Gegroet gij allen !
Ook U wil Ik noemen Mijn getrouwen, want U hunkerde voortdurend naar deze plaats om Jezus’ Heilig Aanschijn te aanbidden en Ons met Uw bezoek te vereren.
Gisteren vierde Uw Hemelse Moeder Haar Naamdag en daarmee wil Ik U zeggen, lieve kinderen, als, wanneer U niet kunt bidden, noch uw gedachten daarheen kunt plaatsen, dat U dan, zoals men het vroeger noemde, het kleine schietgebedje stamelt van : “Mijn Jezus Barmhartigheid “!
Zijt ge daartoe ook niet toe in staat om deze bijzondere mooie aanroeping te uiten, roep Mij dan bij Mijn Naam en Ik zal er zijn. Want niet alleen naar de uitroep zal Ik luisteren – evenals Uw aardse moeder gehoor gaf – wanneer U haar noemde met de allermooiste naam – “Moeder”!, doch Ik zal U ook verhoren.
Helaas moet Ik U vandaag onaangename dingen mededelen.
Onze Zoon Jezus en jullie aller Moeder zijn intens bedroefd, daar enkelen Mijn Hofke tot aan de fundamenten proberen af te breken.
Weet, wanneer zij met hun felle laster op elke hoek van de straten, de mensen willen bewegen hier voor goed weg te blijven, omdat volgens hun zeggen en schrijven, de Bisschop met Commissie en de Herder van deze Parochie, het eens zijn met hun zogenaamd beleid; dat alles hier uit zijn voegen ging scheuren als zij het voor het zeggen hadden, maar….., lieve kinderen, God heeft dit in Handen en geen enkel Godgeleerde of leek met zijn indringers, zullen hier ooit de kans voor krijgen om hier alles te niet te doen.
God heeft nog altijd Het Laatste Woord !
Niemand kan, ook maar aan gram daar van afnemen, noch toevoegen.
Het ware Geloof, dat u allen zeker van uw Ouders hebt gekregen, vraagt veel van jullie, maar biedt ook hulp om het te kunnen. En vooral wat Christus vraagt, sluit aan bij wat diep in u allen leeft; het verlangen om toch vooral een goed mens te zijn.
En zo leeft u voor mooie idealen en vooral, te weten, dat jullie een prachtig vooruitzicht hebben, na dit leven.
Bidt veel voor de Priesters, want zij hebben het niet makkelijk in deze tijd, want vele mooie dingen heeft de Kerk afgeschaft, zelfs de Feestdagen, welke vroeger een verplichte zondag was.
Zij voelen nu dat de mens het wel voor gezien houdt om nog de plicht te vervullen; hij neemt het niet zo nauw meer.
De Priesters, op zekere leeftijd gekomen, haken af om nog Herder te zijn voor de zoekende schapen. Zij hebben hun zinnen gezet op genietende levens, want, denken de meesten, ook voor ons is het “rust”.
Iederaan laat het afweten met de jaren, waarom wij niet ? zo redeneren zij.
Kinderen, zie op naar Hem en richt uw gebed tot God, want de Tegenwoordigheid van Jezus Christus geeft moed om de natuur te overwinnen en over het prikkelbare der eigenliefde te zegepralen.
Hebt u ooit deze vrucht uit uw Heilige Communien geput ?….
Ik ken uw smekende harten en hoor jullie geroep tot Mij.
Weet, dat Ik U gedenk wanneer Ik wederom bij de Vader ben.
Moge de Priester die met ons in de geest verbonden is U zegenen. En moge dit Zegenend Gebaar ook met Het Mijne verenigd zijn.
Dag kinderen !