Een Moeder is wederom naar de aarde gekomen om Haar kinderen toe te spreken.
Ik weet dat gij zo dikwijls behoeftig zijt om woorden van een Moeder te mogen vernemen die u aanspreekt met “Onze Lieve Vrouw”.
Velen onder de uwen vinden het maar vreemd, dat de Moeder van Hun Heer zo veelvuldig verschijnt, om nog maar te zwijgen over de onmogelijke spreekvormen die Zij aanneemt.
Deze ongelovigen zou Ik willen aansporen om elke gegeven Boodschap te willen vergelijken met die van andere genadeoorden. Altijd opnieuw moeten het waarschuwingen zijn welke de mens de overtuiging brengen, dat het ernst is wanneer God een Bode naar de aarde zendt.
Het zou de Hemelse Vader en niet minder Uw Moeder, aangenamer zijn, wanneer Wij alleen maar Blijde Boodschappen konden geven.
Gij zult echter moeten bekennen, dat er zo menigmaal wordt uitgezien naar nieuwe woorden van de Vrouwe, Die gij noemt “Moeder van Goede Raad”.
Gij durft u te noemen “kinderen van Maria”. Doch bij de gedachten aan uw zonden durft gij het haast niet te wagen om je “vriend van Jezus” te noemen.
Doch de Heer laat er terstond de verklaring op volgen op welke voorwaarde gij deze kostbare titel verwerft : “Gij zijt Mijn vrienden zo gij doet wat Ik u gebied. Want dit heb Ik tot u gesproken, opdat gij gedachtig zijt, dat Ik het u gezegd heb !”
Wanneer gij de Heer bezit in de H.Communie, moet gij u niet te zeer beijveren om met Hem te spreken, maar er aan denken, dat ook Hij in uw harten gehoord wil worden.
Zijn inwendig Woord is zacht en stil. Gij moet in den Geest verzameld zijn om het te horen, maar vooral om het te bewaren.
‘t Is het verlangen des Heren het met onuitwisbare letteren in uw harten te griffen.
De liefde der leerlingen was niet vrij van zelfzucht, want zij waren over het heengaan van Hunnen Heer te zeer bedroefd, zonder aan Zijne verheerlijking te denken en zonder zich te verheugen over Zijn terugkeer tot Zijnen Hemelsen Vader. De terechtwijzing van Jezus is evenwel zachtmoedig. Hij maakt Zijn Apostelen maar even op hunne fout opmerkzaam of terstond daarop spreekt Hij hun moed in tegen de droefheid die hen vervult. Jezus openbaart hen hier de raadsbesluiten van Gods Wijsheid : “Indien Ik niet heenga”, zegt Hij, “zal de Vertrooster niet tot u komen !”
Dit wil zeggen : “Indien Ik niet sterf, wordt aan de Gerechtigheid Mijns Vaders niet voldaan, Zijn eer niet hersteld, gij zijt dan niet verzoend en de H.Geest, de Geest van de Waarheid tot troost en van de aanneming tot kinderen, Dien Ik u beloofd heb, zal dan niet tot u komen !”
Maar indien Ik door de dood van U wegga, zal Ik de inzichten van Mijn Vader vervullen en zult gij, zodra Ik aan Zijn Rechter Hand gezeten zal zijn, in Mijn Naam Zijn Geest ontvangen.
Welke verheven geheimen ontsluieren zich voor uw ogen in deze woorden van Jezus.
Wanneer gij niet meer weet wat te moeten doen, zeg dan : O Jezus zendt mij Uw Geest van Licht, van Wijsheid en van Waarheid, opdat Hij mijn hart vernieuwe en met Zijn kostbare gave vervulle !”
Ik zou de woorden van Jezus u willen toespreken : “nog veel heb Ik u te zeggen, maar gij kunt het thans niet dragen !”
Gij schreit vaak Mijn kinderen en juist op het punt wanneer anderen zich ergens over verheugen. Gij vraagt u soms af : “Voelt de mens het leed van een ander niet aan !”
Ook gij hebt immers tijden gekend, dat gij vreugdevol waart.
Ook gij liet je gedachten vluchtig voorbijgaan aan het schrijnende leed van uw evennaasten. Ook gij hebt gedachten gehad en misschien gezegd : “We kunnen bij het lijden van anderen niet altijd stilstaan !” Toch verwacht gij, dat anderen dat wel doen als je harten vervuld zijn met droefheid en smarten. Hoe dikwijls doet ge Jezus pijn door de zonden. Voordat gij deze bedrijft probeert ge uzelve wijs te maken, dat ge toch geboren zijt om je lichaam te kunnen geven wat het verlangt. Ge moogt uzelve toch wel uitleven, anderen doen het immers ook en de gelegenheid wordt u toch gegeven. Ja de vrije wil van de mens blijft altoos een eigen bezit.
Doch hij moet zich weten te beteugelen en los te maken van elk verderf door de hartstocht.
De wereld schreit om oorlogen, om verlies van het dierbaarste bezit, om de vreselijkste pijnen welke de lichamen kwellen en tenslotte neervellen.
“Waarom”, vraagt men zich af, “doet de Heer dan niets.
Waarom laat Hij dit alles toe ? Waarom straft Hij niet de mensen onmiddelijk?”
Moet gij u dan na deze woorden ook niet verheugen, dat de Heer niet toegeslagen heeft als gij het meerdere malen verdiende.
Dat Hij u de kans nog geeft om het goed te maken. Dat Hij een berouwvolle zondaar vergiffenis schenkt. Dat Hij u weer liefdevol opneemt en alle ongerechtigheden wegvaagt, zelfs u daar niet meer over aanspreekt als gij vergiffenis vraagt.
Of maakt gij uzelf misschien wijs : Een goede Vader kan niet vertoornd zijn op Zijn kind en Hij zal er wel over waken, dat het niets overkomt wat pijn doet.
Men hoeft toch geen persoonlijke biecht te spreken meer, want de Kerk heeft deze plicht toch afgeschaft ?
De Kerk heeft de mens ontheven doch niet mogen afschaffen.
Wel geeft men hun de kansen een gezamenlijke belijdenis uit te spreken, daar er dan enigszins berouw wordt verwekt om vergiffenis te bekomen.
Hier worden echter de grote zonden niet bij inbegrepen.
Want altijd zal men deze persoonlijk moeten belijden aan een goede Priester. Zou het eerste goedgekeurd worden voor alle zonden, dan zou de mens zich rustig kunnen uitleven op alle mogelijke manieren. Met andere woorden : Zijn gang kunnen gaan, want straks hoeft men maar even op de knieen in het algemeen en de absolutie volgt vanzelf, zonder belijdenis, die gehoord moet worden in de biechtstoel.
Bidt kinderen bidt, ja bidt veel en bijzonder voor Zijne Heiligheid de Paus, die niet alle risico’s vermijdt van een mogelijke aanval op zijn leven.
Moge de Heer hem beschermen door uw gebeden.
Roep daarom de H.Michael aan, de Bode van God, om deze Heilige Paus te bewaren voor elke list die de duivel op hem afvuurt.
Moge Gods oneindige barmhartigheid hem geven nog vele vruchtbare jaren voor de Kerk van Christus en dat zijn trouwe volgelingen hem zullen behoeden door hun gebeden en Gods Raadsbesluiten hierdoor de kracht ervan bekomen.
Dat geve hem God.
Moge de Heer u zegenen door de uitspraak van Mijn Priesterzoon en het gebaar van Uw Moeder, door al uw goede werken in Zijn Naam verricht.
Dag kinderen !