24 mei 1989 – 14.07

Mijn Geliefden !
Mijn Moederhart is verheugd daar jullie als Bedevaarders trouw blijft, en alle critiek ten spijt, telkens weer deze plaats opzoekt. En wat de natuur ook brengt, lage of hoge temperatuur, U bent steeds weer bereid om door Uw komst te laten blijken dat Uw geloof in Mijn Verschijnen hier vastberaden blijft.
Voorheen heb Ik U al vaak voorzegd dat men zal blijven proberen om Mijn Hofke tot aan de fundamenten te zullen afbreken.
Men is er reeds lang mee bezig en het doet Mij des te meer pijn in Het Hart, dat het hier ook nog de Kerkvaders zijn, die daar de hand in hebben.
Toen Uwen Verlosser op aarde vertoefde, heeft Hij op den dag voor Zijn Lijden, in het bijzijn van Zijn Discipelen Het Heilig Altaarsacrament ingesteld en hun gezegd : “Blijf dit doen tot Gedachtenis aan Mij !”
En tot Zijn Vader sprak Hij : “Die Gij Mij gegeven hebt, heb Ik bewaard en niemand van hen ging verloren”.
Dit Woord sprak Hij tot Zijn trouwe Apostelen, die Hem omringden. Maar kunt gij het niet evenzeer op Uzelven toepassen, als gij U tot Uw troost herinnert, hoe de Heer U in verschillende omstandigheden des levens beschermd en naar lichaam en ziel liefderijk bewaard heeft ?
Heeft Hij U niet met Genaden overladen en met alle kracht tot het bewandelen van den weg der volmaaktheid aangespoord, ondanks den strijd, dien gij te voeren had tegen Uw bedorven natuur ?
Bewaart Hij U niet in staat van Heiligmakende Genade door de Heilige Sacramenten ?
De H.Communie legt in Uw zielen de kiem der onsterfelijkheid en is derhalve voor U een zekere waarborg der Eeuwige Zaligheid.
“Heilig hen in waarheid !”
Een plechtige bede, die heel de vrucht van ‘s-Heren Offerdood in Zich sluit.
Het is alsof Jezus tot Zijn Hemelse Vader bad : “Ik heb Mij met hunne natuur en hunne zonden bekleed, opdat Gij hen zoudt bekleden met gerechtigheid en heiligheid”.
Ik offer Mij voor hen op, zei Jezus, opdat zij zich zouden opofferen voor U, zich geheel aan U zouden toewijden en heiligen en door het martelaarschap, dat hen wacht, ware slachtoffers ter Uwer eer zouden worden.
Kinderen, mag Ik U zonder ophouden vragen om te bidden voor goede Heilige Priesters ?
Vele zielen zijn in nood, maar de meeste Herders horen de kreet van hun schapen niet, omdat ze van mening zijn dat zij recht hebben op de rust, daar op een zekere leeftijd iedereen ervan geniet en waarom zij niet ?
Een Priester is en blijft een Geroepene des Heren, zelfs op zijn ziekbed is een goede Herder niet doof voor de zielenood.
Trouw blijven aan eed en geloften zijn er niet velen.
Zelfs Jezus bad voor Zijn schapen tot bij Zijn Laatste Snik.
Weet kinderen, dat er een Priester is, die op dit ogenblik aan U denkt en U zegent met Mij. Wees gegroet !

Aanmelden voor de nieuwsbrief