20 februari 1983 – 07.00

Pater Pio Franciscus heeft Mij vergezeld op deze aardse reis.
Hij zegent ondertussen de voorwerpen.
Vandaag, nu de eerste zondag van een Zalige Vastentijd is aangebroken, vraag Ik u om uw geweten na te gaan, wat of gij al gepresteerd hebt in een tijd die aan Christus’ Lijden doet denken.
Hebt gij eraan gedacht om dezen eerste woensdag, welke begint met een dag van ontberingen en onthouding om de inwendige mens te teugelen, ook met liefde in gedachten en offervaardigheid te beginnen ?
De Kerk vraagt zo weinig om het de getrouwen zo gemakkelijk mogelijk te maken. Zij schrijft als verplichting twee dagen voor, terwijl de Vastentijd toch 40 dagen genoemd wordt.
Ik wil u niets opleggen om u te versterven, om zo Jezus op Zijnen Kruisgang mee te beleven. Maar wat u wel kunt doen is elke dag de Kruisweggebeden te verrichten. Al volgt ge dan per dag ook maar √©âˆš©n enkele statie, ge hoort erbij, ge ervaart beter het Lijden wat Hij voor allen, dus ook voor u, gedaan heeft.
Met welk vertrouwen, met welke overgave richtte Elias zijn schreden naar den Heiligen Berg, waarheen de Wil Gods hem riep !
Zonder acht te slaan op zichzelven, dacht hij noch aan het verleden, noch aan het toekomende, noch aan de gevaren die hem mogelijk in de eenzaamheid van de woestijn wachtten, hij hield zijn blikken slechts op God gevestigd, hij hoorde slechts de Stem van God en wandelde altijd voort. Welk een voorbeeld van overgeving aan de Goddelijke Voorzienigheid !
Gedurende de bezwaarlijke reis uws levens, wier einddoel de Hemel mag zijn, kunt gij met dezen Apostel spreken : Ik weet op Wien ik mijn vertrouwen gesteld heb, ik zal Hem navolgen zonder stil te staan, tot den dag waarop Hij mij zal doen uitrusten aan Zijn Zijde. Op Hem kunt ge u verlaten, terwijl ge zuchtend spreken durft: “Wat duurt mijn ballingschap lang ! Ach had ik vleugelen als een duif om naar God te vliegen en in Hem uit te rusten !”
Wanneer ge Jezus weer eens ontvangen mocht door de H.Communie, overweeg dan in het bijzijn van Hem deze eenvoudige vraag : Wat doe ik hier ? Heeft Jezus niet dikwijls tot mij gesproken ? Hoeveel goede ingevingen en krachtige opwekkingen der genade ontvang ik niet na mijn Communieën ?
Wat doet gij hier ? spreekt Jezus tot u. Waar zijn, na u met Mijn Vlees en Bloed gevoed te hebben, uwe gevoelens van aanbidding en van liefde ?
Wat doet gij tot Mijne Verheerlijking en wat om zielen voor Mij te winnen ? Waar zijn uw goede voornemens en uw werken ?
Als gij op uw verleden terugblikt, zou Onzen Goddelijke Verlosser er dan niet kunnen bijvoegen : Wat hebt gij tot dusver voor uwe zaligheid gedaan ? Wat deedt gij om de zonden te vermijden, om dat gevaar, die gelegenheid van u te verwijderen ?
Welke deugden hebt gij beoefend ?
Met welke inspanning en door welke gebeden hebt gij u voorbereid tot de Heilige Communie ?
Gij zult moeten antwoorden : Heer vol schaamte over mijzelve en mij diep vernederend weet ik U niets te antwoorden.
Hoe groot uwe ellende ook moge zijn, God is geen boeman, maar een waarachtig Barmhartige God.
Vraag aan de Priester die om u heen is of hij uw zonden wil vergeven, dan zal God bereid zijn dit alles in genade om te zetten.
Vraag hem om door Zijn Allesomvattende absolutie de zegen te bekomen door de Handen van de Vader, Zoon en H.Geest en die van Uw Aller Moeder Maria.
Ga dan Christus tegemoet met de vrede die je hart bekomen heeft.

“Ik zal wachten !”

Aanmelden voor de nieuwsbrief