16 juli 1979 – 03.00

Mijn kinderen, de Handeling van Jezus is geheimzinnig. Hij schijnt jullie daardoor te willen aanduiden, dat de ogen der ziel dikwijls minder door onwetendheid dan door onreinheid gesloten zijn.
Gij moet ze allereerst reinigen van hetgeen ze ongeschikt maakt, om het licht in zich op te nemen!
In de nacht der zonde is de ziel van alle steun en schoonheid beroofd; zij is eenzaam en verlaten als in een duistere woning, die zij zou willen ontvluchten, indien het in haar macht lag.
Wellicht trekt sommigen weinig het in het oog vallende. Al hebt gij zich geen grote overtredingen te verwijten, hebt gij toch allen zwakheden te belijden en te boeten!
Gij moet zich zonder veinzen veroordelen, zich vernederen en niet zwijgen gelijk de blinde van Bethsaïda, wiens onverschilligheid de genezing zozeer bemoeilijkte en vertraagde.
Het Speeksel waarmede Mijn Zoon Jezus Christus de ogen van de blinde bevochtigde, is verder het Afbeedsel van de Wijsheid, welke Zijn Tegenwoordigheid jullie schenkt.
Een zucht, een traan opent de Hemel. Een misstap kan je in de afgrond werpen. Uw wil hangt tussen twee uitersten!
Gij bent vrij in de keuze Mij tot Moeder van Goede Raad te nemen, of een vergankelijk schepsel aan te hangen, zich met Mij te verenigen of van Mij verwijderd, de kwelling van uw geweten te verduren.
Bid: “Heer, ik geef mij met blijdschap over; richt mijn wankele schreden naar U en Uw Moeder”!
Ik zal u allen wederom Zegenen door de Grootheid en Almacht van de Drieene God, Vader, Zoon en H.Geest.
Dag kinderen!

Aanmelden voor de nieuwsbrief