijf vertrouwen, dat is de enige houding die voortkomt uit het geloof en dan zult ge door je doortastende hoop ontdekken, dat God de Vader je nooit in de steek laat. Je zult de kracht ontvangen om je leven in evenwicht te houden om het aan te kunnen.
Weet, dat alleen al het uitspreken van de Naam van God Hem welgevallig is, als ge het doet in droefheid of geluk, dan zal Zijn Liefde en Heerlijkheid reiken tot boven de Hemelen.
Als ge alles aan Zijn Voeten legt, niet alleen je droefheid en onuitsprekelijk verlies in de wereld, maar ook het geluk om Hem te bezitten, het geluk een goed christen te mogen zijn, dan zult ge vol vreugde uitzien naar het geluk dat eeuwig zal duren.
Zeg niet wanneer het kruis zwaarder wordt: ik ken U niet, maar ervaar Hem daar waar het lijden u overmant.
Oordeel nooit over je medemens, maar sla je ogen naar je eigen zwakheid, dan ziet ge de fouten van je broeder niet eens meer, maar zult ge ontdekken, dat gijzelf waart afgedwaald.
Zie niet om naar wat geweest is, want God is oneindig Barmhartig en zal na je vrij te voelen van je grove beledigingen alles kwijtschelden wanneer ge je spijt betuigd hebt in het belijden van je ongerechtigheid.
Hoevelen van uw dierbaren worden vaak zonder het zelfs ook maar een ogenblik te denken in een oogwenk geroepen om te verschijnen voor de Goddelijke Rechter. Wees dan, door deze plotselinge afstand van het aardse leven indachtig, dat gij nog iets hebt goed te maken, mocht je zelf voor eenzelfde afsterven onverwacht komen te staan.
Niet alleen voor enkelen duurt het aardse bestaan kort, maar voor allen die er het minst van bewust zijn.
De Waarheid van Mijn herhaalde waarschuwing zal eerder aan het licht komen dan gij vermoedt!
Nu is het nog tijd om alles in gereedheid te brengen op de komst van Mijn Zoon. Maar heb dan niet de neiging om te zeggen, dan hoeven we ons nu nog niet druk te maken. Gij kent dag noch uur en elke mens kan dit lot treffen.
Geef door je eigen goede voorbeeld de kans, dat anderen de weg weten! Waarheen ?
Beleef elke dag opnieuw de zuiverheid van uw ziel en wees Godvruchtig in uw gebed.
Bid veel de Engel des Heren, het Rozenhoedje! Maar ook het Onze Vader, het smeekgebed wat Hijzelf gemaakt heeft.
Gedenk ook de verlaten zielen, die hunkeren naar de tijd van hun verlossing, maar vraag ook de redding van het ongeboren leven.
Hoewel deze kleine onschuldigen het eeuwige leven zal gegeven worden, moet men toezien op degenen, die deze kinderen de dood hebben ingejaagd.
Bid ook veel voor deze H.Vader, die het nog moeilijker zal krijgen, maar door jullie gebeden alles zal aan kunnen.
Ik groet en Zegen elkeen, die steeds met Mij in gebeden verenigd zijn en die er op uit zijn, alle eer en lof God de Vader te geven.
Dag kinderen!

Aanmelden voor de nieuwsbrief