1 juli 1980 – 23.45 Feest van het Kostbaar Bloed van onze Heer Jezus Christus.

Opnieuw kom Ik vandaag naar Mijn Hofke, doch nu om te spreken over de prijs uwer verlossing, die Onze Zoon met Zijn Allerkostbaarste Bloed heeft vrijgekocht. Door Zijn Kracht heeft Hij u van de kwalen van het leven willen bevrijden om zo door Zijn Doodsstrijd u allen deelachtig te willen maken op het geluk van het Eeuwige Leven in de Hemel! Daarom is Hij ook Middelaar van een nieuw verbond, opdat door de tussenkomst van Zijn Heilige Dood gij de eeuwige erfenis zoudt kunnen bekomen. Met welk een grote eerbied moet gij Jezus Christus ontvangen in de Gedaante van Zijn Heilig Lichaam en Zijn Kostbaar Bloed. Heeft Hij immers niet tot allen gezegd: “Kom tot Mij, gij die vermoeid en belast zijt en Ik zal er zijn om u troost te schenken!” Die Mijn Vlees eet en Mijn Bloed drinkt blijft in Mij en Ik in hem. Deze Woorden, zegt de Heer, Die Ik opnieuw weer tot u spreek, geven u geest en leven. Hij heeft ze uitgesproken, daarom zijn het de Zijne, maar het zijn ook de uwe, omdat Hij ze tot uw heil gesproken heeft. Neem ze daarom gewillig aan uit Zijn Mond, opdat ze diep in je hart geprent worden. Woorden zo Teder, zo Liefdevol, wekken zoetheid op. Aanbid Hem, uw Onzichtbare Schepper der wereld, Die Zichzelf ter beschikking stelt door Zijn Heilig Lichaam als prijs te stellen in het Aanbiddelijkste Sacrament. Want door deze Offerande wordt de Genade des H.Geestes geschonken, de verloren zielskracht opnieuw hersteld en de schoonheid, welke door de zonde bezoedeld was, terugbekomen. Hoevelen geven weing acht op dit heilvol Geheim, dat de Hemel met vreugde vervult en de gehele wereld behoudt. Maar hoe verblind en verhard is het hart van de mens, dat zulk een onuitsprekelijk geschenk niet meer acht, ja, zelfs tot onachtzaamheid vervalt. Maar toch zijn er nog vele goede Priesters en zo wordt Jezus op vele plaatsen Opgeofferd, opdat Gods Genade en Liefde tot de mens temeer uitblinke naarmate de Heilige Communie meer genuttigd wordt over de ganse aardbol. Dankt Hem Mijn kinderen, gij arme ballingen, dat Hij Zich gewaardigt u met Zijn Kostbaar Bloed te voeden en zelfs tot het ontvangen van deze geheimen met de Woorden uit Zijn Mond u uit te nodigen door te zeggen: “Komt allen tot Mij en Ik zal u verkwikken!” Deze dag van de herdenking van Onze Lieve Zoon is ten einde en een nieuwe dag heeft zich aangekondigd. Alles is stil en rustig want het is nacht, zelfs de vogels laten hun gezang niet horen en de duifkens hebben het kirren gestaakt. Deze nieuwe dag herinnert u, maar ook de bewoners van het Hemelrijk, dat Mijn nicht Elisabeth Mijn groetenis vernam toen Ik haar een bezoek bracht. En zodra Mijn groetenis haar in de oren klonk sprong het kind, dat zij verwachtte, zelfs van vreugde op in hare schoot!! Verheugt u, gij Mijn kinderkens en springt op van vreugde, wanneer God u met een kruis bedeelt, want het hoogste wat gij dan verwachten kunt is de Hemel. En God Zelf valt u ten deel zonder dat gij het weet. De wereld houdt u voor dwazen, zij bespotten u wellicht, doch laat hen begaan, want zij weten niet wat zij doen en zijn met blindheid en stomheid geslagen. Herinnert u, welk een invloed de Heer tijdens Zijn Leven op de zieken uitoefende, verlaat u op Zijn Macht en Zijn Liefde en geef u geheel over aan Hem.

Gij raakt het boordsel van Zijn Kleed niet zomaar even aan, maar gij bezit Zijn Hart. Want Jezus Zelf is altijd in u, Hij slaat u gade, Hij bemint u altoos, ook als gij Hem niet wederkerig liefhebt. Kwel uw geest niet om al uw verlangens uit te willen drukken, want een reine ziel spreekt zwijgend tot Hem. Wees niet bang voor angsten en zielskwellingen, want Ik zal alle vrees uit uw harten verbannen. Ik zal het openen en verruimen om u met de vreze der kinderen Gods voort te doen gaan op de Weg der Geboden, die Mijn Zoon gegeven heeft. Ik zal het doen overvloeien met een zuivere Liefde, zodat gij niets meer te vrezen hebt voor Hem Die Liefde is. Verneder u diep als gij Hem mocht beledigen en strek met kinderlijke eenvoud een hand naar Hem uit, dan zal Hij u geruststellend vastgrijpen en u niet meer laten gaan. Hij zal u oprichten, zodat gij zonder ontmoedigd te worden tot Hem zult blijven gaan. Neem Haar dan, Dien gij Uw Moeder noemt, als Voorspreekster, maar ook als Middelares, dan zal Zij u alle liefde en het vertrouwen dat gij Haar schenkt op God inboezemen. Komt gezegenden Mijns Vaders, met uw Moeder aan het roer van uw schip hebt gij niets te vrezen, want in Haar zult gij vinden een ster die Haar licht verspreidt waar gij het anker licht. Moge Gods Rijkste Liefde over u allen neerkomen met de zoete dauw van de Heerlijkheid Zijner Liefde. Dag kinderen!

Aanmelden voor de nieuwsbrief