12 september 1985 – 14.15

Kinderkens, luister !
Wanneer een ouderpaar hun kind verwacht, zijn zij reeds maanden tevoren bezig welke naam het zal meedragen voor het leven.
Zo zullen ook beslist Mijn Vader en Moeder tesamen overwogen hebben, welke naam zij hun kind zouden geven. Want, voordat de nieuwe wereldburger bij de burgerlijke Wet moet worden gemeld, zal de naam tevoren definitief besloten zijn. Dit is een verplichting binnen vijf dagen.
Het kind wordt gedoopt met die namen, bij welk geloof dan wel het behoort. Zo vonden Mijn Ouders, dat de naam “Maria” het beste bij dit kind paste. Bij Mijn Geboorte wisten zij niet eens wà t een grootse taak God de Vader Mij had toebedeeld, zelfs alvorens Ik Mij in de moederschoot bevond.
Velen van Zijn schepselen ontvangen Mijn Naam, hetzij als eerste dan wel als laatste wordt bijgevoegd. Het doet Mijn Moederhart goed als een kind Mijn Naam draagt, al zal Mijn Liefde evenwel niet groter zijn als zij die de naam Maria niet dragen.
Van den beginne der wereld heeft God Zichzelf aan ons allen beloofd.
Doch niet tevreden met ene belofte, die eerst na de dood in vervulling zal gaan, heeft de Vader ons in dit leven Zijn Zoon geschonken en in Hem Zichzelf.
Kent u de gave des Hemels ? Deze gave is Het Kruis.
Het Kruis, een voor de wereld verborgen mysterie. Wie zoekt en waardeert Het Kruis van de Heer nog, tenzij de ware aanbidders in geest en waarheid, wier getal zo klein is op aarde ?
Niemand zou de waarde dezer onwaardeerbare gave niet kennen, indien Hij ze u niet leerde kennen. Hij heeft alles voor u ten offer gebracht, zelfs Zijn Heilig Lichaam. Zoudt gij dan niet moeten vrezen van gebrek aan edelmoedigheid beschuldigd te worden, indien gij het leven des kruises, dat uw aandeel op aarde is, vluchtte ?
Het lijden is een onfeilbaar teken Zijner Liefde, doch uwe natuur schrikt ervoor terug. De herinnering aan Zijn Weldaden vordert echter, als gij de kelk des lijdens, door Zijn Voorzienigheid aangeboden, met onderwerping aanneemt.
Wijs het kruis, dat Zijn Hand, alvorens het u op te leggen, zegent, niet af. Onderwerp u met kinderlijk vertrouwen aan Zijn Heilige Wil, Die u het lijden toezendt.
Van oudsher sprak de Priester, wanneer hij de Heilige Hostie toonde, slechts het éne woord : “Het Lichaam van Jezus Christus !”
Maar wat drukt het al niet uit ! Alle weldaden der menswording. …alle verdiensten des kruises,…alle liefde van Jezus in Het Heilig Sacrament ! Dit woord herinnert tegelijk aan de vernedering des Heren, Zijn Lijden, Zijn Altijddurend Offer en is tévens een uitnodiging tot u gericht om te lijden, uw zinnen te versterven en den weg der eerherstelling ter liefde van Jezus Christus te bewandelen.
Jezus bezit in Het Heilig Sacrament van het leven niet eens meer de schijn teneinde u te leren door de inwendige onthechting des geestes en het doden der zinnelijke natuur uw eigenliefde uit te roeien.
Doordat Hij, in een staat van een zo diepe vernedering, aan u geeft, leert Hij u de nederigheid en de vergetelheid van uzelve.
Hij wil in een staat van offerdood telkens opnieuw op het Altaar verschijnen om u het beeld ener volkomen onthechting voor de geest te brengen. Vraag Hem, de genade te verlenen iedere dag aan alles te sterven.
Toen Hij aan Het Kruis stierf, had Hij afstand gedaan van alles, behalve van de doornenkroon, welke Hij alleen nog behield om meer te lijden en tot aan het Graf de versterving te dragen in Zijn Heilig Lichaam.
Als u Jezus ontvangt door de H.Communie, blijf dan enige tijd zwijgend in diepe ootmoed neergeknield van verwondering als buiten uzelf.
‘t Is de God des Hemels Die gij ontvangen hebt !
Aanbidt Hem met eerbied. Daarna komt vanzelf het gevoel uwer nietigheid. Verheug u erop niets te zijn, geef u geheel over, offer den Heer uw nietigheid op, opdat Hij er Zich van bediene tot Zijn Verheerlijking. Verenig u met de lofzeggingen der Engelen en der Heiligen in den Hemel, want de Hemel heeft Zich geopend om u de God des Altaars te schenken.
Loof den Heer voor een zo grote genade.
Geniet de volheid van God. Het is beter bij aan gevoel te blijven, dan over meerdere gevoelens licht heen te gaan, al zocht gij ze te vermenigvuldigen. Steeds moet men echter den Verlosser bedanken voor de weldaad der Menswording, van de grote Schat der Genade, de Vrucht van Zijn Lijden en voor de instelling van Het Heilig Sacrament. Wij moeten Hem danken, dat Hij ons dit Geheim heeft doen kennen, boven zovele anderen, die het niet kennen en nooit zullen kennen.
Bidt vervolgens met vertrouwen en bijzondere genaden; treedt met Jezus in bijzonderheden. De Bron van iedere volmaakte gave is in u, wat kan Hij u weigeren, nadat Hij Zichzelf aan u gegeven heeft?
Geef u aan Hem over, leg uw noodwendigheden bloot, vraag Hem wat gij nodig hebt, moed, ijver, volharding tot het einde en gij zult uw naam met ere dragen. Vergeet vooral niet om de genade te vragen, Uwen Goddelijken Verlosser vurig te beminnen en Hem énig en alleen te beminnen boven alle anderen, gedurende de tijd, dat gij nog op aarde zult leven en zeg dan : “Zo is het goed Heer !”
Als gij Mijn Zoon bemint, kan Ik u niet minder liefhebben, want onze namen staan voor eeuwig geschreven in Gods Hand. En zo zult gij de zegen ontvangen die Mijn Priesterzoon u geeft.
Blijf Hem trouw tot in der eeuwigheid, dan zal Ik u niet minder liefhebben. Ik schrijf uw naam in Mijn Hand !

Aanmelden voor de nieuwsbrief