Vandaag is het de feestdag rond Mijn Verwachting. Ook Mijn kinderen verwachten deze dag een Boodsachap van hun Hemelse Moeder. Doch slechts in enkele landen wordt deze dag erkend.
Waarom zult ge wellicht vragen, spreekt men van verwachting? Omdat men vond, dat nu de tijd gekomen was, dat men de Zaligmaker, de Verlosser, de Messias verwachten kon.
Doch weinigen wisten welke Schoot Hem verwachtte of welk Lichaam, dat Maagdelijk moest zijn, Hem baren zou.
Zij, Die Hem aan de wereld mocht schenken, was de Verhevenste vorm Gods, door de H.Gest vervaardigd om een God-Mens natuurgetrouw te vormen door de hypostatische vereniging ( de vereniging van het Woord met de menselijke natuur in de éne Persoon van Christus ) en een Mens-God door de Genade.
Ik vond Genade bij God, doch niet alleen voor Mijzelve, maar voor elk mensenkind in het bijzonder. Geen enkele Heilige heeft die Genade kunnen ontvangen, want de Vader plaatste in Mij de Oorsprong Aller Genade.
God de Vader, van Wie alle Genade als uit Haar Wezenlijke Bron afdaalt, heeft Haar al Zijn Genade geschonken door Haar Zijn Zoon te geven.
Hij koos Mij tot Schatbewaarster en Beheerster, maar vooral ook Uitdeelster van al Zijn Genade. Al Zijn volmaakte Gaven laat Hij door Haar Handen gaan en overeenkomstig de Macht, die Ik daartoe ontving, geef Ik, aan wie Ik wil, wanneer en hoeveel Ik de Genade van de Almachtige Eeuwige Vader, de deugden van Mijn Zoon Jezus Christus en de Gaven van de H.Geest zal schen-ken.
Evenals elk kind in de orde van de natuur een vader en moeder heeft, zo moet een waar kind der Kerk ook in deze orde der Genade God tot Vader hebben en Maria als Moeder.
Wanneer iemand zich beroemt God tot Vader te hebben, doch hij bezit de liefde niet tot Haar Die de Moeder der Verlosser werd, dan is hij een bedrieger! Want hoe kan hij de Vader beminnen en tegelijk Zijn Moeder afstoten?
Een Moeder vormt toch niet het Hoofd zonder de ledematen, noch zal haar Moederschoot ledematen vormen zonder Hoofd. Als gij dus ledematen wilt zijn van Jezus Christus, vol van waarheid en genade, moet gij in Mij gevormd worden, door middel der Genade van Jezus.
Van God heeft de Moeder een bijzondere heerschappij over de zielen ontvangen om ze te voeden en te doen groeien in en naar God.
Evenals God de eerste maal in een staat van vernedering door Mij ter wereld is gekomen, moogt gij ook aannemen, dat Hij ten tweede male door deze zelfde Moeder zal komen, zoals de gehele Kerk Hem verwacht.
Hoe en wanneer dit zal gebeuren, is aan de wereld niet bekend. Doch, dat het niet veraf kan zijn, kunt gij waarnemen uit de vele rampen, die overal in de wereld gebeuren.
Gij hebt zich al eens afgevraagd: “Waar blijft de ramp, die de hele wereld zou doen beven?”
Is het dan nog niet genoeg?
Verwacht gij nog meer, of wacht gij soms, totdat de uwen getroffen worden?
Neem deze Boodschap niet lichtzinnig op! Want al denkt gij, dat de Hemel ver van de aarde verwijderd is en Gods Gedachten ver van de uwe, zal de eindtijd komen op een tijdstip, dat gij het minst verwacht, noch bedacht zijt.
Wel moogt gij aannemen, dat de Vader, op het einde der dagen, kinderen zal verwekken, vervuld met de H.Geest en met de Geest van Diens Bruid, door Wie grote wonderen zullen worden verricht en de zonden zullen worden uitgeroeid om het Rijk van Mijn Zoon te vestigen in plaats van de grootheid van deze bedorven wereld.
Bid daarom rond de Gezegende Kerstdagen veel dit gebed: “Lam Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt, ontferm U over ons”.
Ik zal u allen rond de Kribbe verenigen en onder het getal rekenen, dat Ik bemin en geleid en ook elk ogenblik bescherm. De Zoon des Mensen komt niet om de mens alleen maar te waarschuwen, maar om ze te redden, opdat zij niet verloren zouden gaan.
Breng uw hart naar de Kribbe en bied het Hem aan, opdat het gezuiverd van alle smet en met talloze weldaden overladen wordt.
Ziedaar dan het Lam Gods, dat de Eeuwige Wijsheid bezit, om uw harten te veranderen en uw zielen te zuiveren, maar ook uw zonden zal vergeven, want alle zachtmoedigheid van God weet Hij verenigd met de mens!
Zorg Mijn kinderen, dat gij u goed voorbereidt voor de grote dag, die Kerstmis genoemd wordt.
Deel uw liefde en gaven met anderen, dan zult gij de dag verhaasten, dat Christus naar de aarde zal komen, want Hij wacht tot deze geheel gezuiverd zal zijn.
Gij, Mijn kinderen, kunt hieraan medewerking verlenen, maar wacht daar niet mee, stel uw goede bedoelingen niet uit tot het te laat is!
Christus wacht reeds lange tijd op u! Hij is geduldig, maar wel Rechtvaardig en zorg ervoor, dat Hij niet vertoornd wordt, maar spoedig kan zeggen: “Komt Gezegenden Mijns Vaders, neemt bezit van het Rijk, dat voor U bereid is!”
Al zal Ik wederom optrekken naar de Vader, toch ben Ik steeds met Hem heel dicht bij u! Ik blijf op u wachten, want Ik verwacht niet anders!
Zegene u allen het Kerstkind, met vrede en liefde voor uw evenmens.
Dag kinderen!