Dag Elisabeth, opnieuw ben Ik gekomen om een algemene Boodschap door te geven aan Mijn kinderen.
De Kerk viert als vanouds het octaaf van Mijn Hemelvaart.
Mijn kinderen, wees immer bereid en leef zo, dat de dood u altijd gereed vindt, zodat ook gij ten Hemel kunt opvaren.
Velen sterven plotseling, maar niemand kan hier spreken, dat hij het vooruit niet geweten heeft. Elke dag, elke morgen, elk uur, ja, elke minuut moet gij gereed staan, alsof ge een grote reis onderneemt.
En als gij weet, dat uw laatste uur is aangebroken zult gij over uw verleden anders gaan denken. Gij zult zich beklagen, dat gij zo traag en onachtzaam zijt geweest.
Hoe gelukkig en wijs is hij, die tijdens zijn leven zo geleefd heeft als hij bij zijn laatste stervensuur bevonden wenst te worden.
Veel goed kunt gij doen als gij gezond zijt, maar ook tijdens uw ziekte kunt gij zich offeren voor anderen en het zal uw ziel bij uw sterven ten goede komen. Niet elkeen zal sterven, maar toch moet gij steeds bereid zijn, dat gij er bij kunt horen. Vertrouw niet enkel en alleen op vrienden, maar werk aan je eigen ziel en zaligheid, dan doet gij het ongemerkt ook aan je vriend, zelfs nog je vijand.
Want als de morgen aanbreekt, weet gij niet of ge de avond nog halen zult? Maar is de avond daar, dan durf Ik u de morgen niet te beloven. En zoals Ik u onophoudelijk waarschuw: wees op je hoede, want ge kent uw einde op aarde niet! En wie zal voor je bidden, als ge geen vrienden achterlaat? Zult ge dan gaan behoren bij de meest verlatenen?
Maak dus nu uw vrienden, door Gods Heiligen te vereren en aan te roepen en ge zult bij uw sterven niet alleen staan! Houd daarom uw hart zuiver en gericht naar God, want ge hebt hier geen duurzaam verblijf.
Het is beter zich hier op aarde te versterven en te reinigen, dan de ondeugden uit te wissen voor de toekomstige reiniging, het Vagevuur.
Zorg ervoor, Mijn kinderen, dat gij de straffe Gods ontloopt, want aan uur straf zal daar zwaarder zijn, dan hier op aarde jaren in de strengste boetedoening. Daar zal geen troost voor de veroordeelden zijn, terwijl ge hier van uw arbeidsrust geniet en troost ontvangt van uw vrienden.
Doch bereid u voor op die moeilijke tocht, die misschien eerder voor je aanbreekt dan gij verwacht. Dan zult gij juichen niet de linkerkant gekozen te hebben, die de gemakkelijkste was, maar de weg die over kronkeliger wegen voert. Dan zult gij het grove kleed zien schitteren, terwijl het fijne gewaad zijn glans verliest. Dan zal een rein en goed geweten meer vreugde geven dan een grote geleerdheid. Dan zullen uw goede werken meer gelden dan vele schone woorden en beloften, die niets bereikt hebben.
Nog een korte tijd hebt gij te arbeiden en een grote, ja Eeuwige Rust zult gij ervoor terugontvangen!
Zoals gij met uw ogen anderen bemerkt, zo wordt gij ook door hun ogen gadegeslagen. Verschuil je niet in een bos of zoek niet naar de nacht omdat je dan niet gezien zult worden of zoek geen verlaten plek, want daar loert satan op zijn prooi.
Durf ervoor uit te komen, dat gij van God houdt en Hem dankt voor de nieuwe dag, die je weer geschonken werd. Wie Hem en de Waarheid liefheeft zal vrij zijn van kwade neigingen en een inwendig geluk proeven.
Al zoudt gij ontelbare dagen uw Heer vergeten, weet, dat gij steeds in Zijn Gedachten blijft, maar weet te zwijgen als gij denkt, dat je onrecht werd aangedaan en gij zult Bijstand van uw Heer ontwaren.
Het is niets groots te noemen als gij met goede en zachtmoedige mensen kunt omgaan, want dit behaagt zelfs uw natuur.
Geef zelf het goede voorbeeld als een ongeregelde mens vreemde neigingen vertoont en geef zelfs te kennen, dat gij hem helpen zult met een ongeveinsde liefde. De oprechtheid en de liefde zijn de twee wieken, die een mens verheft boven al het aardse. Want de gerechtigheid zoekt God en de liefde vindt en geniet God.
Geen enkel schepsel is zo gering, zo nietig dat ‘t Gods Goedheid niet aan het licht brengt.
Kom kinderen, wie zijn eigen daden wikt en overweegt, zal geen reden kennen om over zijn medemens streng te oordelen!