Stijl en inhoud van de boodschappen van Maria de Toren van David (4.7.90)

Stijl en inhoud van de boodschappen van Maria de Toren van David (4.7.90)

Dit zijn de woorden die Maria zelf gebruikt:
“Veel Boodschappen heb Ik U reeds doen toekomen.
De Woorden, die U daarin vindt, steken bij vele andere werken gunstig af zowel door oorspronkelijkheid en rijkdom van gedachten als door schoonheid van vorm. Het is niet alledaags, het is een werk van studie, dat bij de meesten beter te vermelden is.

Ik kan wel zeggen, dat de daarin uitgedrukte gevoelens werkelijk zijn gevoeld. De Godsvrucht, welke er uit spreekt, is innig en teder, maar tevens solied en vrij van elke sentimentaliteit. Bij de overweging van Mijn Leringen en Lessen heeft U nu het stof tot rustig nadenken, vindt de Verlichte Devotie een krachtig Voedsel. Het werk is evenzeer voor meditatie als voor gebedenboek geëigend.

Niet alleen Priesters en of Religieuzen zal dit boek tot hun eigen stichting, zowel als tot Lering van anderen, maar ook voor elke mens, met vrucht gebruiken. Het is een boeiend Boek, ja al Mijn Woorden zullen zijn, dat de gelovige ziel den Vertrouwelijke Omgang leert met Jezus in Het H.Sacrament, dat vooral uitnemend geschikt is om de vrome christen tot de H.Communie voor te bereiden. Ga Mijn Woorden aan het slot dezer van zoveel waardering getuigende recensie in vervulling! Het Woord zal zeer velen stichten.

Is dit Woord door den Goddelijke Mond gesproken door Jezus Christus via Mij, dan heeft elke poging welke U nader tracht te brengen tot Hem, zonder Wien gij niets vermag, zeker aanspraak op waardering. Mijn Woorden hebben die waardering in ruime mate ondervonden. De 3de uitgave is daarvan het ondubbelzinnigste bewijs.

Gelukkig dat bij al het geschrijf en geredevoer over sociale en politieke vraagstukken ook eens een boekdruk is verschenen, die U op elke bladzijde heenwijst naar Hem, in Wien alleen het heil is te vinden en zonder Wien niemand iets vermag, naar ‘s-Heren Eigen Getuigenis: “Zonder Mij kunt gij niets doen”.

Kinderen, U hebt met dit derde deel er toe bijgedragen door Uw gulle hand, dat het onder de Mijnen komt. Ook de paarse prentjes en de Heilige Kruisweggebeden kwamen mede door Uw bemiddeling van de pers gerold en kunnen nu voor het grote deel aan de belangstellende worden gebracht. Ik dank U daarvoor, maar ook voor de prachtige bloemenhulde die U Mij geboden hebt. Zij kwamen uit Uw hand naar deze plaats, omdat U vond, dat U daarmee Uw Moeder naar best vermogen, hierdoor vereerde.
Bidt voor Uw Bisschoppen, dat zij zullen weten en moeten ervaren, dat de Toren van David ook over hen Haar Licht zal spreiden”.


In voorafgaande boodschappen had Maria al gezegd:

21.11.1981
Bij velen rijst opnieuw de vraag als Ik uitgesproken zal zijn : “Waarom is de Moeder Gods zo lang van stof in Haar Boodschap ?” Opnieuw moet Ik u antwoorden : “Omdat de mens het beter begrijpen zal.”

10.07.1984
Het is niet belangrijk, dat men geloof hecht aan Mijn komst als de Turris Davidica, als men het geloof maar in zich draagt in de vele woorden die Ik gesproken heb als de Toren van David.

18.01.1989
Kinderen, reeds vele malen heb Ik u hier, via Mijn dochter al bezocht om op passende tijden leerzame Boodschappen aan u te richten.
“Waarom”, zo luidt hier en daar de vraag, “waarom komt O.L.Vrouw zo vaak naar deze plaats en waarom zou Zij dan zo lang van stof zijn” ?
“Neen, dat kan niet !” hoor Ik zeggen. “In andere landen zijn het korte mededelingen en hier zou Zij dan zo langdradig zijn “.
“Het hoeft voor mij niet, we hebben genoeg aan de Kerk !”
Het juiste woord : de Kerk. Waarom zou Uw Hemelse Moeder zo’n lange Epistels laten opschrijven? Waarom?
Daar heb Ik maar enkele Woorden voor nodig om er uitleg aan te geven, omdat de Kerk zwijgt! Zij zwijgt waar Zij spreken moest.

De taal die Maria in de boodschappen gebruikt stuit nogal wat mensen tegen de borst en sommige opmerkingen komen niet van de hemel vinden zij. Onwillekeurig laat ons dit ook denken aan het evangelie van Johannes 6,60-69. Klik hier om dit te lezen.

Johannes 6,60-69

In die dagen zeiden velen van Jezus’ leerlingen: “Deze taal stuit iemand tegen de borst. Wie is nog in staat naar Hem te luisteren?” Maar Jezus die uit zichzelf wist dat zijn leerlingen daarover morden, vroeg hun: ‘Neemt gij daar aanstoot aan? Als gij dan de Mensensoon ziet opstijgen naar waar Hij vroeger was…? Het is de geest die levend maakt, het vlees is van geen nut. De woorden die Ik tot u gesproken heb zijn geest en leven. Maar er zijn er onder u die geen geloof hebben.” – Jezus wist inderdaad van het begin af aan wie het waren die niet geloofden en wie Hem zou overleveren.- Hij voegde eraan toe: “Daarom heb Ik u gezegd dat niemand tot Mij kan komen als het hem niet door de Vader gegeven is.”

Tengevolge hiervan trokken velen van zijn leerlingen zich terug en verlieten zijn gezelschap. Waarop Jezus aan de twaalf vroeg: “Wilt ook gij soms weggaan?” Simon Petrus antwoordde Hem: “Heer, naar wie zouden wij gaan? Uw woorden zijn woorden van eeuwig leven en wij geloven en weten dat Gij de Heilige gods zijt.”

Aanmelden voor de nieuwsbrief