13 november 1988 – 14.07

Lieve kinderen, het verheugt Mij, dat er vandaag weer de moed betoond werd om tezamen deze reis in gezelschap biddend en zingend te willen, maar ook te durven maken, met de bedoeling hier als pelgrim aan te treden.
Velen trekken per touringcar naar het buitenland, om in het oog der mensen, de plaatsen waar Ik voorheen Mijn Boodschap gaf, voor aan dag aan te doen en de aangrenzende tijden worden prettige vacantiedagen om alzo mensen te trekken voor een aangename tocht.
Jammer genoeg zeggen de leiders van zulk een reisgelegenheid, dat zij veel doen voor Mijn Hofke hier, maar in feite willen zij geen busreis organiseren naar deze plaats. Ten eerste omdat hieraan geen vacantie zit en ten tweede zij durven uit menselijke berekening, voor Mij niet de moed te tonen om hier als bedevaarders bij elkaar te zijn.
Waarom dan wel elders z.g. pelgrimmeren ? En waarom komt men dan wel in alle stilte naar hier om te bidden dat zulk een geplande reis perfect zal verlopen.
Is of kan men dan nog spreken van dankbaarheid als er tijdens zulke reizen niet over Mij hier gesproken wordt ?
Ben Ik niet Dezelfde ?
Het is enkel en alleen de vrees om nagewezen te worden, dat men voor de volle 100 % durft op te komen voor Mij.
Wil men het Licht ontvangen in donkere dagen, schroom dan niet om een plaats te bemachtigen in en rondom den Toren.
Jezus zegt : “Ik zal aan en al Liefde en Hoop voor U zijn, bij Mij zult U de kracht en sterkte bekomen, toon U dan ook bereid om als de vredesduif U te scharen onder de Toren van Mijn Moeder “!
Als de Kerkelijke Ambtsdragers toelaten om naar Medjugorje te gaan, behoeft U niet langer meer af te wachten of er een kerkelijke goedkeuring wordt verleend om weer gezamenlijk per bus Het Hofke van Mijn Moeder te bezoeken.
Door deze Mijner Woorden als Zoon van Maria, verleen Ik met de Krachtige, Oneindige Almacht van Mijn Vader, ook toestemming voor de Priester om hieraan weer deel te nemen.
Dit geldt niet alleen in het voorgaan der Gebedsdienst, doch uiteraard ook, dat met deze, hem de gelegenheid wordt gegeven om de zielen weer te zuiveren van elke blaam, welke hieraan hun behoefte uiten.
Niet langer meer zullen na deze laatste maal, de Boodschappen – welke Mijn Moeder U steeds gegeven heeft – per band worden opgenomen en deze particuliere verspreiding zal weer overgaan naar de secretaresse van Mijn Moeder, de Toren van David.
Deze Woorden, welke Ik U nu gegeven heb, liet Ik spreken door de Mond Mijner Moeder.
Kinderen, voldoe hiermede aan de smeekbede van Jezus Mijn Zoon.
Mag Ik U wederom vragen veel te bidden voor de meest verlaten zielen.
Mochten Uw familieleden of vrienden in den Hemel zijn, maar U hebt toch het gevoel nog om voor hem of haar vele Heilige Misoffers te laten opdragen, zullen deze Genaden overgaan op de meest verlatenen. Dan zullen later deze zielen weten dat zij door Uw gebeden en Kruisoffers de Hemelpoort zagen opengaan.
Zij zullen dan op hun beurt pleiten om voor U in Het Rijk der Hemelen een plaats te veroveren.
Mag Ik ook om gebeden vragen voor Uwen H.Vader de Paus voor Zijn zware taak ?
Mogen de vele Bisschoppen, welke onder Zijn Gezag vallen, hem gehoorzamen en willen helpen dat hun onderdanen – de Priesters – kenbaar zullen zijn. Dit valt niet onder het dragen van een klein teken op rever, maar wederom het kleed, de toog of habijt, ja minstens de collaar zich met vreugde kleden, zodat elke mens hem weer ontmoet als Priester en niet als de onkenbare.
Bidt God voor goede Roepingen, Priesters en Religieuzen.
Houdt vast aan het Geloof wat Uw ouders U meegaven.
Help mee aan de uitbreiding van deze Kapel door middel van gebeden en offergaven. Dit zal God de Vader niet onbeloond laten, denk aan het penningske der arme weduwe.
Moge de Priester, voor de laatste maal op afstand, U zegenen.
Uw Moeder sluit Zich hierbij aan.
Dank voor Uw bloemen of op welke wijze U deze Plaats diende.
Ik groet U !

Aanmelden voor de nieuwsbrief