1 november 1980 – 07.15 Allerheiligen.

Opnieuw ben Ik gekomen om de mensen toe te spreken. Herhaaldelijk vraagt men nieuwe Boodschappen, nieuwe Woorden, andere zinnen! Doch hoe vaak heb Ik al gesproken? Van generatie tot generatie heb Ik getracht het geluk van het eeuwig Leven, de mens bij te brengen. Maar de meesten zijn doof of willen niet meer luisteren. De weelde van het leven lacht hen toe en zij hebben geen begrip voor wat de H.Vader hen voorhoudt te geloven. Zij dulden de uitspraak van hun Bisschop niet wanneer het tegenstrijdig is met hun denkwijze! Weet, dat elke Bisschop moet luisteren en gehoorzamen aan de Paus! Doch ook iedere priester moet de mens voorhouden wat de Paus hem opgedragen heeft uit te spreken! Waarom zwijgt menige Bisschop? Is hij nog waard strijder en voorvechter van Christus te worden genoemd? Zullen zij luisteren naar wat hen door hun Opperherder is medegedeeld? Of is deze mens feilbaar? Mijn kinderen, wanneer de Paus tot u spreekt, dan is dit Christus Die beveelt! Want wie heeft de zeven Sacramenten ingesteld? Niemand anders dan Christus Zelve! Wat de Plaatsbekleder van Christus u voorhoudt op deze aarde is authentiek! Dit zijn en blijven kerkelijke wetten en hier kan geen enkele mens afbreuk aan geven, doch alleen Diegene, Die elke geloofsbeleving heeft voorgehouden. Er zijn echter verschillende soorten van wetten, nl. vele menselijke wetten, doch aan Goddelijke Wet. Deze laatste heeft, zolang de mens bestaat, geen enkele wijziging gekregen. Deze Wet is absoluut en onveranderlijk en laat voor niemand enige uitzondering toe! Elke christen moet aan deze wet gehoorzamen en niet alleen maar een toehoorder zijn. Elke mens heeft bij zijn geboorte voldoende morele eigenschappen meegekregen die hij zelf beteugelen moet. Men spreekt in deze huidige tijd over maatschappij, samenleving. Is dit niet bedoeld, dat men er samen iets goeds van maken kan? Hij heeft deze talenten van God meegekregen, zij weer andere. Deze uitspraak is niet bedoeld, dat man en vrouw met elkaar mogen leven als waren zij gehuwd. Wanneer men als christen gedoopt werd, mag men geen enkel beletsel van het huwelijk beleven. De zeven laatste van de Tien Geboden Gods hebben betrekking op de naastenliefde. De Wet van Christus laat de natuurwet onverminderd voortbestaan. Zij vormt de grondslag voor de hogere Wet, die van Christus. Het menselijk handelen staat in dienst van het bovennatuurlijke beginsel en dat dit niet stilstaat, doch verder gaat dan de voorschriften, heeft Jezus zelfs formulerend meegedeeld: “Denk niet dat Ik gekomen ben om wet en profeten op te heffen, maar alleen om de vervulling te brengen!”

Zeg niet, wanneer gij gedoopt werd, kort na uw geboorte, dat dit ten onrechte gebeurd is, daar men jou vrij had moeten laten en dat ge daarom de Geboden Gods niet hoeft na te leven, doch nu gedwongen zijt als christenmens na te komen wat gij ervan geleerd hebt. Inderdaad heeft men jou op deze manier een verplichting opgelegd. Doch waart gij eerder gestorven, alvorens gij tot de jaren van verstand gekomen waart en uw ouders of zij, die u adopteerden, hadden u niet gedoopt, had gij hen veracht en wel zeer terecht! Beter dan welke theologie is het de liturgie die de eenheid van de Sacramenten tot uiting brengt. Christus heeft het Doopsel als voorwaarde gesteld voor het eeuwig Leven en het toevertrouwd aan Zijn apostelen, hun opvolgers, aan de Kerk! Door het Doopsel neemt de H.Drieene God, de mens op in Zijn Eeuwig Leven en geeft hem deel aan de Goddelijke Natuur. De mens wordt dà n kind van God, de tempel van de H.Geest. Want waren niet allen gedoopt die nu het Hemelrijk bevolken? Waaraan hebben zij hun heiligheid te danken? Hebben zij niet geleefd als trouwe en ware christenen? Hebben zij geluisterd naar de wetten en het leergezag van de kerk? Zagen zij hun Opperherder als gezagsdrager van Christus’ Kerk? Alle Heiligen hebben geluisterd naar het gebod van de Heer, dat hen door de Paus werd voorgehouden. En gehoorzaamheid aan die Paus heeft hun tot heiliging gebracht. Ook Heiligen hebben het niet minder zwaar gehad als u, of als gij die nog geboren zult worden; in zoverre de mens toelaat hem geboren te laten worden, hem te laten leven, waar elke mens recht op heeft, want elke vrucht heeft aanspraak op het leven. Leef niet voor uzelf alleen, doch gun een ander ook het leven! Misgun het geluk om te leven aan een ander niet! Elk beginnend leven is een volmaakte mens. Gij kunt ervoor zorgen, dat ge eens behoort tot het getal der Heiligen. Uw eigen geluk hebt ge zelf in handen, daar kan niemand geen enkele afbreuk aan doen. Geen enkel schepsel! Hebt elkander lief als uzelve en toch zeker op de eerste plaats de meest onschuldigen. Bid vaak het Rozenhoedje, doch plaats ook nu en dan de Litanie van alle Heiligen naast uw gebed, dan zullen zij begeleiding geven, die elke mens nodig heeft. Zij wachten op een aanroeping! God heeft hen geplaatst in Zijn Rijk om de mens op aarde bij te staan. Elk moment staan zij gereed om de noodkreet van hun zorgeling af te wachten. Hoevele keren richt gij uw smeekbeden naar Mij! Doch weet ge ook, dat naast uw Hemelse Moeder ook de Heiligen voorsprekers zijn bij God de Vader? Kies er een uit en vraag om bijstand voor uw ziel, maar ook voor de zielen van hen, die men het levenslicht ontzegd heeft. Doch bid ook voor hen, die niet willen inzien, welk onrecht zij hun eigen kind hebben aangedaan. Bid voor de artsen om nog maar niet te spreken over de veelvuldige moordenaars van deze miljoenen onschuldigen, die niet gewenst waren in deze huidige maatschappij.

Laat de duivels, de Godgewijden niet overmeesteren, doch roep de hulp in van de H.Aartsengel Michael! Hij zal u verdedigen in de strijd die gij te voeren hebt, maar blijf hem naast de vele Heiligen steeds om hulp smeken! De Zegen van de Almachtige God zij met u allen! Deze zult gij bekomen als gij deze Geboden onderhoudt: Heb uw evennaaaste maar lief nog dan uzelve en dood geen enkel schepsel! Nimmer zal Ik u uit het oog verliezen en zal niet opstijgen alvorens gij Mij deze belofte doet en ook nakomt. Want alleen het voornemen is niet voldoende, ge moet er ook naar leven. Stel daarom niet uit tot morgen of vandaag, maar doe het nu, want uw Heer wacht op u! Gij bidt of zingt: “Hoor ons roepen!” Doch elk smeken, elke bede aan elkaar gelegd, overtreft de lengte niet welke uw Heer en Meester u toedraagt! Hij wacht! Aarzel daarom niet langer!

Aanmelden voor de nieuwsbrief