Het “Onze Vader”

Het “Onze Vader”

Op 10-12-1987 zegt Maria: “Bidt dikwijls het gebed wat Jezus ons leerde, want het “Onze Vader” is aldus de oervorm van Christelijk gebed. Dat betekent allerminst, dat er van de tekst mag worden afgeweken.” Elisabeth leest ons in de kapel een tijdens die gebedsdienst gegeven boodschap voor waarin Maria ons de diepere betekenis van het Onze Vader toelicht.

23 november 1986 – 14.10 uur

…” Hij leerde ons bidden met Zijn Vader. “Onze Vader” zegt Jezus en spreekt niet tegen Zijn schepselen van “Mijn Vader”. Door het gebruik van deze term, waarmee het kind zijn Vader aanspreekt, herinnert Christus elke mens eraan, dat hij een kinderlijk vertrouwen in God moet stellen.

Onze Vader, omdat Hij de Schepper is van alles wat leeft en nog leven zal en door de genade, Onze Vader.

Wanneer Jezus in Zijn Gebed zegt : “Die in de Hemelen zijt”, sluit Hij God niet op in de Hemel, maar onthecht Hij van het aardse diegene die bidt en verheft hem in de Hemelse Woning.

De Naam van God is Heilig en Lofwaardig, zonder echter nog lof nodig te hebben.

Allen verlangt gij naar de komst van het Rijk van God.

Het zal komen, zelfs al verlangt men het niet. Gij moet bidden en verlangen, opdat Onze Hemelse Vader u voor Zijn Rijk waardig maakt. Het Rijk van God is niet van deze wereld, maar het vestigt de Goddelijke Wet op aarde.

Door te bidden : “geef ons heden ons dagelijks brood”, moet u alles verstaan waaraan de ziel en het lichaam in dit leven behoefte heeft. “Ons brood” wil zeggen, dat gij ook voor de anderen vraagt. De Christelijke liefde eist, dat men niet alleen om zichzelf zal bekommeren, maar eveneens voor uwe naaste.

Vestig uw hoop op God en vraag Hem u vandaag te helpen, maar laat Hem de zorg over u de dag van morgen te voeden en te geven.

“Vergeef ons onze schulden “! Door de woorden “onze schulden” leert Jezus u niet alleen voor uzelf te bidden, maar voor elkaar en ook de vergeving van de zonden van anderen te vragen.

God heeft met ons allen een verbond gesloten en heeft dit door een gezagwekkende tekst bevestigd, wanneer Hij ons leerde zeggen : “zoals wij vergeven aan onze schuldenaren “.

Zeg tegen God : “Heer behoed ons tegen de gelegenheden waar ons geweten zwaar beproefd wordt “.

Door te bidden : “leid ons niet in bekoring”, vraagt u niet, onder invloed van de bekoring geen daad te stellen die God zou mishagen, noch vraagt u door de bekoring niet te worden overwonnen, maar haar te weerstaan en uiteindelijk met overwinning het geluk te vinden.

Wanneer u bidt : “verlos ons van het kwade”, maar niet alleen mij, leert u ook voor elkander te bidden en God voor elkaar om verlos­sing en bescherming te smeken.

Bidt vaak dit gebed, alles wat hierin ligt opgesloten is een beroep doen aan Onze Vader.

Zo wil Ik vandaag een beroep op u doen.

Uit de brief van de heilige apostel Jacobus 1,12-18.

Zalig de mens die standhoudt in de beproeving. Heeft hij de toets doorstaan, dan zal hij de zegekrans van het leven ontvan­gen, die God beloofd heeft aan wie Hem liefhebben.
Niemand mag zeggen, als hij bekoord wordt: Ik word door Gods toedoen bekoord. God brengt niemand in verzoe­king, zo min als Hijzelf door het kwade kan worden bekoord.
Wordt iemand bekoord, dan is het altijd door het trekken en lokken van zijn eigen begeerte.
Daarna, als de begeerte bevrucht is, baart zij de zonde; en de zonde, eenmaal volgroeid, baart de dood.
Geliefde broeders, laat u niet misleiden:
elke goede gave, elk volmaakt geschenk daalt neer van boven, van de Vader der hemel­lichten, bij wie geen verandering is of verduiste­ring door omwenteling.
Uit vrije wil heeft Hij ons het leven geschonken door het woord der waarheid,
zodat wij in zekere zin de eerstelingen onder zijn schepse­len zijn.

Aanmelden voor de nieuwsbrief