11 december 1982 – 07.00

Mijn dochter kom, want zolang als het kan wil Ik nog spreken tot allen die luisteren.
Jezus heeft Zijn eerste Komst op aarde volbracht, waarvan gij allen steeds nog de heilzame vruchten plukken moogt. Op Zijn tweede Komst, die hoe langer hoe meer nadert, moet gij u dagelijks voorbereiden.
Wanneer gij gesterkt door de H.Communie om het voorbeeld van Jezus – ondanks uwe vele zwakheden – na te volgen, de lessen onderhoudt, welke Hij u in armoede, de nederigheid en bovenal de liefde reeds in de kribbe gegeven heeft, dan zult ge in Hem een Vriend en Broeder vinden en Hem niet als Rechter behoeven te vrezen.
Alles wat in Zijn stal was aan te treffen was arm, onaanzienlijk, want het ontegensprekelijke gaf blijk hiervoor, dat God alleen de wereld wil redden door hare gedaante te veranderen.
In de kribbe rustende, trok Jezus de herders en de koningen naar Zich toe enkel door de kracht die van Hem uitging. Want na de kribbe en het kruis bedekt Hij er Zich weer mede in het Heilig Sacrament.
Alles is Liefde in dit tedere Kind. De Liefde glinstert uit Zijn Ogen, die gevuld zijn met tranen.
Maar meer nog toont Hij Zich in het Allerheiligste Sacrament, waar Jezus Zich nog kleiner, nog armer maakt. In de kribbe bezat Hij de tedere Liefde Zijner Moeder, in het Tabernakel zoekt Hij de uwe.
Hebt u het er nooit aan laten ontbreken ? Hebt gij liefde gegeven aan allen die er naar hunkeren ?
Hebt gij vergeven aan hen die u misdeden ?
Hebt gij de woorden die Ik voorheen tot u gesproken heb niet verstaan of misschien niet begrepen ? Spreekt uw geweten dan nooit, dat gij verkeerd zijt of wilt gij niet luisteren, bang dat anderen de waarheid kennen omtrent uw gedragingen ?
Weet gij misschien de reden niet van deze miskenning ? Voelt gij niet aan, dat anderen om u lijden ? Kunt of durft gij nog te zingen: “Vrede op aarde aan de mensen van goede wil ?”
Waar blijft dan uw goede wil ? Zijt gij soms geboren om in het niet geworpen te worden ? Waarom durft gij u niet te laten zien ? Ligt het aan uw onoprechtheid of heeft uwen broeder u beledigd ? Moet gij het samen dan niet oplossen ? Of denkt gij misschien, dat dit zwijgen nog tot een gouden draad behoort ?
Neen, dit zwijgen brengt nog meer haat en daar zal uw hart geen vrede mee kunnen vinden.
Hoe kunnen uw vrienden om u heen u een Zalige Kerstmis wensen, terwijl gij de vrede afstoot aan anderen ?
Het gaat u goed ? U hebt niemand nodig ?
Het leven is gemakkelijk, want ge hebt toch een eigen wil gekregen. U hoeft niet te luisteren, maar het wordt wel door Uw Moeder gevraagd. Kunt ge zo Kerstmis tegemoet gaan ? Durft ge nog te wenen, omdat er geen uitzicht meer lijkt te zijn ?
Blijven uw tranen steeds vloeien, alleen omdat u denkt, dat u niet begrepen wordt ?
Hebt gij dan wel het beste met alles voor ?
Zijt ge zo zeker van uzelf, dat gij alleen de waarheid gesproken hebt ?
Kent ge uzelve dan niet meer of zijt ge verdwaald, omdat alles donker is geworden om u heen ? Zijn anderen daar de schuld van ?
Wie zijt gij als gij hierop een antwoord durft te geven ?
Kom, laat het een tijd zijn welke echt Vrede genoemd kan worden.
Gij hebt Mij nu horen spreken, maar niet ten onrechte.
Het was nodig, omdat gij gevlucht zijt om Mijn Woord nog te geloven.
Nu verwacht Ik, dat gij over al deze vragen mediteert, want lange tijd zult ge Mij niet meer vernemen.
Ik luister ofdat uw hart nog kloppen wil voor die ander, die u geen enkel kwaad heeft gedaan, maar alleen terecht wees om erger te voorkomen. Zorg, dat ge allen, voordat het Kerstkind komen zal, zeggen kunt : “Vrede op aarde aan allen die Gods kinderen zijn !”
En mogen dan Het Jezuskind, Vader Jozef en Zijn Moeder u allen verenigd weten met een zegenrijke vrede.
Geeft u deze aan elkander !

Aanmelden voor de nieuwsbrief