…Ik heb jullie gesprek vernomen en daarom wil Ik er nu nader op terug komen.
Weet, Mijn kinderen, omdat gij heden in overleg met elkaar gesproken hebt over de offers, het gebed en de liefde voor uw evennaaste, dat Ik er gaarne iets aan toe wil voegen.
De allereerste noodzaak is gebed en offer, ja, echte offers die een versterving inhouden en bij uw Schepper zeer aangenaam zijn. Het gaat niet altijd om de financiële kant, wat ook nodig is in sommige gevallen, maar hierom, dat gij zich terdege versterft, een offer brengt dat moeite kost!
Elke mens kan een aalmoes missen en vaak wordt dit dan gegeven om roem of voldoening. Dit wordt niet altijd aan de behoeftige uit noodzaak aangeboden, maar om triomferend te werken aan zijn eigen voldoening, een ander gelukkig gemaakt te hebben.
Een grote weldaad die wel zeer belangrijk is in het Goddelijk Oog, de Schepper van alle mensen, arm of rijk.
Wel is het makkelijker voor de goed gesitueerden een grote gift te schenken aan een of ander goed doel, maar wanneer iemand van zijn karig bezit een aalmoes schenkt, wat een veel groter offer inhoudt, is veel meer waard, omdat hij meer geeft dan hij werkelijk kan.
Denk hier aan het penningske der arme weduwe, die niets bezat en toch wegschonk wat zij georven had.
Dit wordt echter niet van u verwacht noch verlangd.
Alleen dit vraag Ik u: “Leg u allen eens meer toe op een kleine versterving, die steeds grote moeite kost!” Laat datgene eens staan waar uw begerig hart zo behoeftig naar is, maar deze zijn de kleine dingen die het doen. Want dan zijn er de grote offers waar gij niet over spreekt. Wanneer iemand zijn kruis gelaten draagt, wat God de Vader van hem vraagt, door te geven, ja af te staan wat hem of haar het dierbaarst, het allerliefst was op aard en zij weten zich door het kruis een blijde lach te tonen door vaak te zeggen: Zo is het goed, Heer! Doe met mij wat U behaagt!
Dit zijn de grootste offers, die een hart diep kunnen treffen. En wanneer deze mensen alleen zijn voelen zij de leegte en het verlies om hun heen, waar niemand aan denkt en wat die ene mens dan alleen verwerken moet in de stilte van de avond en de duistere, donkere nacht.
Wanneer deze mens door zijn tranen heen een glimlach tovert op het gelaat, deze mens weet, dat er iemand is die haar begrijpt.
Jullie Moeder, Die ook dit Offer moest brengen!
Eerstens nam Vader Jozef afscheid van Ons en toen stond Ik daar bij Mijn Zoon Die Lijden moest. Ja Sterven om het arme zondige mensdom te redden. Toen brak Mijn Hart van droefenis, want ook Ik was mens, al was Mij de waardigheid Moeder van God toegewezen.
Alleen enkelen bleven trouw en toch bad Ik: “Vader neem Hem terug! Zie hier Uw Dienstmaagd!”