26 november 1978 – 12.00 uur Elk offer dat van u wordt gevraagd komt van boven.

In de Naam van God de Vader vraag Ik u of gij de Boodschap ter harte wilt nemen, die Ik hedenmorgen jullie allen heb toegesproken.
Weet, welk offer ook gevraagd wordt, dat het van Boven komt. Weet, welke Genaden u gegeven worden, dat ze van de Heer komen, de Schepper van alle goeds.
Gij weet, wat het is te mogen leven.
Gij weet, wat het is om hier de Moeder Gods te mogen begroeten, maar leef er dan ook naar, wat Ik u in de Boodschap voorgehouden heb.
Iedereen moet men zoveel mogelijk aansporen om te helpen de vrede onder de mensen te brengen. Maar wacht er dan niet mee tot het te laat is en de toorn van Gods Hand over u neerkomt.
Weet, dat de hartjes van ontelbare kinderen om hulp roepen.
Weet, dat hun hulpgeschrei te horen is tot ver in de omtrek tot in het Koninkrijk Gods!
Wanneer gij Mijn Boodschap, die zeer indrukwekkend is, ook ter harte neemt en uitdraagt aan elkeen, zal Ik allen Zegenen en met Mijn Moederlijke Liefde omhelzen.
Ik zal iedereen troosten, die het kruis vindt.
Ik zal bij u zijn, als gij meent door iedereen verlaten te zijn, maar blijf dan uw wederzijdse liefde uitdragen aan al Mijn kinderen, dan zal de Zegen van uw Moeder met u zijn.

Aanmelden voor de nieuwsbrief