25 oktober 1987 – 14.00

Kinderen, velen van u begrijpen niet altijd meer de Woorden die Ik laat neerschrijven.
Waarom denkt u zou Uw Moeder dit doen ?
Om de onderzoekers te laten voelen en ontdekken, dat deze Woorden een gewoon mens niet uit zichzelf kan bedenken. Laat staan op papier zetten, terwijl er gebeden en gezongen wordt. De wetenschap, dat dit bijbelteksten zijn, doet de mensen inzien, dat deze Boodschappen werkelijk door Mij gesproken zijn.
Vele wegen kunnen tot het besef leiden, dat het bestaan iemand niet in eigendom toebehoort. De mens vindt het heel gewoon, dat hij leeft. Het komt immers alleen door de gemeenschap van man en vrouw, redeneren de meesten. Men raakt eraan gewend, dat er voortplanting bestaat.
De verdoving van de gewenning kan worden verbroken naar aanleiding van allerlei stemmingen, belevenissen, waarnemingen. Het is meer vanzelfsprekend, want de mensen plannen zelf de geboorteregeling.
Wie aan de oppervlakte blijft leven en aandachtig aan de dingen voorbijgaat, zal moeilijk tot gebed kunnen komen. Zo iemand zou durven zeggen : “Ik zal mijn mond niet houden, ik moet mijn verbittering kwijt. Die mens dringt mij ertoe. Waarom laat Gij die niet sterven Heer ?
Mijn geliefde, die in dit leven voor mij bestemd was hebt Gij ontnomen. Is dat wel rechtvaardig ? Wij hadden het zo fijn samen, we waren gelukkig en nu ben ik alles kwijt. Ja, zo bid ik Heer !”
Dit gebed is verre van vroom. Bidden kan de vorm aannemen van het stellen van een vraag. De vraagstellers richten zich in hun zoeken naar de betekenis van het leven tot God.
Ontvankelijkheid voor het onverwachte gebeuren, het niet vanzelfsprekende en vreemde, zowel van de menselijke en natuurlijke omgeving, alsook van het eigen bestaan is niet de vrucht van onderlegdheid, maar eerder een manier van leven. Eigenlijk beschikt ieder mens over de benodigde ingredienten daartoe. Vooral : het eigen leven.
Ja kinderen, de Heer kent u. Er komt geen woord over uw lippen of Hij heeft het al gehoord. Hij is voor u en achter u.
Gij zijt Zijn Schepping in hart en nieren. Hij heeft u geweven in de schoot uwer moeder. Hoe wonderlijk zijt gij mens geworden.
Uw onbekende medemens dacht er niet meer over om te bidden, daar hij God nooit tegenkwam. Steeds heeft de mens geweten, dat het moeilijk was met God in contact te treden. De verborgenheid van God is een ervaringsgegeven waar niet alleen u mee geconfronteerd wordt. Ook de mensen die in het Oud en Nieuw Testament tot u spreken, kenden die ondervinding.
God is niet slechts een God van dichtbij, maar ook een God van veraf.
U staat beslist niet alleen als gij aan God zegt, dat Hij “een verborgen God” is, dat Hij Zich vaak niet laat beleven of gevoelen, dat het is alsof Hij er helemaal niet was. God valt niet op en deze waarheid wordt door het geloof niet opgeheven, maar verdiept.
Het Godsdienstig gevoelen van de mensheid heeft Gods Aanwezigheid soms wel verbonden aan Heilige Plaatsen, een bron, een huiskamer, een kapel of Kerk. Daar zou dan het “Heilige” altijd ter beschikking staan.
Het geloofsinzicht waarvan de Bijbel getuigenis aflegt, heeft weliswaar de gedachte niet verworpen, dat plaatsen en voorwerpen u kunnen helpen in de omgang met God, maar heeft steeds volgehouden, dat je God niet kunt ontbieden of achter de hand kunt houden.
Hecht daarom niet te snel waarde aan de uitspraak van iemand, als zou God mondeling contact met hem hebben, zelfs regelmatig hem bezoeken zou. Niet alleen de gewone mens, maar ook een Priester kan zichzelf bedriegen.
De ontdekking van Gods geborgenheid is een element binnen een echte geloofsontwikkeling. Aan de gewaarwording van Gods verborgenheid ontsnapt men niet. Ook niet wanneer u met z’n allen bidt. Al vult u met velen een heel gebouw met gezamenlijk gezang, dan nog stelt gij u bloot aan Gods verborgenheid. Dat kan een pijnlijke ervaring zijn. Zo graag immers zoudt u God willen identificeren.
Maar is het niet veel belangrijker te ondervinden, dat God groter is dan u allen en dat Hij Zich niet laat herleiden tot menselijke ontroering ?
Toch kan het samen bidden een grote steun voor de enkeling betekenen. Zo kunnen de regelmaat van het georganiseerde bidden en de verbondenheid met anderen iemand uittillen boven de begrensdheid van zijn gemoedstoestand van het ogenblik.
Het perspectief, dat samen bidden in herinnering kan roepen, kan een bres slaan in de zelfgebouwde wereld, waarbinnen een mens zich telkens dreigt op te sluiten.
Het middelpunt kan zich verplaatsen. Schatplichtigheid weer boven komen. Reden tot dankbaarheid opnieuw ontdekt. De plaats als schepsel erkend.
Zien en horen bidden kan iemand uitlokken zich aan te sluiten bij het gesprek van de mens met God.
Dit wil Ik u nog zeggen : Lijden en toch het vertrouwen niet opgeven. Ten ondergaan en God toch geloof blijven schenken.
Ik wil gaarne blijven spreken, maar evenwel niet tegen de Kerk ingaan.
Van God Onze Vader, Jezus de Zoon en van God de H.Geest ontvangt u de Zegen uit de Gezalfde Hand van + Mijn Priesterzoon.
Blijft vragen; eens zal er verhoring zijn. Gegroet !

Aanmelden voor de nieuwsbrief