17 april 1981 – 15.45 – Goede Vrijdag

Mijn lieve kinderen, die hier vertegenwoordigd zijt bij Mijn geliefde
Zoon om tesamen met Mij Zijn Lijdensweg te gedenken, Ik dank u voor uw
trouwe opkomst en vraag u meer en meer te bidden voor hen, die Hem, Die
Wij Onze Zoon mogen noemen, nog steeds beledigen. Uw liefde getuigt van
een innig medeleven met Hem, Die zo juist gestorven is. De graankorrel,
die voor de wereld, voor Zijn kinderen, alles heeft gedaan wat Hij doen
kon, is nu verlost uit Zijn Lijden. Zijn Lijden, Uwe Verlossing, Zijn
Verrijzenis en Uw eeuwig leven met Hem. Plaats u in de geest naast
Johannes, die tesamen met Mij onder Zijn Kruis stond ! Vlucht van uw
kruis niet weg ook als het ondragelijk voor u lijkt. Want weet dat uw
lijden niet opweegt tegen het Lijden van Onze Zoon, Uwen Jezus, Die u
steeds nog liefheeft, ook als gij gevallen mocht zijn door uwe zonden.
Mijn vreugde was niet zonder grenzen toen Ik vernemen mocht dat hier in
Mijn Hofke het Heilig Lichaam van de Heer mocht rusten om Zich zodoende
voor te bereiden op Zijn Lijden. Geeft u nimmer over aan
onverschilligheden maar blijf altijd verbonden met het Goddelijk
doorstoken Hart wat voor uw Verlossing geboet heeft. Zodra het Heilig
Sacrament door Mijn Priester wordt teruggebracht zal het een zegen en
geur achterlaten. Dit heb Ik Hem gegeven opdat deze zalving voor altijd
zal blijven. En wanneer gij Elisabeth deze woning eens verlaat voor
enige tijd moet ge het Heilig Aanschijn plaatsen in dit Heilig
Tabernakel. Want vanaf het ogenblik dat de Heer daar Zijn intrek mocht
nemen en tevens de inzegening van Mijn Priesterzoon, is het een Heilige
Plaats te noemen. Ook de Boodschap die Ik gisteren gaf, moogt ge
doorgeven en toch zeker op de eerste plaats, die daar aanwezig waren.
Waren het geen twaalf Apostelen die rond de offertafel van de Heer
stonden? De Priester stond immers in het teken van Jezus’ Avondmaal.
Hij was de bedienaar van Hem om zo het afsterven van Onze Zoon u allen
voor te bereiden. Weet Mijn kinderen, dat de Kerk wacht op goede
zieleherders, om zodoende nog meer het Heilig Sacrament te mogen
plaatsen op de Troon die Hij alleen waardig is. Ik weet dat gij ook in
uw gedachten denkt aan hen, die nimmer het levenslicht zullen of mogen
aanschouwen, omdat mensenhanden menen zelf te mogen beslissen over leven
of dood. Denk ook aan allen, die op het ogenblik van Jezus’ Lijden en
Sterven, het leven hebben gegeven. Wanneer uw gebeden toereikend zijn,
zullen zij, die steeds in de Heer geloofd hebben, het eeuwige leven
ingaan en wel op eerste Paasdag. Mag Ik u ook vragen te willen bidden om
meer en meer Heiligen om u heen te hebben in dit leven, opdat zij u een
voorbeeld mogen zijn. Jezus heeft ook voor hen geleden, alhoewel zij
veel hebben gedaan om hun Heer in alles te behagen. Weet Mijn kinderen,
dat Ik nu niet op de plaats sta waar Ik altijd gewoon ben te spreken.
Want evenals hedenmorgen toen Elisabeth Mij aan ogenblik mocht
aanschouwen sta Ik ook nu naast het stille graf van Jezus. Waarom zou Ik
Hem alleen laten en niet waken aan Zijn graftombe ? Bidt en waakt opdat
gij niet in bekoring zult vallen meer en wees er van overtuigd, dat het
Lijden van Uw Heer er toe bijgedragen heeft om u allen te verlossen.
Mijn dochter het lijden van heden zal nog meer gaan toenemen want gij
zult met Hem sterven voor de wereld, die haar Verlosser heeft gedood. Na
de gebeden en de gezangen zult gij allen Mijn Zoon vereren, opdat gij
zult aanvoelen, dat Hij ook voor u geleden heeft. Kniel nu, opdat Wij u
zegenen met alle Heiligen, die hiertoe in staat zijn. Nu bidt ge eerst
uw schuldbelijdenis en geef u daarna de zegen. Ik zeg allen dank en wens
u toe om allen de liefde te geven en de vrede te delen met en voor
elkaar. Dag kinderen ! Ik groet u voor lange tijd !

Aanmelden voor de nieuwsbrief