22 augustus 1981 – 02.30

Weet Mijn kinderen, dat de mens de goederen welke hij bezit eerst naar
waarde schat als hij door het verlies ervan hunne waarde heeft leren
kennen. De zieke toont hem hoe kostbaar de gezondheid is. De herinnering
aan de verloren goederen doet hem des te vuriger verlangen naar die,
welke Jezus beloofd heeft. De ondervinding van het tegenovergestelde is
altijd de beste leermeesteres. God onthoudt van tijd tot tijd Zijn gaven
om de mens de grootheid ervan te doen beseffen. In het ongeluk toont
zich de Almacht Gods en wordt het geheim des gebeds aan de beproefde
ziel openbaar. Wanneer een blinde in zijn fantasie de mensen voorstelt
zegt hij: “Ik zie ze wandelen alsof het bomen waren !” Zij hebben van de
voorwerpen dikwijls een verward en duister begrip, zodat ze hen geheel
anders doen schijnen dan ze in werkelijkheid zijn. Hun geest is vol
begoochelingen, die zij voor waarheden houden. Weinig mensen kennen
zichzelve. Hun eigenliefde is zeer vindingrijk om zich te misleiden en
hun gebreken voor zich te verbergen. Jezus wil, dat de blinde zijn
bedrog openlijk belijdt. Sluit u aan bij zijn ootmoedige bekentenis. Een
blik op uw inwendige gesteltenis zal u doen zien, dat ge u bedriegt
omtrent uwe gebreken, die gij voor geringer houdt dan zij in
werkelijkheid zijn ; omtrent uw zonden wier getal en boosheid u ontgaan
; omtrent uw goede hoedanigheden die gij voor veel groter houdt dan zij
zijn ; omtrent uw deugden die gij alleen ziet ; omtrent de wereldse
genoegens waarvan gij de nietswaardigheid niet inziet. Wellicht maakt de
mens zich ook nog aan een andere begoocheling schuldig, dat hij zich,
wanneer hij iets te lijden heeft, inbeeldt het werktuig ener bijzondere
leiding der Goddelijke Voorzienigheid te zijn, terwijl het veel veiliger
zou wezen, het lijden als een rechtvaardige straf voor zijn zonden te
beschouwen. Helaas ! Wat al dwalingen heeft hij niet te betreuren. Hunne
zonden verdienen gestraft te worden, opdat de kastijdingen in het andere
leven hen barmhartig gespaard blijven. Daar wordt nimmer genoeg aan
gedacht. Verre van u te beschouwen zoals ge werkelijk zijt, weet ge toch
hoe ge zijn moet en kunt enigszins berekenen hoe ver gij daar nog in de
Ogen van God van verwijderd bent. Er is veel beleid en omzichtigheid
nodig om de listen des duivels, die de zonden tot welke hij u verleiden
wil onder de genoegens des levens verbergt, te leren kennen. Ach hoe
menigmaal hield gij zijne bedriegelijke verlokkingen voor onschuldige
beuzelarijen. De schijn bedriegt u, de satan verbergt het gevaar des
doods onder de zucht naar een zinnelijke voldoening. Stel u niet
tevreden het vermaak met een oogwenk te beschouwen, maar onderzoek of er
geen gevaar schuilt voor uwe ziel. En zo dit het geval is, vlucht het !
Wat ziet gij in die gelegenheid en wat bekoort u ? Gij wandelt temidden
van valstrikken; zij zijn niet naast u maar onder uw voeten en menigmaal
in u, want alles kan u tot bekoring verleiden. Open uw ogen en wees niet
langer blind voor uw na te komen plichten. Beklaag uzelve niet want zij,
die naast u leeft heeft het veel moeilijker dan gij denkt. Als gij
verblind zijt luister dan tenminste naar de stem die zuiver is om u op
het goede spoor te houden. Vertrouw uw eigen inzichten niet eerder die
gij in een haastig oordeel gevormd hebt, dan na u verzekerd te hebben,
dat het verstandig en met de waarheid in overeenstemming is. Jezus wilde
de blinde niet opeens, maar trapsgewijze genezen, om de mensen daardoor
aan te duiden, dat de genezing van hun blindheid het vrije werk Zijner
genade is. Hij legde Zijn Handen op zijn ogen, om u levendig te doen
gevoelen, dat Hij het is, die u verlicht. Vroeg of laat zal zij, de
ziel, blijk van geven, of door de wroegingen die haar kwellen, of door
het verlangen naar de deugd, dat haar bezielt. Geen ziel vormt
zichzelve. De deugden die haar sieren zijn de vrucht der inspraken, door
welke Jezus haar leidt. Zijn zorg voor elke ziel is des te groter
naarmate zij kostbaarder is in Zijn ogen dan uw lichaam. Ga dus met
vertrouwen tot Hem. Zijn medelijdend Hart brandt in het Tabernakel van
de vurigste liefde voor uw ziel, die in dat Hart een onuitputtelijke zee
van barmhartigheid vindt. Hoe groot uwe boosheid ook zijn moge, zij
heeft haar grenzen; Zijne barmhartigheid echter is zonder grenzen. Uwe
zonden zijn voor de barmhartigheid Gods, wat aan druppel water is voor
de Oceaan, met dit onderscheid nochthans, dat de Oceaan begrensd is, de
Goddelijke natuur echter niet. Vrees niet uw herhaaldelijk vallen in
dezelfde fouten aan degene te openbaren, die de geheiligde zending
ontvangen heeft, u het geneesmiddel ervoor te geven. Spreek met een
berouw, dat van vertrouwen en liefde vergezeld is : “Heer ik dank U, dat
Gij U hebt willen gewaardigen met Eigen Hand mijne genezing te bewerken
!” Kom nu het werk Uwer liefde voltooien door het Hart van Uw Moeder,
Die Gij ons bij Uw Sterven geschonken hebt. Geef u aan Hem tot eer van
Zijn Heilige Naam, dan zal Hij u zenden de Koningin van Hemel en aarde
om u te blijven wijzen en te steunen bij alle overgave aan Zijn H.Wil.
Maar ga u dan eerst verzoenen met degene die het verdient, want dan pas
zal het Hart van Uw Koningin-Moeder kunnen uitrusten aan de boezem van
Haar Kind. Als Mijn Woorden steeds van dezelfde strekking zijn, kom dan
bij Mij, om Mij te overtreffen door Uw uitspraak. Moge de genade van de
Heer alijd met u zijn !

Aanmelden voor de nieuwsbrief