10 november 1985 – 14.15

Luister Mijn kinderen wat Ik u zeggen ga : Het gaat de wereld slecht, omdat er te weinig liefde is en er is te weinig liefde omdat er te weinig wordt gebeden. Te weinig gebed, niet enkel in de zin van te weinig smeekgebed om de grote gave der liefde, maar vooral te weinig gebed als oefening en vrucht der liefde.
U kent wellicht allen die schone begripsbepalingen van het ware bidden : het is de ademhaling der ziel, de opgang van uwen geest naar God, een tweespraak tussen de ziel en haar Schepper.
Maar leeft gij daar ook naar ? Gunt gij u wel de tijd daarvoor ? Mist gij misschien de moed om te blijven staren in het ondoorgrondelijke Licht ? Ontbreekt het u misschien veelal ook aan het juiste inzicht? U wordt waarschijnlijk belemmerd door methoden, door ingespannen gedachtenarbeid, door formules, door woorden en boeken.
In zijn wezen is het inwendige gebed zeer eenvoudig. Het is inderdaad de ademhaling der ziel, het spontane en innige verkeer met God.
Wat is daarvoor nodig ? Eigenlijk slechts twee dingen, maar die zijn dan ook volstrekt onontbeerlijk : instemming met Gods Wil en ingekeerdheid.
Natuurlijk wordt er geen volmaakte liefde vereist om het inwendige gebed te beoefenen; het gebed is veeleer het grote middel om geestelijk daar naar toe te groeien. Maar het zuivere gebed zal onmogelijk zijn, zolang de wil zich bewust blijft afkeren van het Goddelijke Welbehagen.
En de zonde. Het vergeten en doodzwijgen, het beledigen en honen en de afkeer van de oneindige God in duizenderlei vormen.
En wanhoop, de hel in het hart. Want het is een satanische dwaling te menen, dat alles gewoon verloopt en “natuurlijk”, alsof niet in elke ziel de strijd woedt tussen goed en kwaad, tussen God en de duivel.
Niets liever wenst de satan dan dat gij geloven zoudt in de schijn die uzelf wel meestal krachtens gemeenschappelijke samenzwering, over de dingen gespreid houden; dat het zo erg niet is, want iedereen handelt zo en de mensen bedoelen het niet kwaad. Dat het zo erg niet is…..
Doch God de Zoon, het Woord door Wie alles geworden is, werd mens en leed en stierf. De Heer der Glorie nam de slavengestalte aan en vernederde Zich tot de dood van het kruis, tot uitboeting van de zonden der mensheid, ja van de ganse wereld.
Jezus Christus, Hogepriester der mensheid, heeft in Zich saamgevat de ellende en de zonde der gehele wereld. Uw aller misdaad heeft de Zoon Gods gedood. Deze ontzettende realiteit zou uw gemakkelijke rust in stukken scheuren, indien uw geloof niet zo zwak was.
Hoe kunt u menen, dat het zo erg niet is, dat het leven, zoals u dat gelieft te noemen, schoon is en waard om geleefd te worden ?
Het Bloed van Het Schuldeloze Lam alleen kan u redden.
Eenmaal zullen aller ogen opengaan voor die werkelijkheid die nu is en eeuwigdurend is. Hij heeft gewild, dat Zijn Offer, enige redding der wereld, onder sacramentele tekenen onder u zou zijn. Voor God bestaat geen tijd, geen verschil tussen verleden en toekomst. Alles staat voor Zijn Oog in een eeuwig heden.
Voor het Aanschijn van Zijn Majesteit stijgt immer dat Ene Offer op met aangename geur, dat uwe toegang bevat tot de Vader.
Het Lam, geslacht en verheerlijkt, staat voor Hem.
Telkens wanneer Uw brood en Uwe wijn door het Priesterlijk woord – door Christus Woord – geheiligd worden opgeheven, opent zich voor u de deur ten Hemel, wordt u opgenomen in dit verlossend mysterie van Het Lam, Dat de wereld met de Vader verzoent.
Daarom heeft het eenvoudig gebaar van die Priester, waaraan de wereld achteloos voorbijgaat en dat Zich zonder gedruis of schittering voltrekt, zijn hoge betekenis voor uw aller heil.
Tracht daarom de geest hierop te vestigen. Tracht daarom – wat zo moeilijk is – alle andere gedachten af te leggen, uw geest te zuiveren van tijdelijke, voorbijgaande aardse dingen en hem te vullen met de beschouwing van de Eeuwige Hogepriester en Zijn Ene, altijddurend Offer; het Offer, dat ofschoon aans voor allen op Calvarie voltrokken, toch immer blijft en in Zijn kracht en genade steeds onder u tegenwoordig is om altijd opnieuw met dankbaarheid en eerbied herdacht te worden.
Wanneer Ik de Hand van de Priester zie gaan om u te zegenen, zal Ik bij u zijn om u allen te scharen rond Mijn Moederhart en gij zult de vrede en eenheid voor allen genieten.
Ik ga, maar blijf bij u.

Aanmelden voor de nieuwsbrief