18 januari 1984 – 14.40

Kom Elisabeth en schrijf de woorden neer die Ik ga uitspreken, want Mijn kinderen verwachtten Mij.
Gij allen die het bidden hebt geleerd, met de mond of uit het hart, bidt tesamen met Mij het gebed wat u allen bekend is : “Mogen ze allen aan zijn Vader, gelijk Gij het zijt tussen Mij en U”.
Misschien als ge deze Mijner Boodschap hoort of leest, zult ge de vraag stellen : “Wanneer zal de tijd er zijn, dat deze uitspraak bewaarheid worde ?”
Wie zijn er nog aan ? Slechts weinigen zijn nog een aanheid te noemen. Ook zij die dit lezen of aanhoren.
Als gij niet luisteren wilt naar die ander, als gij uw ogen gesloten houdt voor de nood van uw medemens, als gij zijn zorg wegpraat of zijn goede daden eerder beschouwt uit puur menselijk opzicht gedaan of gij de wijze raad van anderen aanvoelt als bemoeizucht om maar te zwijgen over bazigheden, waar zal de aanheid dan te vinden zijn ?
Zoals Ik door de Vader naar u gezonden ben om door Mijn aanhoudend smeken de aanheid te verkrijgen onder Zijn volk om door de zegen die Ik u geef altijd en overal verenigd met die van elke Priester die Mijn Naam noemt bij dit heilige gebaar, zo wil Ik aan zijn met u en allen om u heen.
Keer u naar de Heer Die sterkte geeft ten dage van verdrukking en lijden. Hij zegt immers nog altoos : “Komt tot Mij als het u niet wel gaat “.
Bidt veel, doch doe het niet overhaastig, want zulk een gebed heeft weinig of geen waarde bij God.
Wanneer u tot Hem uw smeekbede richt, omdat gij het moeilijk hebt, denkt gij toch ook alleen maar aan het leegpompen van uw hart.
Alles wilt ge aan Hem kwijt, niet alleen uw eigen zieletoestand maar ook en vooral aan die van hen welke zo nauw met u verbonden zijn.
Wanneer ge meent, dat uw klacht niet wordt gehoord, zoekt ge troost bij de mensen. Vandaar, dat alles zo weinig baat.
Toch zult ge eens weten, dat Hij het is Die degenen redt die op Hem hopen en dat er buiten Hem geen krachtige hulp of nuttige raad, een duurzaam redmiddel is.
De Kerk is vandaag begonnen aan de Internationale Bidweek.
Probeer om de mogelijkheid te bieden aanmaal per dag het Rozenkransgebed te bidden. Denk in uw dagelijks gebed ook aan de Plaatsbekleder van Jezus Christus, Paus Joannes Paulus.
Als gij de woorden uitspreekt: “Uw wil geschiede op aarde zoals in den Hemel!”, overweeg ze dan. Want alles wat de Heer van u vraagt, wordt heel in het bijzonder door deze kerkelijke leider aan u voorgehouden.
Toch zal deze goede Herder meer nog dan zijn voorgangers worden aangevallen. Men vindt hem te behoudend in alle opzichten. Deze Paus toont immers weinig of geen begrip voor de jonge generatie.
Weet Mijn kinderen, als hij niet behoudend was aan de voorschriften der H.Kerk, de liefde voor zijn volk bij hem ver zoek zou zijn.
Bij de eerste drie kleine kralen van de Rozenkrans bidt gij : “Ik groet U !” Wat is aangenamer en zoeter dan dit woord, waardoor de Eeuwige Vader Mij deed verstaan, dat Hij ten enen male van Mij verwijderd had den vloek der zonde ?
Wanneer gij zegt : “De Heer is met u”, brengt ge Mij in herinnering de mateloze vreugde, die Ik in Mij gevoelde op het ogenblik der menswording van Mijn Zoon en Heer, Jezus Christus.
In Mijnen Schoot en in de Kribbe te Bethlehem was Jezus reeds in het volle bezit der vermogens van den rijperen leeftijd. Toch leefde Hij er zo verborgen, dat men niet eens wist, dat Hij op aarde was.
De wereld kende Hem niet. Te Nazareth leefde Hij insgelijks in volslagen onbekendheid voor de wereld. Dusdanig moest ook uw leven zijn, het moet zo verborgen wezen in Jezus Christus, dat Hij alleen de deugden ziet welke gij beoefent. Hiermede wil Ik niet zeggen, dat gij u moet verbergen voor de mensen en zeker niet voor de hulpbehoevenden.
Rust niet, voor gij Hem gevonden hebt als gij u op weg begeeft naar de medemens in nood.
Het mag geen toeval heten, dat u iemand ontmoet die u nader brengt tot de hulpeloze. Want het is God die uw aller wegen leidt en doorkruist.
Zoekt en gij zult vinden ! Deze woorden komen rechtstreeks uit Zijn Goddelijk Hart. Als gij de noden van de mens wilt kennen hoeft ge niet ver te zoeken, deze naderen u dichter dan ge denkt.
Zet uw deuren van uw harten wijd open en laat hen, die wenen, binnenkomen om met uw liefde alle tranen te drogen.
De angstige onzekerheid die zovelen met een goed geweten, niet wetend wat hun te doen staat, kwelt, is u onbekend. En toch hoort gij in uw binnenste de zoete Stem van Hem Die onderwijst zonder te kwetsen, Die berispt zonder bitterheid en Die troost met het oogmerk om te verbeteren.
Als eenieder de liefde zou beoefenen zou er geen haat meer zijn, geen verdeeldheid, geen pijn in de arme landen om hun schamele bezit.
Bidt kinderen, bidt, dat gij gespaard moogt blijven van de vele natuurrampen.
Bidt, dat Mijn volk aan zij met elkaar. Bidt, dat men het prille leven niet afbreekt, welke de aanheid zoekt bij zijn moeder.
Laten ook zij aan zijn en blijven, moeder en kind met elkaar verbonden, evenals Ik Moeder mag zijn en ben voor allen.
Want als gij bidt en de raad opvolgt van uw leider, zult gij goede vruchten oogsten en zullen de orkaanwinden van uw binnenste tot bedaren komen.
Mogen de dienaren van de Kerk u immer zegenen door Mijn gebaar !
Ik groet wederom allen, opdat wij aan zullen zijn en blijven !

Aanmelden voor de nieuwsbrief