24 mei 1990 – 07.00

Kinderkens, vandaag ziet Elisabeth bij Mij niet alleen op de achtergrond de bekende Toren van David, maar nu op de Feestdag van ‘s-Heren Hemelvaart ook Mijn Gouden Tiara op Mijn Hoofd. Ook de Rozenkrans is voor Mij een onafscheidelijk Kostbaar Bezit.
Velen vragen zich af, hoe hun Hemelse Moeder Zich zo Rijkelijk Siert.
Mag Ik op de Dag van de Overwinning met daarop volgend de Hemelvaart van Mijn Zoon, dan niet met de mooiste juwelen voor Hem, Mij opsieren?
Wat doet U zelf als U een feestdag tegemoet gaat?
Dagen tevoren bent U in de weer om toch maar goed voor den dag te komen.
Ook de Paus van deze tijd wordt verweten waarom hij zo’n vele dure reizen gaat maken.
Ook van haar, die Ik regelmatig Mijn Boodschap aan U laat doorgeven wordt gezegd, dat zij veel te dure sieraden draagt.
Waarom deze critiek, als U zegt dat U van haar houdt, als zij verweten wordt dure sieraden te dragen. Het Kruis en de Medalje van haar Moeder draagt zij met liefde. Is het U bekend wat zij buiten Uw weten om, te verduren heeft en daarover aan U geen klacht laat horen.
Dit heb Ik U te zeggen : ‘t Is goed in ‘t eigen hart te kijken, nog even voor het slapen gaan, of gij van dageraad tot avond, geen enkel mens hebt zeer gedaan.
Blijf bij Deze Woorden van Uw aller Moeder enkele ogenblikken stilstaan.
In Het H.Sacrament Dorst Het Goddelijk Hart van Jezus onophoudelijk naar Uw zaligheid.
Hij Wenst hier de vruchten te plukken van Zijn Arbeid en Zweet gedurende Zijn aardse Leven, van Het Bloed Dat uit Zijn ontelbare Wonden Gevloeid is.
Ook anderen heeft de Hemel daarvoor uitgekozen om de Wondtekens van Stigmata mee te dragen in dienst van Jezus’ Lijden. Zo ook Mijn dochter Elisabeth lijdt op deze wijze met haar Heer, Uwen Verlosser, nu zichtbare tekenen, welke zij echter op iedere vrijdag al jaren droeg, doch steeds afwijzend als men haar er naar vroeg, maar toen nog onzichtbaar waren.
Heeft een ziel zich door een oprechte daad van vrijen wil aan God geschonken, dan is daarmee het werk harer heiliging nog niet ten einde gebracht.
Ten allen tijden is het U gegeven met de gedachte en de begeerte in Zijn nabijheid te vertoeven. In Het Leven op aarde had Jezus slechts een kortstondig Verblijf…. in Het Tabernakel duurt het tot het einde, eeuwen…..maar in de Hemel ziet gij Zijn Eeuwige Woning, waar Hij voor U reeds een plaats heeft Bereid.
Welke voorwaarde stelt Hij U om U eenmaal in het bezit ervan te verheugen?
Bidt voor de zielen die nog steeds hun zonden en ongerechtigheden in het Vagevuur moeten uitboeten. Hoe groot is hun lijden. Hoor hun geroep en het smeken tot U om hen voorgoed te laten deelnemen aan Het Verlossingswerk van de Heer.
Hij Zegent U allen tegelijkertijd opziende naar Het Gebaar van Mijn Priesterzoon, die elke dag en iedere avond aan U denkt om deze Genade aan U allen in stilte te geven, niemand uitgezonderd.
Zorg dat gij deze Genade dan ook waardig zijt te mogen ontvangen.
Ik verlaat U niet zonder U te groeten met Mijn Moederliefde, voor altijd!

Aanmelden voor de nieuwsbrief