11 februari 1981 – 07.00

Aanschouw Mijn dochter Uw Moeder als de Toren van David, de Onbevlekte
Dienstmaagd des Heren en zeg dikwijls deze woorden na: “Zie hier Uw
dienstmaagd Heer mij geschiede naar Uw woord!” Evenals op de eerste dag
toen Ik aan jou verscheen ziet ge Mij hier wederom als een lichtende
Toren,die voor elkeen warmte uitstraalt opdat allen het licht mogen
verspreiden wat zij mochten ontvangen, want elke mens ontvangt de genade
om alles helder te zien. Men zal het kwade van het goede kunnen
onderscheiden, want hun hart zal geen vrede vinden als zij het licht van
de wereld najagen om hun ziel en zaligheid te verkopen aan de wereld. Al
de verlokkingen die het najaagt zullen niets opleveren, want hun handen
zullen leeg zijn, maar nog meer zal hun hart ineenkrimpen van pijn
omdat het geen plaats gemaakt heeft voor Gods Genade. Zij die bidden om
geholpen te worden zullen verhoord worden wanneer hun hart ophoudt het
te verzwaren met haat en liefdeloosheid voor hun medemens. Dan zult ook
gij geholpen worden met datgene wat uw hart begeert. Welk een geluk
overkomt u Mijn kinderen om door Jezus geroepen te worden. Doch waartoe
roept Hij u ? Is het alleen maar om te Zijnen gehore te verschijnen ?
Hoe groot ook de vriendelijkheid moge wezen waarmede Hij u ontvangt, Hij
stelt u nog een grotere gunst in het vooruitzicht : u namelijk neder te
zetten aan Zijn Tafel. Want niet gij zijt het, die God uitnodigt om het
brood uwer armzaligheid met Hem te delen, maar Hij is het Die u
uitnodigt om aan Zijn Feestdis plaats te nemen en het brood des eeuwigen
levens te ontvangen. En zo groot is het daaraan verbonden geluk, dat de
geheimzinnige sluier die Het Heilig Sacrament voor uw ogen verbergt bij
de H.Communie schijnt weggevallen, geheel doorzichtig als hij geworden
is door het geloof en de liefde. “Kom tot Mij” spreekt Uw Goddelijke
Verlosser. Indien Hij u niet beminde zou Hij Zich niet met u
vereenzelvigen, teneinde uw wensen van nabij te vernemen en uw
vertrouwen in Hem door een welwillende gemeenzaamheid te versterken.
Grif de deugden waarvan Hij u het voorbeeld geeft diep in uw hart en Hij
zal uw naam diep in Zijn Hart prenten. Bezat ge de liefde Gods in uw
hart,het zou noch ledig, noch verdeeld zijn. Niet meer aan de wereld
vraagt Jezus een toevluchtsoord, maar aan u ! Hij blijft geheel in de
Hemel; maar zoals Hij in de Schoot van Zijn Moeder verbleef, zo is Hij
ook altijd geheel in u, zonder Zich van Zijn Vader te scheiden. Hij is
Vlees geworden om u te verlossen. En de tijd nadert snel, dat deze
laatste woorden in vervulling zullen gaan. Niet lang meer behoef Ik nog
te roepen, want ook daaraan maakt de Vader een einde. Tot nu toe liet
Hij Mij naar u verplaatsen om door Mijn Woord en Boodschap het licht te
brengen onder de mensen. Doch velen van Onze kinderen verschuilen zich
achter het gordijn, omdat zij het licht niet kunnen verdragen. Dan wordt
het zoals de nacht, vol van zonden en groot als verderf. De meesten
onder u geloven niet meer in het gebed, waarom zouden zij dan luisteren
als Ik spreek ? Het Woord dat de Heer gaf aan Zijn schepselen : En leid
ons niet in bekoring, maar verlos ons van al het kwaad !, slaan zij
over, omdat zij het niet durven uitspreken. Want hun gevoelens spreken,
wanneer zij deze woorden over hun lippen laten komen. Het spreken, het
denken, het zwijgen of het willen behoeft u niet vreemd te zijn of niet
nieuw, als gij Zijn raad maar opvolgt. Want Hij spreekt tot u, al meent
de wereld, dat zij er toch bovenuit komt. Want gij hoort Hem zelfs als
gij slaapt of ontwaakt. De stem van uw hart zal u door alle eeuwen
volgen, zolang als gij er gehoor aan zult geven. Bidden is niet
ouderwets, het is elke dag weer nieuw voedsel voor de ziel. Blijf daarom
volharden, ook als men u uitjouwt of naroept, dat ge krankzinnig zijt of
zot. Wie oren heeft om te horen die kent deze woorden. Ze wonen naast u,
in uw straat. Het is uw familie, uw kennissenkring, omdat zij zich
schamen dat gij bidt. Als ge naar het kwade zocht, zoudt ge wellicht
meerdere vrienden bezitten. Ze zouden u naroepen om in hun huis te
komen, want zij zoeken en verlangen naar gezelligheid, doch de tijd die
de langste genoemd kan worden is voorbij, nog even en ge zult het
Stralende Licht aanschouwen van Uw Verrezen Heer, Die als Messias kwam.
Hij zocht u onder Zijn leerlingen. Zalig mag Ik u heten als ge erbij
hoort. Het zit hem niet in de woorden die Ik tot u spreek, want de
meesten kennen deze taal niet, doch het zit hem in de liefde die Ik u
allen toedraag. Als gij die liefde aanvoelt waarom zijt ge dan bevreesd
om voor uw geloof te durven uitkomen. Luister naar de H.Vader de Paus,
uw bisschoppen, uw priesters als gij voelt dat zij het Woord Gods in
waarheid verkondigen. Ook als gij zoudt twijfelen, dat zij u het goede
zouden voordoen, wees dan toch de minste en volg hun raad op. Want het
zijn kerkleraren die door Christus zijn aangesteld. Ook al zijn er
tussen deze geroepenen weinig die uitverkoren zijn. Ze zijn de gezalfden
des Heren en hun woord komt van de Waarheid. Als het Goddelijk Hart van
Jezus uit uw liefde een zoete troost mag putten is er ook voor dit Hart
een geheimzinnige smart die elke smart overtreft; De verlatenheid door
Zijn kinderen. Wanneer gij uw innigste gewaarwording onderzoekt is het
bitterste lijden wat gij voelt en het moeilijkst te dragen, de algehele
verlatenheid. Gij zoekt naar anderen om u heen; ook de Heer zoekt u en
blijft roepen : “Kom allen tot Mij,want ge zijt Mijn kinderen”! Hoe
kunt ge dan Uw Hemelse Moeder laten roepen ? Bidt, dat gij niet behoren
zult bij degenen die met een bewonderenswaardige ijver voor het
uiterlijk vertoon Mij hebben gevolgd, doch bij hen, die er de geest van
hebben gevat en er ook in volharden. Wanneer gij het Rozenkransgebed met
aandacht bidt, onderzoek u dan of gij wel de deugd bezit, waar gij om
bidt. Vraag dan met het volste vertrouwen aan Uw Hemelse Moeder, dat
Zij u door Haar Tranen en Angsten de genade verwerve, een waar kind van
God te zijn en te worden naar Haar Hart. En zij, Die de Blijdschap der
Engelen genoemd wordt zal u zegenen, want Ik wil voor u zijn de
Troosteres der Bedrukten en de Zalige Lusthof van de H.Geest. En ter
gedachtenis aan Mijn Onbevlektheid zal Ik u gewaardigen een vlekkeloze
zuiverheid te doen verwerven. Luistert gij dan ook Mijn kinderen en laat
Mij nimmer te moede worden. Ik zegen u met allen die u lief zijn ! Dag
kinderen !

Aanmelden voor de nieuwsbrief